Sopron: Oude luister voor verwoeste stad k ■My$ 1 De Hongaarse stad Sopron heeft, even als Deventer, de gouden legpenning van Europa Nostra ontvangen als er kenning voor het zorgvuldig monu mentenbeleid. We zouden ons kunnen voorstellen, dat er lezers zijn, die nog nooit van Sopron hebben gehoord of er in elk geval nog nimmer zijn geweest en daarom menen we er goed aan te doen er hier enige aandacht aan te be steden. Sopron ligt in het uiterste noordwesten van Hongarije, zuidelijk van Wenen. Het is dus niet zo moeilijk het te berei ken en misschien wekken we met dit stuk de belangstelling er voor op. Die belangstelling is zeker de moeite waard, omdat we met een kleine stad ca. 47.000 inwoners te maken te hebben, waarvan de geschiedenis terug gaat tot het pre-historische tijdperk en waarin in elk geval in de heuvels zuide lijk van Sopron sporen zijn gevonden uit het bronzen tijdperk, zoals wapens en aardewerkvoorwerpen. De oudste bewoners van deze streek hebben een nomaden-bestaan geleid. Voorstellin gen van hun dagelijks leven: weven, spinnen, spel en offerandes zijn terug gevonden op reusachtige lemen urnen. Tussen de zesde en vierde eeuw v. Chr. kenden de bewoners van de streek reeds ijzer, maar aangezien deze delf stof zeldzaam was, werden er alleen sieraden van gemaakt. Op de vroegere bewoners volgden de Kelten, waarna de Romeinen er kwamen. Vanuit deze vestiging hebben de Romeinen hun in vloed naar het oosten uitgebreid. Over blijfselen van de Romeinse wallen kan men nu nog in Sopron aantreffen. Op de resten van de oude vesting is het latere Hongaarse Sopron gebouwd. Het tegenwoordige raadhuis vertoont in stijl overeenkomst met het Romeinse capitool. Overblijfselen van de Ro meinse aanwezigheid zijn ook op een kerkhof zuidelijk van de stad gevonden en mogelijk is, dat er nog meer wordt gevonden, want er worden nog steeds opgravingen verricht. Vele Romeinse vondsten in deze omgeving zijn te be- 180zichtigen in het in 1867 gestichte mu-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 18