De geschiedenis van Den Haag gaat te rug tot de 13e eeuw; het is dan ook van de oudste steden van ons land, ste den, stammend van de Romeinse tijd niet meegerekend. De historie van Die Haghe, 's-Gravenhage of Den Haag, is van stond af aan verbonden geweest met de regering, althans van Holland. De kern van de Haagse binnenstad wordt gelukkig nog voor een belangrijk deel door dit historische verleden be paald, al zingt Paul van Vliet dan van de stad met de lege paleizen. Die palei zen zijn er intussen dan toch maar, zo als het beeldschone Huis Patras (het koninklijke paleisje, eertijds gebouwd door Pieter de Swart en vele jaren tot woning dienend van koningin Emma) en het Huis ten Bosch, door Frederik Hendrik gebouwd voor zijn gemalin. Het zijn evenwel niet uitsluitend palei zen, die deel uitmaken van het Haagse monumentenbezit. De stad, waar de regering zetelt en die zich eens konink lijke residentie mocht noemen, kan bo gen op talrijke monumenten, waarbij er zijn van wereldfaam, zoals het Bin nenhof met de Ridderzaal, het Mau- ritshuis (gebouwd door Pieter Post naar een ontwerp van Jacob van Cam- pen, in opdracht van Johan Maurits van Nassau), het oude stadhuis (pas fraai gerestaureerd), dateert uit de 16e eeuw, verscheidene kerken en vooral een aantal mooie, dromerige hofjes.- Met deze opsomming zijn we verre van volledig. Er is in Den Haag nog veel meer oude, historische bebouwing te vinden en het plezierige ervan is, dat het hierbij bijna zonder uitzondering gaat om levende monumenten. Ze functioneren vrijwel allemaal nog, zij 't niet altijd in de oorspronkelijke be stemming. Zo is het Logement der Heren van Amsterdam al vele jaren ze tel van de minister van Buitenlandse Zaken, het Huis Huguetan (18e eeuw) dient tot huisvesting van de Koninklij ke Bibliotheek en gaat het uit de 17e eeuw daterende huis Buitenhof 37 die nen als dependance van de Tweede Ka mer. We zeiden het al, Den Haag heeft vele monumenten; hiervoor noemden we er slechts enkele. De oude „residentie" moge dan geen stad zijn even rijk aan monumenten als Amsterdam, maar er valt op dit stuk van zaken heel wat te beleven, al is er veel, te veel verloren gegaan. We denken dan aan onze grachten, zoals de Koninginnegracht en het Smidswater, die Gode zij dank vrijwel geheel in hun trotse staat be houden zijn gebleven; maar we moeten ook denken aan al die grachten die kort vóór de eeuwwisseling en daarna zijn gedempt ter wille van het verkeer en waarbij menig monumentaal pand verloren ging. En dan is er de jongste tijd; waarin het zgn. Spuikwartier door kaalslag verdween, alweer met opoffe ring van historische bebouwing. Studiedag Het voorgaande over zeven eeuwen bouwkunst in Den Haag is bedoeld als inleiding tot een impressie van de stu diedag, die de vorige maand in Den Haag is gehouden en die tot onderwerp had: „Een Toekomst voor Den Haags verleden" en die georganiseerd werd door het Haagse gemeentebestuur, de Bond Heemschut (onze directeur L. Molhuysen had daarbij een belangrijk aandeel) en nog enkele organisaties, zoals de Stichting Monumentenfonds Den Haag en omgeving en de geschied kundige vereniging "Die Haghe". Of schoon alle sprekers een waardevolle bijdrage tot deze studiedag hebben ver leend, heeft deze ons toch een beetje teleurgesteld. Wat is namelijk het ge val? Er is zo weinig positiefs uit voor gekomen. Monumentenzorg in Den Haag is veel te lang een verwaarloosde aangelegenheid bij het gemeentebe stuur geweest. Ware het Rijk niet be zitter van zeer vele, historisch zeer be langrijke monumenten, het Haagse mo numentenareaal zou vermoedelijk nog aanzienlijk kleiner zijn. Want, we zei den het al: er is in het verleden met vele monumenten in Den Haag zorge loos omgesprongen. Gelukkig dat er particulier initiatief was en is!

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 13