Groningse stationsgebouwen
Breda
monumenten-
stad
Romeinen in Druten
Langs
Limburgse
monumenten
Ook dit jaar hebben zich voor de
HEEMSCHUTDAGEN ca.; 400 deelne
mers aangemeld, verdeeld over de drie
dagen 12, 13 en 14 september a.s. (zie
Heemschut april-nummèr).
Ter bevestiging van de aanmelding zijn
circulaires aan de desbetreffende leden
gezonden met het verzoek vóór 31 juli
a.s. de deelname-kosten over te maken,
waarna toezending van kaart(en) en
programma zal volgen.
Het staat helemaal nog niet vast of alle vier
stationsgebouwen in Groningen, t.w. Lop-
persum, Zuidhorn, Grijpskerk en Visvliet
zullen worden gesloopt. De actie, die daar
tegen ook van de zijde van de Bond
Heemschut - tegen de sloop is gevoerd,
heeft in elk geval voorlopig enig succes
geboekt. Dit blijkt uit het antwoord van de
heer Westerterp (Verkeer en Waterstaat)
mede namens de heer Van Doorn (CRM)
gegeven op schriftelijke vragen van enige
leden van de Tweede Kamer. In het ant
woord wordt er aan herinnerd, dat het
vorige jaar in overleg met de NS achttien
stationsgebouwen op de (voorlopige) monu
mentenlijst zijn geplaatst, waarmee werd
beoogd de meest typerende voorbeelden van
dergelijke gebouwen te bewaren. De sta
tionsgebouwen in genoemde plaatsen vielen
buiten de selectie omdat ,,deze gebouwen in
hun soort niet zo kenmerkend zijn dat
bescherming op grond van de Monumenten
wet gerechtvaardigd zou zijn.
Voor wat het station Visvliet betreft, sloop
daarvan is voorlopig nog niet aan de orde.
Een beslissing daarover valt niet eerder dan
in 1980 te verwachten.
De sloop van het station Loppersum is
opgeschort, omdat nog wordt nagegaan of
het misschien is te verhuren. Met de sloop
van het station te Grijpskerk is nog niet
begonnen en die van het station Zuidhorn is
voorshands stopgezet. Met betrekking tot
beide laatste gebouwen is er evenwel weinig
uitzicht meer op behoud, omdat beide
stations voorkomen op de lijst van goedge
keurde objecten in het kader van de
aanvullende werken voor de werkgelegen-
heidsvoorziening. Verdwijning daarvan staat
dus vrijwel vast.
v. d. W.
In de serie monumentenfolders, die op
initiatief van de Nederlandse Coca Cola tot
stand komt, is, na die over Middelburg en
Maastricht, nu ook die van Breda versche
nen. De folder werd onlangs aan de wethou
der Culturele Zaken, jhr. R. G. P. Sandberg
aangeboden tijdens een bijeenkomst in het
cultureel centrum. Tijdens deze bijeenkomst
heeft de gedelegeerde van het bestuur van
Heemschut, de heer J. A. de Zwaan een
inleiding gehouden over de betekenis van
M 75.
Evenals in de eerder uitgekomen folders, is
ook in die van Breda een plattegrond
opgenomen met een uitgestippelde wande
ling langs de monumenten, waarvan tevens
foto's met een korte historische beschrij
ving.
o
Sedert de jaarwisseling 1974-1975 heeft tot
medio 1975 de Rijksdienst voor het Oud
heidkundig Bodemonderzoek een onderzoek
ingesteld naar de sporen van een gedeelte
van een nederzetting uit de Romeinse tijd
op de Klepperhei te Druten. Deze nederzet
ting blijkt in tegenstelling tot de traditionele
inheemse bewoningskernen primair gericht
te zijn geweest op de markteconomie i.c. de
voedselvoorziening van met name de mili
taire bezettingstroepen te Nijmegen en de
stedelijke bewoning aldaar.
Dit valt af te leiden uit het nederzettings-
bceld als zodanig en het geromaniseerde
karakter van de bewoning, die voldoende
aanleiding'vormen, de nederzetting als een
„villa" te karakteriseren. Onder een villa
wordt in den regel, en zo ook hier, een voor
de markt producerend agrarisch bedrijf
verstaan.
126 De Waal-zone ten westen van Nijmegen
bezat in de Romeinse tijd gunstige condities
van bodemkundige en verkeersgeografische
aard om genoemde economische functie te
kunnen vervullen. In Druten en vermoede
lijk wel in de gehele Waal-zone ontwikkelde
deze functie zich onmiddellijk na de komst
van het 10de legioen in 71 na Christus te
Nijmegen. Spoedig daarop zal een extra
stimulans zijn uitgegaan van het ontstaan
van de stedelijke nederzetting Batavodu-
rum/ Ulpia Noviomagnus.
De indruk is dat de bewoning te Druten aan
het einde van de tweede eeuw of in het
eerste begin van de derde eeuw werd
afgesloten. De tijdsduur zou daarmee op ca.
120—140 jaar zijn gesteld. Binnen dit bestek
vertoont de bewoning een drietal fasen.
Het onderzoek zal over enige tijd worden
voortgezet.
De provinciale VVV heeft een brochure
uitgegeven, waarin vier routes langs Lim
burgse monumenten staan beschreven. De
brochure is o.m. te bestellen bij de provin
ciale VW, postbus 88, Valkenburg (L.), tel.
(04406) 1 39 93.
De brochure is van kaartjes voorzien, waar
op kerken, bijzondere gebouwen, hoeven,
molens, kastelen en ruines zijn aangegeven.
Deze kaartjes zijn echter niet zonder meer
bruikbaar; men dient ook over een auto-
fiets-kaart te beschikken. De belangrijkste
„monumenten" zijn in de brochure kort
beschreven.