fronteerd zien met de noodzaak om afstand
te doen van een erfenis aan oude gebouwen
en stads- en dorpsgezichten, die vanouds
van betekenis zijn geweest voor het leefmi
lieu. Wat vandaag beschermd moet worden
zijn de steden met een historisch karakter,
de oude wijken en de karakteristieke dor
pen. De bescherming van deze ensembles
van gebouwen is een zaak, die alleen kan
worden bekeken in een ruimer perspectief,
waarbij men zich rekenschap geeft van de
waarde van alle gebouwen van culturele be
tekenis, de belangrijkste maar ook de een
voudigste, en van de omgeving waarin zij
voorkomen. Deze bescherming in de ruime
zin zal de aanvulling vormen op incidentele
bescherming van individuele monumenten
en situaties.
De juistheid van het streven naar behoud
van het architectonisch erfgoed wordt thans
duidelijker begrepen, men weet nu, dat het
vasthouden aan de historische continuïteit
in de omgeving waarin men verkeert essen
tieel is voor het behoud of de opbouw van
een leefmilieu, dat de mens in staat stelt
zichzelf te zijn en te blijven en zich veilig te
voelen, ondanks de abrupte veranderingen,
die de maatschappij te zien geeft. Men ont
dekt echter ook dat het behoud van oude
gebouwen een bijdrage vormt tot een eco
nomisch omspringen met de hulpbronnen
waarover wij beschikken, alsook het tegen
gaan van verspilling op het gebied van de
hulpbronnen, zaken, waarde maatschappij
van vandaag zich voortdurend mee bezig
houdt.
Het is aangetoond dat historische gebouwen
nieuwe functies kunnen krijgen, die beant
woorden aan de behoefte van het leven van
vandaag. Hier komt nog bij, dat de verzor-
222 ging van oude bouwkunst arbeidsintensief
is, hetgeen van groot belang is in tijden van
krappe werkgelegenheid. Zij beperkt bo
vendien de inbeslagneming door nieuw
bouw van onbebouwde gronden en verze
kert een betere benutting van reeds be
staande bebouwing. Ten slotte biedt rehabi
litatie van bestaande woonbuurten de kans
om migratie van bevolkingsgroepen te
voorkomen of althans aanmerkelijk af te
remmen; deze omstandigheid kan be
schouwd worden als een belangrijk winst
punt op sociaal gebied van een beleid, dat
behoud van oude bouwkunst nastreeft.
Om al deze redenen wordt het goed recht
van zorg voor onze oude bouwkunst in de
huidige situatie eerder erkent dan voorheen
het geval was; desalniettemin is het nodig
om de grondslagen ervan te verstevigen. Er
bestaat dan ook alle aanleiding om uitge
breider de betekenis te gaan onderzoeken
die de zorg voor de oude bouwkunst voor de
samenleving heeft; ook dient de zorg voor
het erfgoed een punt uit te maken van pro
gramma's van onderwijs en opvoeding.
Ordening
Het behoud van het architectonisch erf
goed: Eén van de belangrijke doelstellin
gen op het terrein van de ruimtelijke or
dening
De eisen, die het behoud van het bouwkun
dige erfgoed stellen, behoren een vast on
derdeel uit te maken en steeds in rekening te
worden gebracht als er bestemmings- of
streekplannen worden opgesteld; in plaats
van te worden behandeld als een zaak, die
slechts zo af en toe aan de orde behoeft te
worden gesteld en dan nog slechts als een
kwestie van secundair belang, zoals maar al
te vaak in het recente verleden het geval is
geweest. Het is dan ook beslist noodzakelijk
2. Dezelfde kade na het herstel
géworden, dat er een constante dialoog ont
staat tussen degenen die verantwoordelijk
zijn voor het behoud en zij, die de plannen
moeten maken.
De planologen behoren in te zien dat niet
alle ruimten gelijk zijn en dat derhalve een
benadering vereist is die rekening houdt met
het eigen karakter van ieder gebied afzon
derlijk. Begrip en waardering voor de bete
kenis in esthetisch en cultureel opzicht van
het architectonisch erfgoed behoort te lei
den tot de aanvaarding in hun métier van
doelstellingen en reglementeringen van bij
zondere aard als het gaat om groeperingen
van oude bouwkunst. Om een dergelijke
integratie mogelijk te maken dienen er in
ventarisaties te worden gemaakt van ge
bouwen en beschermde stads- en dorpsge
zichten, inclusief de beschermende zones
eromheen. Deze inventarisaties dienen op
grote schaal verspreid te worden, met name
onder de regionale en plaatselijke autoritei
ten en onder de ambtenaren, die voor de
gang van zaken in het kader van de ruimte
lijke ordening verantwoordelijk zijn, om
hun aandacht te vestigen op die gebouwen
en gebieden, die bescherming waard zijn.
Een dergelijke inventarisatie zal een wezen
lijke basis voor het behoud van het architec
tonisch erfgoed vormen, evenals een kwali
tatief belangrijke factor bij de ruimtelijke
ordening.