werd het oude gebouw, dat inmiddels tot Stedehuys was verheven, afgebroken op de kelders na. Motief voor de afbraak: het zich uitbreiden de stadsbestuur had behoefte aan meer ruimte en besloot tot de bouw van een nieuw en groter stadhuis, op de plaats van het oude. Het nieuwe werd opgetrokken in de jaren 1564—1565. Wie de bouwmeester ervan is geweest, is niet bekend, maar het is wel waarschijnlijk dat het enkele jaren eerder gereedgekomen stadhuis van Antwer pen als voorbeeld heeft gediend. In de Noordelijke Nederlanden was het Haagse stadhuis in ieder geval het eerste in Renais- sance-stijl. Dit oudste gedeelte van het complex, met zijn rijkversierde gevels en zijn ranke toren, is nu weer in zijn oorspronke lijke luister hersteld. Daarbij is er, na sloop van de aanleunende bebouwing, één nieuwe gevel aan toegevoegd geheel in de stijl van het gebouw. Dit oude stadhuis van Den Haag heeft de betrekkelijk beperkte maten van een plaats die in de 16e eeuw niet erg groot was. Het telde ook slechts weinig vertrekken. De bevolking van Die Haghe groeide bovendien, 1. De situatie van vóór de restauratie, met een puist van panden tegen het Oude Stadhuis; opde achtergrondin het middenhet Berlagehuis; rechts daarvan het pand, waar in eens de Oude Vette Hen was gevestigd. 2. De nieuwe situatie, met op de voorgrond de nieuwbouw en op de achtergrond links het 16e-eeuwse gebouw. 3. Rechts van het oudste gedeelte van het stadhuis, in Renaissancestijl, en pal aanslui tend de ISe-eeuwse vleugel. dermate langzaam, dat uitbreiding van het stadhuis lange tijd achterwege kon blijven. Als de Magistraat behoefte had aan weer wat meer ruimte, dan kocht hij er een aangren zend pandje bij. Maar in 1733 was het dan toch zover. De bevolking nam toen snel toe en de Magistraat besloot de knoop door te hakken: het oude stadhuis zou in grootse stijl worden uitgebreid. In 1739 was de nieuwe vleugel, in stijl sterk afwijkend, klaar. Ook hier is de bouwmeester onbe kend, maar het is mogelijk dat gebruik is gemaakt van een ontwerp-schets van de Franse bouwmeester Daniël Marot. Zeker is dat de Vlaamse beeldhouwer Jan Baptist Xavéry een belangrijk aandeel heeft gehad in de bouw van de vleugel. Completeren Ging hét bij het 16e-eeuwse deel primair om restauratie, bij de 18e-eeuwse vleugel ging het om zowel restaureren als completeren. Over vrijwel de volle lengte is de vleugel met een meter of vijf uitgebreid, en dat vereiste ook in dit geval het optrekken van een nieuwe gevel. Architect P. Zanstra, die de plannen voor restauratie enuitbreiding ontwierp, heeft zich daarbij weer geheel aangepast aan de gegeven stijl van de vleugel. Hij heeft, zegt hij, de vleugel als het ware voltooid en dat op de wijze waarop dat waarschijnlijk zou zijn gebeurd als collega Marot meer ruimte had gehad. Door het scheppen van een „schil" van nieuwe ruim ten is de typische 18e-eeuwse symmetrie van gang en hal pas nu tot haar recht gekomen en is de gang ook werkelijk in het midden komen te liggen. Het stuk nieuwbouw (met raadzaal en infocentrum), dat architect Zanstra aan het Oude Stadhuis heeft toegevoegd, vormt een zaak waarover zeker in Den Haag zelf zeer verschillend gedacht wordt. Er zijn er

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 25