De rehabilitatie van de buurt is tot nu toe
een werk van vele jaren geweest. Het eerste
herstel betrof de hervormde kerk, waar de
bebouwing min of meer in een halve ring
omheen ligt. Van Ee vertelt: „De kerk was
klaar, en toen zag je helemaal hoe slecht de
omringende buurt eraan toe was. In die tijd,
nu zestien jaar geleden, ben ik erin gestapt.
Ik kreeg er zin in om ook iets te restaure
ren."
De actie van Van Ee luidde de redding van
de Kerkebuurt in. Het was een éénmans
actie, en er was, gezien het algemene ver
val, bepaald moed voor nodig. Van Ee be
gon met een pand op een hoek en sindsdien
is hij met restaureren niet meer gestopt.
Twaalf panden (waarvan er negen op de
monumentenlijst) zijn nu klaar. In zijn
totaal-aanblik in de buurt daarmee hersteld.
Zorg
Tot zijn voldoening heeft Van' Ee altijd
grote steun gehad van vooral de gemeente
en de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg. Al een jaar of zeven geleden plaatste
de gemeente de Kerkebuurt en Van Ee's
werk in het juiste kader: de buurt werd be
schermd dorpsgezicht. Van Ee: „Ik heb ook
niet voor alle restauraties subsidies aange
vraagd. Voor zes panden niet. Ik had die
200 steun niet zozeer nodig. Dat aanvragen van
subsidies, het is zo omslachtig allemaal en
het duurt zo lang. En ik kon niet altijd wach
ten, ik wilde aan de slag
De situatie is inmiddels echter wel iets ver
anderd. Restaureren is een zéér kostbare
zaak geworden, en voor de laatste restaura
ties, zoals van „De drie ringen", heeft Van
Ee de formulieren om subsidie maar wel
naar de instanties gestuurd. Hij: „In je
eentje is dit niet meer te doen. Het gaat om
tonnen. Toegegeven, ik heb er nog altijd
evenveel plezier in als in het begin, maar
aan de andere kant: de laatste restauraties
zijn een zórg voor me. Een monumenten
zorg, als u begrijpt wat ik bedoel."
Dat wil overigens helemaal niet zeggen dat
Van Ee uitgeput is, als het aankomt op het
maken van nieuwe plannen. Zo is men in
Soest bezig een oudheidkamer op te zetten.
Zo'n collectie moet een plaats hebben, en
Van Ee heeft al iets op het oog. Hij zegt:
„Op een punt bij de kerk komt straks ruimte
vrij, en dan zou de buurt nog uitgebreid
kunnen worden. Ik denk daarbij aan her
bouw van het pand .Brouwerij De Post
hoorn' dat elders in het dorp in 1946 is
afgebrand."
Van Ee heeft van dat pand een schilderij en
een ets. In de vorm van een stichting, en dus
met anderen, zou hij ervoor voelen „Brou
werij De Posthoorn" aan de ring om de kerk
toe te voegen, met als passende bestemming
die oudheidkamer. Ook leeft het idee om
een oude schaapskooi, die ergens in brok
ken ligt opgeslagen, in de Kerkebuurt op te
nemen om op die manier het stuk dorpshis
torie, dat in deze buurt zo fraai tot uiting
komt, nog te versterken.
Galerij
Als Van Ee het heeft over restauraties, dan
moet daarbij zeker niet worden gedacht aan
slechts het herstel van een dak of van met
selwerk hier en daar. Hijzelf neemt het
voorbeeld van „De drie ringen" en vertelt:
„Men kan rustig stellen dat het pand een
bouwval was. Alles was even slecht, en het
kon niet anders of het pand moest vrijwel
helemaal tegen dé grond. In 1915 was het
bovendien verkeerd verbouwd, helemaal
niet in stijl en met verkeerde materialen.
Gegevens over hoe het vroeger was, heb ik
overigens genoeg. Ook al omdat mijn voor
ouders er nog gewoond hebben."
Tegen de vlakte dus, en daarna is - naar de
oude trant - de herberg herbouwd. Voor
twee woningen en achter, in wat eens de stal
was, de galerij. Twee jaar heeft het werk
geduurd en nu dan is de herberg, die oor
spronkelijk als het „Wapen van Gaasbeek"