Drie dagen in Zeeland De drie dagen, die zo'n vierhonderd leden van onze bond in Zeeland hebben doorge bracht, zijn een geweldig succes geworden. Voor velen, minder bekend met dit deel van ons land, zijn de excursies een openbaring geweest. Wat een voor de meesten van hen overweldigend landschap, wat een on vermoede rijkdom aan monumenten en wat is er veel gerestaureerd, in oude luister her steld. En wat wordt er nog enorm veel ge daan, dank zij veler inspanning, een in spanning, waarin de burgerij vaak zo'n groot aandeel heeft. Dit alles is onze voor naamste impressie van de drie Heemschut- dagen, waaraan door de excursisten met enorm enthousiasme is deelgenomen; een enthousiasme, waarbij soms de vermoeienis sportief op de koop toe werd genomen. Het vele, dat we gezien hebben, heeft ons enorm geboeid. De indrukken, die we opdeden, waren zo talrijk, dat er geen beginnen aan is om ook maar een enigszins volledig verslag van onze bustochten en wandelingen te doen. Als we hier willen trachten, nog met onze impressies vers in het geheugen, toch iets te vertellen, dan moeten we wel één opmer king vooraf laten gaan. Deze drie dagen zouden niet zó geslaagd zijn als de tochten niet zo voortreffelijk waren georganiseerd, waarvoor in het bijzonder de provinciale commissie van Zeeland én mevrouw Hengeveld-Brand ons aller grote waarde ring toekomen. De laatste toonde zich on vermoeid, evenals trouwens onze voorzit ter, dr. Hoegen, die, waar we ook werden ontvangen, steeds weereen passend woord wist te vinden. Maar als geboren Zeeuw of om het nog preciezer te zeggen, geboren Middelburger, kent hij Zeeland en de Zeeuwen door en door. En wat hebben we voor het overgrote deel geweldig geboft met het weer. En wanneer dit ons al een enkele maal in de steek liet, dan konden we nog genieten van de prach tige luchten boven het wijde water, de pol ders niet hun akkers en hun liefelijke dorps silhouetten. Schrijver dezes meende Zee- land vrij goed te kennen, maar welke ver rassingen hebben zich voorgedaan. En dan te bedenken, dat Zeeland tot tweemaal toe in deze eeuw door ongekende rampen werd getroffen; eerst die van de tweede wereld oorlog en daarna in 1953 bij de stormramp. Als je die in de herinnering terugroept, dan is het nauwelijks te geloven, dat Zeeland er weer zo pralend en stralend, zo fris'en groen, zo bomenrijk, bij ligt. De eerste dag reden we door Zuid- Beveland, waar gelukkig nog heel wat oude boerderijen, soms in zeer goede staat, be houden zijn. We kwamen in Nisse om daar te genieten van de Ned. Herv. Kerk, die we bezichtigden onder de deskundige leiding van da. M. Bergkotte. Over die kerk, voor de reformatie Rooms-katholieke Onze Lieve Vrouwekerk, alleen al, zou een af zonderlijk verhaal zijn te schrijven; slechts enkele bijzonderheden: een bakstenen kruiskerk met een schip uit het begin van de 15e eeuw, een lage zuidarm uit het begin van de 16e eeuw en een nog lagere noord arm, daterend van omstreeks 1600. Koor en sacristie werden omstreeks 1450 opgetrok ken. Het geheel opgebouwd op de funda menten van een veel oudere kerk, waarvan slechts de laat 14e-eeuwse toren is overge bleven; fraaie, deels gerestaureerde muur schilderingen, mooie preekstoel, dito doophek en ambachtsherenbank en koperen kronen uit de 17e eeuw. Kortom een juweel, dat in 1921 werd gerestaureerd en na de oorlogsschade snel hersteld, In Kapelle In Kapelle wachtte ons opnieuw een grote verrassing: de Ned. Herv. Kerk, waarvan de geschiedenis waarschijnlijk teruggaat tot de 12e eeuw. Hiero.m. opmerkelijk meubilair en een fraaie verzameling, gedeeltelijk langs de wanden opgestelde grafzerken, die ons veel van de geschiedenis van de bevol king vertellen. In Kapelle een hartelijke ontvangst door burgemeester H. G. van Suylekom in zijn moderne stadhuis. In zijn rede een kort, maar boeiend historisch overzicht, waaruit we vernamen, dat in deze streek vroeger lakenweverijen zijn geweest; reden tot na ijver van Goes, dat zich niet altijd zo'n goede nabuur heeft getoond. In Goes, centrum van het eiland, onver moed vele schone monumenten, maar ook veel dat nog op restauratie wacht. Overi gens niet alles is daar even fraai hersteld, als we alleen maar denken aan de resten van de stadswallen. De ontvangst in de vier schaar van het vroeg 15e-eeuwse stadhuis, enige malen gerestaureerd, voor 't laatst eindjaren zestig, begin zeventig, was harte lijk. Burgemeester F. G. A. Huber was hier onze gastheer. Tweede monument van grote betekenis in Goes de Grote of Maria Magdalenakerk. Overigens wat een geluk, dat men het plan om het water tussen Oude en Nieuwe Kade te dempen (voor parkeerruimte) heeft laten varen. Goes kampt overigens wel met res tauratieproblemen. DeSt. Jacpbsstraat b.v. is hard aan herstel toe, maar het geld ont breekt vooralsnog. Wat jammer ook, dat de aardige Lange Kerkstraat aan het ene einde totaal bedorven wordt door de gevel van een modem warenhuis. In Middelburg De tweede dag: Middelburg. Met een ont vangst door burgemeester P. Wolters in de prachtige burgerzaal van zijn vrijwel geheel na de oorlogsramp van 1940 herbouwde stadhuis en een ontvangst door commissaris der Koningin C. Boerden in zijn eveneens zo mooi herbouwde abdij (provinciehuis). Het was fijn uit de mond van burgemeester Wolters te horen hoezeer men in de Zeeuwse hoofdstad de activiteiten van Heemschut op prijs stelt, ook al is men het niet altijd met elkaar eens en dan denken we aan het verschil van mening over de oplos sing van het probleem-gebied Geere. Maar voor de rest: Middelburg is volkomen terecht door de Raad van Europa uitgeroe pen tot een van de voorbeeldsteden in het Monumentenjaar. Een stad met honderden monumenten, grote en kleine (woonhui zen). Onder deskundige leiding hebben we enige uren door de rijke binnenstad ge dwaald en genoten van al hetgeen reeds is gerestaureerd, vaak met grote particuliere inspanning. Alleen al de namen van de vele herstelde woonpanden vormen een boeiende vertelling van de rijke historie van deze oude stad. Hebben we het goed ge hoord, dan zijn er in Middelburg nog zo'n duizend panden die op restauratie of her bouw wachten; per jaar kan dat met ca. vijftig gebeuren. Voorlopig is er in Middel burg dus nog wel werk aan de winkel. Voor hen die daarmee zijn belast, lijkt ons dat een fijne taak. In de middag van de tweede dag naar Veere - met een ontvangst ten stadhuize - en ook 203

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 15