Norwich -
„over the Wensum"S
Het grote toeristenverkeer in Engeland
beter gezegd Gr.oot-Brittannië, om
dat Wales en Schotland er een voor
name rol in spelen laat de noord
oostelijk van Londen gelegen graaf
schappen vrijwel ongemoeid. Toch is
dit East-Anglia in heel veel opzichten
interessant verrassend zelfs. In een
stad als Norwich, die zich terecht
„city" noemt al is het dan met een
kleine c zijn alleen al op het gebied
van architectuur voortreffelijke dingen
te zien. Vooral nu, in het Monumen
tenjaar dat de Britten „Heritage Year"
noemen, heeft Norwich recht op onze
belangstelling. Wat inwonertal aangaat,
is de stad ongeveer zo groot als
Groningen. De vergelijking dringt zich
als 't ware op, wanneer wij zien hoe
het straatbeeld van Norwich verwant is
aan het Groningse: een mengsel van
provincialiteit en wereldwijsheid, van
kleine geschiedenis en grote historie,
ruimhartig-intiem, levendig en daarbij
van een zekere ingetogenheid.
Omtrent de oorsprong van Norwich
tasten wij in het duister; waarschijnlijk
hadden de Angelsaksen hier een neder
zetting (Northwic) op een lage heuvel
of oeverbank langs de rivier de Wen-
sum. Het dorp breidde zich uit met
wijken die Westwic en Coslany werden
genoemd. Laatstgenoemde naam is nog
verbonden aan een heel oude kerk,
St. Mary's Coslany church, met een
typisch-saksische ronde toren, in het
stadsdeel ten noorden van de rivier. In
de middeleeuwen had Norwich een
eigen munt en ook veel later nog,
onder de regering van koning (onze
stadhouder) Willem III. Ten tijde van
de Normandische verovering (1066)
woonden er 5.500 mensen; het was
toen al een echte stad met niet minder
dan 25 kerken. De Normandiërs bouw
den een stoer kasteel en kort daarop
verrees de kathedraal, die nu nog de
trots van East-Anglia is. Halverwege de
12e eeuw werd het oorspronkelijke
kasteel vervangen door het machtige,
breedgeschouderde bouwsel, dat op
184 een hoge „motte" midden in de stad
1. Oude St. Mary's Kerk met ro-
maanse ronde toren.
staat en het eigenlijke middelpunt
vormt, waarom heel het stadsleven
draait. Norwich was in die tijd al een
bedrijvige stad geworden, een van de
belangrijkste van heel Engeland, met
veel handel op West-Europa (vooral
ook de Lage Landen), die toenam met
het klimmen der eeuwen. Wol uit het
westen van het land werd hier ver
kocht aan duizenden wevers. De in
dustrie was veelomvattend: wol, leder,
steen en glas. Daarbij kwam een sterk
ontwikkeld geestelijk leven door de
stichting van een groot aantal kloos
ters. Koning Hendrik VIII heeft aan
het bestaan van deze religieuze instel
lingen weliswaar voorgoed een eind
gemaakt, maar nog altijd telt Norwich"
binnen zijn (voormalige) muren 31
prachtige oude kerken, die in de tijd
van de Tudors grotendeels in de
typisch-Engels-gotische „perpendicu-
lar"-stijl werden vérbouwd maar waar
van de vuurstenen gevels blijven herin
neren aan de eeuwen daarvóór.
Tegen het eind van de 13e eeuw kreeg
Norwich zijn sterke stenen stadsmuur,
waarbinnen zich de eigenlijke city over
een vierkante mijl uitstrekte een
omvang precies zo groot als de huidige
„city of Londen". Van deze ommuring
zijn nog kleine gedeelten over
wélgeconserveerd als boeiende monu
mentjes in drukbereden straten van
moderne supermarkten en mooi geres
taureerde bouwvakgevels.
De plattegrond van Norwich is van
aanleg eivormig. Een ingewikkeld pa
troon van kromlopende straten, vier
kante of langwerpige pleinen, vrij steil
afdalende stegen, een enkele overdekte
passage met winkels eigenlijk moei
lijk om er de weg te vinden. Men moet,
al dwalende door Norwich en het is
prettig lopen doordat tal van straten
voor het rijdend verkeer zijn afgesloten
steeds het enorme stadskasteel in de
gaten houden, dat precies uit het
stadshart oprijst. Rondom het kasteel
nu een veelomvattend museum, de
laatste jaren voortreffelijk gemoderni
seerd ligt een fraai en lommerrijk
plantsoen: Castle Gardens. Het ver
keersplein daaromheen heet Castle
Meadow; hier, langs het rondlopende
trottoir, staan de abri's van de dub
beldekbussen van het stedelijk ver
voersbedrijf, die hier hun begin- en
eindpunt hebben.
Wat terstond opvalt is, dat Norwich's
centrum, ondanks moderne toevoeg
sels, zijn historisch aspect heeft behou
den. Castle Meadow is stukken breder
dan een halve eeuw geleden, toen er
nauwelijks ruimte was voor twee tram
lijnen; maar de gevelrijen zijn stijlvol
en harmonisch, old-English en modern
naast elkaar zonder te vloeken. Het
stadsperspectief wordt niet door toren
huizen bedorven; de oude georgiaanse
„skyline" met de kerktorens is intact
gebleven. Het „nieuwe" stadhuis (van
1938 even conservatief als het
Rotterdamse stadhuis, maar geheel van
rose baksteen, en veel statiger)
tussen de vroeg-15e eeuwse Guildhall
en de grandioze parochiekerk van
St. Peter Mancroft, vormt een boei
ende achtergrond voor de kleurige zee
van kraampjes op de markt. De oorlog
met z'n vele luchtbombardementen is
er langsheen gegaan; nog altijd hoort
men van tijd tot tijd dezelfde twaalf
kerkklokken- klepelen, die in 1588 de
ondergang van de Spaanse Armada
vèrköndigden.