Heemschut in actie
Panden Diepenheim
Huis te Almelo
Baggeren Dinkel
Doorvaart Heerenveen
Met anderen is Heemschut het er over
eens dat de doorvaart door Heeren
veen, via de Heerensloot, in een zo
groot mogelijke mate open dient te
blijven. De bond heeft dit B. en W. en
de raad van „Het Friese Haagje" laten
weten. De kwestie van een zo vrij
mogelijke doorvaart (via de beweegba
re bruggen in de route door Heeren
veen) is aan het rollen gegaan, toen het
plan voor een nieuwe, vaste brug met
een doorvaarthoogte van 1,75 m be
kend werd. Heemschut erkent dat de
doorvaart-mogelijkheden voor de be
roepsvaart niet (meer) zo belangrijk
zijn, maar aldus de bond voor de
recreatie zijn ze dat des te meer. Er
zijn echter nog andere, zwaarwegende
argumenten. Daarbij gaat het om het
stedebouwkundig karakter van Heeren
veen, dat in de zestiger jaren al enkele
ernstige klappen heeft gekregen.
Heemschut stelt nu dat het water van
de Heerensloot van grote stedebouw-
kundige waarde is, en die waarde zal
des te groter zijn als het water dank
zij de recreatie-vaart) zijn levendigheid
behoudt. Of' anders: een ernstige be
perking van de doorvaart is Heeren
veen tekort doen. Inmiddels heeft de
Groei Leusden
Het bouwtempo in de Utrechtse ge
meente Leusden en dan vooral in
Leusden-Centrum ligt zó hoog, dat
verwacht kan worden dat al lang vóór
1985 de in het streekplan Vallei en
Eemland genoemde bevolkingsaantal
len zullen worden bereikt. Dat eist
tegelijk diensten en instellingen, onder
te brengen in het bestemmingsplan
„Princenhof" waarvoor het ontwerp
klaar is. Heemschut kan zich er, zo
blijkt uit een brief aan de raad, in
vinden dat Leusden meer wordt dan
alleen woongemeente, maar de bond
heeft wel ernstig bezwaar tegen de
wijze waarop B. en W. het gebied
„Princenhof" willen volbouwen.
Heemschut vindt dat aan de raad en de
burgerij veel te weinig inspraakmoge
lijkheden zijn en worden gegund. Om
die inspraak nog een kans te geven zal
er, aldus de bond, bij het uitgeven van
bouwterreinen matiging moeten wor
den betracht (de helft van het gebied
„Princenhof" is trouwens al bezet).
Gebouwd is met toepassing van artikel
19 WRO, en dat is helemaal niet nodig
nu Leusden toch al veel te snel groeit.
Aan G.S. is bovendien gevraagd om
goedkeuring aan een deel van het
bestemmingsplan te onthouden.
Menno ter Braakhuis
Heemschut heeft andere verenigingen,
zoals de Vereniging van Letterkundi
gen en de PEN-Club, om steun ge
vraagd bij de actie van de bond om het
Menno ter Braakhuis te Eibergen op de
monumentenlijst en gerestaureerd te
krijgen. Het woonhuis van de schrijver
en de daartoe behorende bijgebouwen
zijn dermate in verval dat, als er niet
snel wordt ingegrepen, zij de kans
lopen verloren te gaan. Heemschut
acht behoud van de panden noodza
kelijk, „ten eerste omdat het een
blijvende herinnering en hommage aan
Menno ter Braak zal zijn en ten tweede
omdat de panden stedebouwkundig
gezien een belangrijk element vormen
in de ring van bebouwing rond de
gerestaureerde kerk." De gemeente is
in principe wel bereid om iets te
ondernemen, maar dan alleen als de
panden op de lijst worden geplaatst. In
dat geval zou er een bibliotheek in
kunnen worden ondergebracht.
De gemeente Diepenheim heeft plan
nen om in het Looiersplantsoen een
nieuw raadhuis te bouwen. Het oude
raadhuis zou dan eventueel ter be
schikking komen van de Dienst Ge
meentewerken. Overigens komt niet
alleen het oude raadhuis vrij, maar ook
het postkantoor, en voor dit laatste is
nog geen bestemming gevonden.
Heemschut schrijft B. en W. van
Diepenheim dat hij zeer geïnteresseerd
is in deze ontwikkelingen omdat het
hier gaat om twee panden die zeer
markant zijn en sterk bijdragen tot de
bepaling van het eigen gezicht van
Diepenheim. Verdwijning ervan zou
dan ook een ernstige aantasting bete
kenen. Om verlies, hoe dan ook, te
voorkomen geeft Heemschut de ge
meente in overweging de panden op
een eigen, gemeentelijke monumenten
lijst te plaatsen. Gevraagd wordt ook
om snel nieuwe bestemmingen te zoe
ken, omdat leegstand en het daarmee
gepaard gaande verval alsnog voor een
funeste afloop kunnen zorgen.
G.S. van Overijssel hebben geen be
zwaar tegen het slopen van „Huize
Beeklust" te Almelo een pand
waarvoor Heemschut al geruime tijd
actie voert óm het te behouden, als
een karakteristiek historisch geheel dat
tot het weinig oude behoort dat
Almelo nog heeft. G.S. voeren nu aan
dat „Huize Beeklust" geen beschermd
monument is en er nog maar weinig
over is van wat het eens was. G.S. in
hun antwoord aan Heemschut: „Het
huis dateert, in oorspronkelijke aanleg,
uit omstreeks 1725, gebouwd als bui
tenhuis aan de beek en met twee
bouwlagen, afgedekt met kap. Rond
1900 is het pand door de familie
Ledeboer geheel verbouwd en terugge
bracht tot één bouwlaag met kap,
geheel bepleisterd en aan de achterzij
de voorzien van een aanbouw. De
oorspronkelijke aanleg is hierin nauwe
lijks meer te herkennen. De aansluiten
de, van oorsprong Franse tuin, is ook
sterk gewijzigd door kanalisatie van de
Weezebeek, de aanleg van speelweiden
en de aangrenzende wijkbebouwing."
Kortom, van G.S. mag „Huize Beek
lust" verdwijnen.
Enige tijd geleden heeft Heemschut
protest aangetekend tegen het uitstor
ten van baggerspecie uit de Beneden-
dinkel op de kostelijke natuurterreinen
van het landgoed Singraven bij Dene
kamp, van de Stichting Edwina van
Heek. Daarmee steunde de bond deze
stichting. Het (voorlopig) resultaat van
de actie was dat het baggerwerk, in
afwachting van nader overleg, werd
opgeschort. En nu is dan het definitie
ve besluit van G.S. van Overijssel
afgekomen dat het Waterschap Regge
en Dinkel, dat het baggerwerk uitvoer
de, dit werk moet stilleggen. Of an
ders: het besluit van het waterschap
met toepassing van politiedwang het
baggeren en verwerken van de specie
uit te voeren, is vernietigd. Daarbij
stellen G.S. dat het bestuur van het
waterschap niet alle belangen, zoals die
van natuur en landschap in het fraaie
dal van de Benedendinkel, voldoende
heeft afgewogen en het deponeren van
het bagger-zand op de oevers niet met
de nodige waarborgen heeft omgeven.
190