Diogenes in Leiden actief Het particulier initiatief in Leiden is zeer actief. We constateren dit met voldoening, omdat het tegenwoordig in ons land nogal eens hapert aan waardering voor het particu lier initiatief. Meer dan vroeger is men ge neigd veel zaken aan de overheid over te laten, zich niet afvragend of het particulier initiatief niet naast de overheid ook een taak heeft. Hoe dit zij, in Leiden werkt de Stich ting Diogenes met succes en zij weet zich daarbij bovendien nog gesteund door een Vereniging van Vrienden van Diogenes Leiden. In een onlangs door de stichting uitgegeven bulletin herinnert de voorzitter, de heer D. E. Krantz, aan de oprichting. Eind 1972 kwam een aantal inwoners van de Sleutelstad bijeen, die zelf aan de slag wil den gaan na eerst een andere weg vruchte loos te hebben bewandeld. Zij zagen met spijt de binnenstad verkrotten en „verpak huizen" en wilden een bijdrage leveren aan de poging deze ontwikkeling om te buigen en de binnenstad weer bewoonbaar te ma ken. Op 16 februari 1973 werd de stichting 1 in het leven geroepen. Men ging er aan stonds van uit, dat er slagvaardig, op één technisch doel gericht, gewerkt moest wor den. Voor de propaganda werd de Vereni ging van Vrienden in het leven geroepen (in 1974). Eerste opdracht In de zomer van 1973 kreeg Diogenes de eerste opdracht, nl. het restaureren van de panden Lokhorststraat 18, 20 en 22 te be ginnen. Pand no. 18 is gelegen naast een breed travers binnen de Latijnsche School. Op oude kadastrale en nog vroegere teke ningen ziet men de Latijnsche School ook als apart gebouw met daarnaast twee smalle huizen. De tegenwoordige gang van de La tijnsche School is een van de huizen; 't an dere huis is no. 18; pand no. 20 is een huis met een normale breedte. Daarnaast staat een huis met de kap evenwijdig aan de Lok horststraat, no. 22. Thans is aan de afge- stuucte gevel van het complex aan de Pie- tersgracht te zien, dat een opening eertijds is gedicht. Deze opening correspondeert met een straatje of ruimte, dat grensde aan de nu inpandige bouwmuur van no. 22, evenwij dig aan de Lokhorststraat. Op oude prenten is ook zichtbaar, dat aan de Lokhorststraat een lange kap bestaat naast de Latijnsche School, welke zijn kap evenwijdig had aan de Schoolsteeg. Bij de sloop van rotte delen en minderwaardig materiaal uit de panden 18 en 20 kwam in een sprong van de bouw muur tussen de panden bij de achtergevel een balkstuk met uitgesneden peerkraalmo- tief tevoorschijn. De stijl was nog in turfach- tige toestand aanwezig. De aanzetten van de korbellen waren terug te vinden. Direct ach ter het kraalmotief bevinden zich twee smeed ijzeren sierdoken. Overigens werden dwars door de bouwmuren heen sporen gevonden van vloeren en kinderbinten, waaruit bleek, dat eens de vloer en kinderbinten van no. 18 en 20 één geheel vormden. Wat het lange zaalgebouw ook geweest is, later heeft men het opgedeeld en men heeft er binnen de zware constructie goed kunnen wonen en werken. No. 20 is een geheel eigen leven gaan leiden en wel zó dat er in de 16e of 17e eeuw tussen de bouwmuren nieuwe moer- binten zijn aangebracht met kinderbinten en het een geheel nieuwe gevel kreeg. De ge vels van alle onderhavige panden werden in de 18e en vroeg-19e eeuw hoger opgetrok ken; op die manier kwam er een verdieping 1. Achterzijde Lokhorststraat 22 vóór res tauratie. 2. Achterzijde Lokhorststraat 20 en 22 na restauratie. 3Voorzijde Lokhorststraat 18, 20 en 22 na restauratie.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 11