België wordt actief M j£ In België is men eigenlijk nogal jaloers op de Noorderburen vanwege het aantal geklas seerde gebouwen en landschappen dat in Nederland zoveel groter is: meer dan 44.000 in Nederland tegen 2.543 in België. Dat cijfer valt uiteen in 473 landschappen en 2.070 monumenten. Vanwege de verdeling naar taalgebieden, die België in culturele zaken kent, bestaan er gesplitste opgaven: monu- land- totaal menten schappen Nederlands taalgebied 1.196 186 1.382 Wallonië 823 274 1.097 Brusselse agglomeratie 51 13 64 Toch zijn de Belgen er na het verkrijgen van hun onafhankelijkheid reeds vrij vroeg bij geweest met het in het leven roepen, in 1835, van een ,,Commission pour la conser- vation des monuments du pays". Die had tot taak, advies uit te brengen over de restauratie van monumenten, kerken en openbare gebouwen. Eerst in 1912 werd bij deze commissie een sectie Landschappen gevoegd en zij heet sindsdien: Koninklijke Commissie voor Mo numenten en Landschappen. Een basiswet geving kwam echter pas in 1931 tot stand: de Wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen. Deze wet voorziet in de mogelijkheid om monu menten, gebouwen en landschappen, waar van het behoud in historisch, esthetisch of wetenschappelijk opzicht van nationaal be lang is, bij K.B. te beschermen. Met betrekking tot geklasseerde monumen ten en gebouwen voorziet de wet in de mogelijke subsidie van de staat, provincie en gemeente voor „werken van onderhoud, versteviging of herstel". Eventueel kan de staat of de gemeente overgaan tot onteigening. De eigenaar van een geklasseerd (men spreekt in Vlaanderen altijd van: een gerangschikt) monument of gebouw mag geen veranderingen van blijven de aard aanbrengen, waardoor het aanzien van het object wordt gewijzigd, zonder dat hij daarvoor toestemming heeft ontvangen door middel van een K.B. Dat mag alleen worden uitgevaardigd na advies van zowel de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen als van het college van B. en W. van de betroffen gemeente. Dezelfde regeling geldt in principe voor geklasseerde landschappen. In dit verband kunnen de eigenaren en overige belanghebbenden schadevergoeding vorderen van de staat „voor het nadeel dat hun wordt berokkend door de beperkingen van hun recht". De wet voorzag in een conservatoire maatregel. Artikel 12 bepaalde dat te beginnen met de dag, waarop de regering ter kennis van belanghebbende brengt dat een voorstel tot klassering wordt onderzocht, alle gevolgen van de klassering voorlopig van toepassing zijn op de bedoelde onroerende goederen, gedurende een tijdvak van zes maanden, ingaande op de dag van de betekening, waarbij de beperkingen worden bepaald. Deze termijn van zes maanden werd door het decreet van 13 juli 1972, dat uitsluitend geldt voor het Nederlands taalgebied, op negen maanden gebracht. 1. Een voorbeeld van restaureren van een halve eeuw geleden. Sint Niklaaskerk en stadhuis van Diksmuide werden in de oorlog 1914—1918 volkomen verwoest en later volkomen gereproduceerd. Sinds 1972 Rijksdienst Dit decreet behelsde tevens nog verschei dene procedurewijzigingen. Zo werd de administratieve infrastructuur ingrijpend verbeterd door de oprichting, binnen het departement van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, van een bijzondere dienst, de Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg. Ook voor het Franstalige deel van het land werd een dergelijke dienst opgericht. In september 1974 kwam er nog weer een K.B., waarbij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen in twee afdelingen werd gesplitst. De eerste is bevoegd voor de landschappen en de buiten- 131

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 15