3
minister Abr. Kuyper ingesteld, onder
voorzitterschap van dr. Cuypers; Vic-
tor de Stuers verliet zijn plaats op het
departement en zette als Kamerlid tot
zijn dood in 1916 de strijd voort. Tot
1918 heeft die „beschrijvingscommis
sie" gefungeerd; toen werd ze opge
volgd door een gezelschap op breder
basis: de Rijkscommissie met een afd.
A voor de beschrijving en een afd. B
voor de instandhouding van de monu
menten, daarnaast een Rijksbureau on
der leiding van dr. Jan Kalf.
Al eerder hadden zich intussen nieuwe
moeilijkheden aangekondigd. Zo men
restaureert, dan hoe? Niet alleen in
Nederland, in heel West-Europa begon
verzet te rijzen tegen het restaureren
"in stijl", waarvan Viollet-le-Duc in
Frankrijk, Reichensperger in Duits
land, Cuypers ten onzent, de grote
promotors zijn geweest. Men zou niet
mogen schromen eigen moderne vorm
geving bij het manipuleren der monu
menten toe te passen hadden gotiek
en renaissance niet desgelijks gedaan?
Men kan niet zeggen, dat de resultaten
van deze opvatting altijd erg overtui
gend waren dat waren de restaura
ties van Cuypers c.s. trouwens ook niet
altijd maar het is merkwaardig te
constateren, dat in de periode der
Rijkscommissie toch ook veel restaura
ties tot stand kwamen, waarbij de
„moderne" principes niet zo rigoureus
meer werden gevolgd en wel degelijk
werd gestreefd naar vernieuwingen
welke min of meer aangepast werden
bij de oorspronkelijke vormgeving. Een
al te dogmatische benadering blijft ge
vaarlijk...
Tegenstrijdigheden
De Rijkscommissie heeft in haar lange
bestaan veel innerlijke tegenstrijdighe
den gekend, tot in 1933 de organisatie
werd herzien en een meer homogeen
gezelschap werd gevormd met prof. ir.
J. A. G. van der Steur als voorzitter en
dr. Jan Kalf als secretaris. In de oor-
2. Muurschildering koor Herv. Kerk
te Dinxperlo. Het kerkbestuur
had geen bezwaar tegen blootleg
ging der schildering, mits die "in
het choor met een gordijn bedekt
werden...' (Verslag College van
Rijksadviseurs).
3. Stadhuis Culemborg. Eerste helft
16e eeuw; ontwerp Rombout
Keldermans. Restauratie in
1941-1946.
logsjaren heeft de commissie zich voor
treffelijk gedragen; ze week niet voor
brutale pogingen tot ingrijpen van de
zijde der bezetters en van enkele hun
ner Nederlandse geestverwanten. In
1946 werd ze opgevolgd door de Voor
lopige Monumentenraad die, in 1961,
door de nog steeds vigerende Monu- 109