I
Geboortehuis
van
Menno ter Braak
„Men moet alles waarderen waar
het thuis hoort"
Er kunnen verschillende redenen zijn
om een monument te beschermen. In
de meeste gevallen geldt voor monu
mentenbescherming de. architecto-
nisch-historische betekenis. Een
typisch voorbeeld van cultureel erf
goed zozeer passend in M 75 kan
worden genoemd het geboortehuis van
de letterkundige dr. Menno ter Braak,
dat in Eibergen staat. Om dit te
behoeden voor sloop en het te restau
reren heeft een aantal particulieren,
gesteund door de Bond Heemschut
zich nu ingezet.
We hebben zo het idee, dat er onder de
jongere generatie velen zullen zijn, die
zich afvragen: wie is Menno ter Braak.
Zo gesteld is de vraag echter helaas
niet juist. Immers Menno ter Braak
overleed in 1940 bij de inval van de
Duitsers in Nederland. Hij was toen 38
jaar. In zijn korte leven heeft hij
evenwel een duidelijk stempel ge
drukt op de vooroorlogse literatuur,
op het culturele gebeuren in ons land.
Nauwelijks 25 jaar oud, promoveerde
Menno ter Braak. Met E. du Perron
richtte hij het befaamde tijdschrift
Forum op. Cultuurfilosofisch was hij
een volgeling van Nietzsche. Hij had
een duidelijke afkeer van valse leuzen
en schone schijn. In dit licht viel het
gemakkelijk te begrijpen, dat hij een
fel bestrijder was van het nationaal-so-
cialisme, van het fascisme. Tijdens de
laatste jaren van zijn leven was hij
letterkundig redacteur van Het Vader
land in Den Haag. Zijn verzameld werk
verscheen in 1950—51 in zeven delen.
Nu zou men kunnen stellen, dat om de
culturele betekenis van Menno ter
Braak er nog niet dadelijk een reden
zou behoeven te zijn zijn geboortehuis
in Eibergen te behouden. Maar dat
huis heeft een eeuwenoude historie.
De heer De Leeuw van het gemeente
archief van Eibergen verstrekte ons er
de volgende bijzonderheden over.
Voor de reformatie was in Grotestraat
56 de r.k. pastorie gevestigd. In 1616
kwam er de eerste hervormde predi
kant van Eibergen te wonen: Joh.
Palmerius. In 1620 werd deze opge
volgd door Th. Rumphius, die tot
1653 aan de kerk verbonden bleef.
Rumphius gebruikte het huis van zijn
voorganger evenwel niet als pastorie.
De archieven geven geen uitsluitsel
over degenen die na ds. Pamerius in
het nu meer dan 400 jaar oude huis
hebben gewoond. In 1835 kan de
draad weer worden opgevat. Toen
kwam burgemeester C. H. Koentz naar
Eibergen. Deze heeft (waarschijnlijk in
1839) het grote voorhuis laten bou
wen. In 1856 heeft burgemeester
Koentz een nieuwe woning gebouwd
in de Grotestraat tegenover zaadhandel
Smeenk. Na burgemeester Koentz heb
ben hier gewoond dr. F. J. Buckers en
dr. Hagens en verder H. Honhof (een
orgelmaker) en dr. J. W. G. ter Braak
(1866—1898). In 1901 werd het huis
betrokken door een zoon van dr. Ter
Braak, nl. dr. H. E. G. ter Braak uit
wiens huwelijk Menno ter Braak werd
geboren (1902). In 1971 werd het huis
eigendom van de N.H. Kerk. Het ziet
er zeer vervallen uit en het restaureren
zal dan ook wel heel veel geld kosten.
Tot.zover de heer De Leeuw.
Zoals gezegd, een aantal particulieren
wil nu trachten het huis te behouden.
Het zal niet gemakkelijk zijn, want het
komt niet op de beschermde lijst voor.
Tot degenen, die zich daarvoor inspan-
Foto boven: Het Menno ter Braak-huis
omstreeks 1920.
Foto onder: Het huis omstreeks 1960.
nen behoren de heer H. ter Braak, een
achterneef van Menno, en zijn echtge
note, mevr. Ter Braak-Van der Leek,
die lid is van de gemeenteraad van
Eibergen; voorts de voorzitter van de
Provinciale commissie van Heemschut
in Gelderland, de heer W. W. Hopperus
Buma, burgemeester van Warnsveld,
alsmede de heer N. P. J. Zeeman,
gemeente-ontvanger van Eibergen, te
vens lid van de culturele commissie en
oprecht bewonderaar van Menno ter
Braak.
De initiatiefnemers tot het behoud van
het geboortehuis van Menno ter Braak
zijn zich bewust, dat het, zoals gezegd,
niet gemakkelijk zal zijn hun doel te
bereiken, maar zij hopen in het land
voldoende steun te krijgen, waartoe
o.m. ook contact is opgenomen met de
PEN-club, de Vereniging van Letter
kundigen, de Mij. der Ned. Letterkun
de, het Letterkundig museum en de
uitgeverij G. A. van Oorschot.
v. d. W. 183