I
ymmL
- opende Koningin Juliana in het tentoon
stellingsgebouw de eerste expositie met als
onderwerp de recreatie en met als toepasse
lijke titel „Weg wezen". Sindsdien werden
in dit gebouw regelmatig tentoonstellingen
gehouden.
Behalve het tentoonstellingsgebouw was
één spectaculair onderdeel van het museum
reeds sedert 29 maart 1973 dagelijks vrij
toegankelijk: de Schuttersgalerij, waar
schijnlijk het enige plekje ter wereld waar
zeventiende-eeuwse schilderijen „op
straat" zijn te bezichtigen. Vervolgens ver
liet het Amsterdams Historisch Museum op
2 december 1974 de Waag en werd dit oude
poortgebouw op 30 januari 1975 weer
geopend met twee hernieuwde musea: het
Joods Historisch Museum en het Geschied
kundig Medisch-Pharmaceutisch Museum.
Inrichting
Bij de inrichting van het nieuwe museum in
het voormalige Burgerweeshuis werd dank
baar gebruik gemaakt van de ervaringen die
de laatste jaren zijn opgedaan met de drie
historische deeltentoonstellingen. De be
zoeker kan zich door de opstelling in be
trekkelijk korte tijd een globaal inzicht
vormen in de geschiedenis van de stad aan
de hand van een min of meer chronologi-
1In het hart van deze luchtfoto het Histo
risch Museum, met rechts aansluitend de
gevels van het Begijnhof.
2. De Meisjesplaats na de nu pas afgeslo
ten restauratie.
3. De ingang tot het museum in de Sint
Luciënsteeg.
4. Als herinnering aan het weeshuis is de
regentenzaal in volle glorie hersteld.
5. De Schuttersgalerij: schilderijen ,,op
straat'
sche indeling. Terwille van de duidelijkheid
van het overzicht doch ook vanwege de be
schikbare ruimte komen in de opstelling al
leen de belangrijkste aspecten aan bod. De
ook in de toekomst regelmatig te houden
tijdelijke tentoonstellingen kunnen be
paalde onderwerpen meer gedetailleerd be
handelen.
Het museum wordt verlevendigd door ver
rassende elementen als vide's, een buitenvi-
trine voor hamassen en een zingend schilde
rij. Dit laatste betrefteen muzikale illustra
tie bij de in 1533 door Cornelis Anthonis-
zoon geschilderde Braspenningmaaltijd,
een van de oudste schuttersstukken. Op dit
schilderij ontdekte men in de hand van een
der schutters de tekst van het minneliedje
„In mijnen zin heb ik verkoren een meis
ken" van de vijftiende-eeuwse Vlaamse
componist Antoine Busnois. Na een druk op
de knop hoort de beschouwer dit liedje uit
voeren door de Amsterdamse Cantorij on
der leiding van Louis Mol.
De vele tekstborden in de opstelling maken
het mogelijk dat ieder zelfstandig zijn weg
kan vinden. Bovendien fungeert de
reproduktie-afdeling tevens als informatie
centrum. Scholen, groepen en bezoekers
met speciale wensen kunnen steeds een be
roep doen op de educatieve dienst. Ook de
bibliotheek en het prentenkabinet staan ten
dienste van de bezoeker die nader geïnfor
meerd wil worden. Deze laatste afdelingen
zijn ingericht boven de vroegere regenten
zaal, die als herinnering aan het weeshuis in
oude glorie is hersteld.
De beslotenheid van het vroegere Bur
gerweeshuis heeft - mede door de verbin
tenis met het Begijnhof - thans plaats
gemaakt voor de open hof van het Am
sterdams Historisch Museum. Waar eens
de voorbijgangers achter poorten en hoge
muren een schone omgeving konden
vermoeden, is nu een rustpunt in het
stadsgewoel gekomen.
253