I
1
hier nog aan, evenals de S taaistraat, de
Staalhof en de Saaihal.
In 1614 werd de Nieuwmarkt aange
legd door een deel van de Kloveniers
burgwal aan te plempen. De driehoe
kige punt van de Raamgracht, Klove
niersburgwal, St. Anthoniebreestraat
en Snoekjesgracht vormde de grens van
de bekende (in de Tweede Wereldoor
log grotendeels verdwenen) Joden
buurt, die zich verder naar het Oosten
en Zuiden uitbreidde. De kleine ne
ringdoende speelde hier een belangrij
ke rol in het leven van deze buurt.
Ongeveer vijftig jaar geleden vestigden
zich de Chinezen in de buurt met als
voornaamste centrum de Binnen Ban-
tammerstraat.
In 1928 kwam de eerste ingreep in de
Nieuwmarktbuurt nl. slopen van de 2e
Jonker- en Ridderstraat en het bouwen
van een woningblok aan de Lastage-
weg. Hiervoor werd een deel van de
stedelijke structuur opgegeven voor
een betere woningbouw. Het zelfde
gebeurde ook op Uilenburg. Het was
goede woningbouw 'die echter niets
uitstaande had met de bestaande en
gegroeide omgeving. Was het zo moei
lijk om in een historische omgeving
nieuwe huizen te bouwen? Eeuwen
lang was er in de stad gesloopt en op
nieuw gebouwd met zeer goed gevolg.'
Was de oorzaak soms gelegen in het
feit dat hier blokbouw werd gebruikt?
Als wij echter de volkswoningbouw na
het midden van vorige eeuw onder de
loep nemen, b.v. in de Willemstraat en
omgeving, dan zien wij eveneens blok
bouw die echter zo goed in de om
geving past, dat wij ze graag op de
monumentenlijst zouden willen plaat
sen. Waarom lukte het in het midden
van de 19e eeuw wel en in 1928 niet
en is het voor ons nog zo moeilijk.
Gaan wij weer terug naar de Nieuw
marktbuurt dan zien wij zeer veel
huizen van vlak voor de oorlog die
nauwelijks opvallen en goed in het
stadsbeeld passen. Deze huizen zijn
meestal gebouwd door kleine aanne
mers-beleggers. Het zijn goed gebouwde
huizen, niet mooi van verhouding maar
niet storend in het grote geheel. De
procesmatige volkshuisvesting in de
oude stad zoals Lastageweg, verstoorde
de woonomgeving, de zelf-regeneratie
van de buurt, afgaande op vraag en
aanbod ondersteunende de woonomge
ving. Om hieruit een les te trekken is
een nadere analyse nodig.
Stadshuis
De voornaamste vraag waar alles om
draait is: „wat is de essentie van een
stadshuis". Wij zijn niet op de goede
weg om te zeggen hoe een nieuw stads
huis er uit moet zien, maar wij moeten
ons wel afvragen wat achter het begrip
stadshuis schuilgaat. Het oudste histo
rische monument in onze oude binnen
steden is de structuur. Deze structuur
van straten en grachten gaat vaak terug
tot vóór het begrip stad. Aan deze
structuur bouwde, verbouwde, sloopte
1. Het stadshuis nauw verbonden met
de straat; N. Z. Voorburgwal.
2. Buiten Bantammerstraat; nog een
voorbeeld van de verbondenheid van
het stadshuis met de straat.
3. Saneren: een gat op de Palmgracht
in de Jordaan.
en bouwde men opnieuw huizen. Ten
opzichte van het geheel zijn de huizen
de flexibele, de uitwisselbare elemen
ten. Huizen zijn ruimten waarin men
woont. Ze waren èn zijn steeds dienst
baar aan de mens en zijn woonbehoef
ten.
Volgen wij de geschiedenis van het
stadshuis dan zien wij dat het stadshuis
van oorsprong zeer nauw verbonden
was met de straat en dat het huis zich
ontwikkelde om twee aspecten nl. om
het licht en om het vuur. Beide aspec
ten waren o.a. de oorzaak van de hoge
beganegrondverdieping. De nauwe
band met de straat had als gevolg een
uitstulping van het huis op straat. Het 165