Haags stadhuis in oude luister (O Het aan de Groenmarkt gelegen Oude Stadhuis van Den Haag is als zetel van bestuur weer in gebruik genomen. Daarmee is een ruim zes jaar durende operatie tot herstel en uitbreiding afgesloten. Het werk heeft dan wel meer tijd gevergd dan gepland was. Dat is vooral gekomen door één grote tegenvaller: houtzwam. De zwam brak uit toen het restauratiewerk halverwege was. De kiemen van deze gevreesde ziekte kunnen eeuwenlang in een gebouw verborgen zitten, om plotseling „uit te bloeien" als het klimaat in het gebouw verandert. In zo'n situatie moet de zwam eerst verdelgd wor den voordat men met het werk verder kan. In Den Haag wist de zwam het werk anderhalf jaar op te houden. De bestrijding ervan kostte acht ton extra. Maar het is gelukt allemaal. Na een tijd van leegstand en versukkeling en na dat grote werk, dat de oude luister terugbracht, kan het stadhuis aan de Groenmarkt opnieuw een centrale rol spelen in het Haagse stadsgebeuren zoals het dat eeuwenlang heeft gedaan. Daarbij is, vergeleken met vroeger, de aanblik nogal veranderd. De oude bebouwing, die als een puist tegen het stadhuis was geplakt, is weggebroken aldus ruimte te scheppen voor twee zaken: uitbreiding van het oude gebouw zelf en bouw van een nieuwe raadzaal (annex burgerzaal). Men zou kunnen stellen dat het Oude Stadhuis daarmee is uitgegroeid tot een complex. Dit complex dient als zetel van de raad, als representatief trefpunt en als informatiecentrum, in welk centrum (onder de raadzaal) de gemeente iedere belangstel lende inlicht over verleden, heden en toe komst van de stad. Over dat verleden, en dan in relatie tot het stadhuis. Het oudste deel hiervan zijn de kelders onder de toren. Deze kelders maak ten oorspronkelijk, aan het einde van de veertiende eeuw, deel uit van het adelshuis van een van de Heren Brederode die fervente Hoeksen waren. Omstreeks 1450 liet Philps de Goede, Hertog van Bourgondië, die de Kabeljauwen steunde, beslag leggen op het adelshuis en stelde het als Dorpshuys ter beschikking van de Kabeljauwse regenten van Die Haghe. Ongeveer een eeuw later

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 24