Heemschut Constructief 47^ Jaargang 52-no. 8-1975 Maandelijkse uitgave van de Bond Heemschut Opgericht 1911 Beschermvrouwe H.M. Koningin Juliana Eindredacteur: J. E. van der Wielen Redacteur: G. Woudsma Vormgeving en lay-out: Henk Heynis. Alle correspondentie betreffende de redactie van het blad, richte men tot het secretariaat van de Bond Heemschut: Korenmetershuis, N.Z. Kolk 28, Postbus 10525-Postgiro 124326 Amsterdam 1, tel. 22 52 92 Alle correspondentie betreffende advertenties: B.V. 't Koggeschip, drukkers- en uitgeversbedrijf, Nwe. Achtergracht 104, Postbus 1198, Amsterdam 4, tel. 22 97 21 In dit nummer: Waardige viering in Ridderzaal pag. 153 De Vijverhof: een verrijking pag. 159 Het Stadshuis als beeldverhaal pag. 164 Heemschut in actie pag. 168 FOTO OMSLAG: Kasteel Duivenvoorde, Voor schoten. SISO 700.3 - UDC 351.853 /V H) De bijeenkomst ter viering van „hon derd jaar overheidszorg voor het cultu rele erfgoed" in de Ridderzaal, heeft van de staatssecretaris van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening, de heer J. L. N. Schaefer een stempel opgedrukt gekregen, dat men eerder had mogen verwachten van de be windsman, die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de monumen tenzorg, nl. de minister van CRM, mr. Van Doorn. Een wat merkwaardige zaak, ook als men in aanmerking neemt, dat de heer Van Doorn aanvan kelijk een wat langere rede zou uitspre ken, maar door tijdnood gedwongen werd daarvan af te zien. Maar ook al zou mr. Van Doorn zijn voorgenomen zegje hebben gezegd, dan nog was de verhouding tussen diens rede en die van de staatssecretaris ietwat scheef. Maar misschien hadden beide bewinds lieden hierover tevoren overleg ge pleegd en heeft mr. Van Doorn bewust de heer Schaefer ruimschoots de gele genheid willen geven eens uitvoerig uit de doeken te doen wat Volkshuisves ting van plan is in het kader van de monumentenzorg. Hoe dan ook, we kunnen er dankbaar voor zijn, dat de heer Schaefer voor zo'n groot forum zijn denkbeelden duidelijk heeft gefor muleerd. Het waren bepaald construc tieve gedachten, ook al zijn we het niet op alle onderdelen met hem eens. De staatssecretaris heeft de monumen tenzorg in een democratiseringskader geplaatst, d.w.z. hij wil ook het gewo ne kleine monument daarin betrekken voor het aanzicht, het karakter en de leefbaarheid van de monumentale bin nensteden. Wij zijn het met hem eens, dat dit minstens even belangrijk is als de restauratie van grote (openbare) gebouwen, waarmee thans in verhou ding zo'n groot percentage van het totale budget gemoeid is. In dit verband juichen we het toe, dat, bij terugkeer van de oorspronkelijke bewoner in een gerestaureerd pand (monument) een individuele huursub sidie zal gaan gelden voor een bedrag van f 450,—, ook al gaat het werkelijke huurbedrag daar boven uit. Enig voorbehoud zouden we echter willen maken bij de gedachte van de staatssecretaris om de „pioniersprojec ten" van de sociale woningbouw even eens in de monumentenzorg te betrek ken. In haar algemeenheid gaat ons dit wat ver, maar met de staatssecretaris kunnen we het eens zijn, dat er „pioniersprojecten" zijn, die in feite nu al als „cultureel erfgoed" worden beschouwd. Amsterdam kent in deze stellig verscheidene goede voorbeelden. Deze sociale woningbouw, waaraan vooral in de jaren twintig en dertig van deze eeuw vooraanstaande architecten hun naam hebben verbonden, dienen echter niet uit sociale overwegingen, maar op grond van hun cultuurtech nische en esthetische verdiensten als monument in aanmerking te komen. Niettemin zou Volkshuisvesting het eerst aangewezen departement moeten zijn om deze vorm van monumenten zorg te steunen. Een groot vraagteken menen we te moeten zetten achter de opvatting van de heer Schaefer, dat we het zouden moeten aandurven om in een oude omgeving iets van de eigen tijd neer te zetten, wanneer het gaat om het opvullen van gaten. Terecht haakte dr. Grapperhaus hierop onmiddellijk in. De praktijk heeft aangetoond, dat het stadsgezicht deerlijk kan worden aan getast, wanneer men deze weg inslaat. Amsterdam kent op dit gebied menig slecht voorbeeld; Tillema wijst op het drama van het Goudkantoor in Gro ningen en het St. Maartenshuis in Arnhem; wij zouden er de Groenmarkt en de Driehoekjes in Den Haag aan willen toevoegen. Eigentijdse architec tuur, hoe soms ook op zich te waarde ren, laat zich heel moeilijk combineren met de architectuur uit vorige eeuwen. Op dit punt is uiterste waakzaamheid op haar plaats. De staatssecretaris staat voorts stads herstel zonder winstoogmerk voor. Op zich een toe te juichen standpunt, maar hij bedenke wel, dat zich hier en daar particulier initiatief mét (overi gens gelimiteerd) winstoogmerk heeft ontplooid, dat een aanzienlijk goed-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 6