2 3 „Woeste wereld" Honderd jaar geleden beklom auteur J. Craandijk de duintoppen nabij Bergen, Noord-Holland. Het zich voor zijn ogen ontrollend panorama inspireerde hem tot een lyrisch relaas dat opge nomen werd in zijn boek „Wandelin gen door Nederland" (Tjeenk Willink Uitg., Haarlem, 1882): „Een woeste, zonderlinge wereld van golvend bosch, afgewisseld door zan dige vlakten, dalen met heidekruid of kreupelhout, witte duintoppen in grootsche verwarring dooreen. En daarachter de zee, de glinsterende streep zilver. Daarvóór het digte woud, als een breede zoom zich legerend aan den voet der duinen, de torenspitsjes van Bergen zich even verheffend boven de boomen, en dan de onmetelijke vlakte, met alle schakeringen van haar groen, boerderijen, dorpen, ginds eri her, de runderen op de weiden als witte stippen gezaaid: de schepen in 't kanaal en de stoomboten met hun' langen wimpel van rook; in de verte de hooge kerk van Alkmaar, met de ove rige torenspitsen der schoone stad. Een rijk, een verrukkend landschap, waar van 't u niet ligt valt te scheiden." Honderd jaar later is het panorama nog in grote trekken gelijk, al is wel wat 92 veranderd. Aan de horizon verschenen de betonklonten van het zich sterk uitbreidende Alkmaar. De bouwnijver heid van Bergen en Schoorl heeft zich niet onbetuigd gelaten. Boortorens ver heffen zich nu (en straks) op sommige van Craandijks zandige vlakten en wit te duintoppen. De groene polders zijn gedeeltelijk ingevreten en klaarliggende wegenplannen zullen leiden tot verdere ontluistering. De natuur heeft gelukkig nog de overhand. Bergen en Schoorl zijn oude plaatsen. Het gebied rondom heeft een boeiende en bewogen wordingsgeschiedenis. De zee schiep hief het landschap in een langdurig proces van geven en nemen, vormen en vervormen. Omstreeks 2800 vóór Chr. ontstonden strandwal- len die al vroeg werden bewoond. Doorbraken veroorzaakten nadien stroomwallen, de zandruggen waarop Bergen grotendeels is gebouwd. Een ruim 500 jaar durende zeespiegelrijzing voorzag het lagere land van een dikke laag zeeklei (de zogenaamde „pikklei"), dat door getijstromen sterk erodeer de. In de 12e eeuw greep de mens in en legde de eerste dijken aan. Uniek is te noemen dat in deze streek de wording van het landschap over een periode van zo'n 4.000 jaar nog duide lijk is af te lezen. De hoge ligging van strand- en stroomwallen; het pikklei- land met de vele bulten en geulen en de polders omsluitende, in een nog ongewijzigd patroon kronkelende dij ken (foto 1). Bosopstanden Kenmerkend voor de Aagtdorper- en Oudburgerpolder is de coulissenwer- king van de bosopstanden (foto 2). Gelegen tussen aan de ene kant hoog- oprijzende duinen (met toppen tot 50 meter) en aan de andere kant de weidse vlakten die overlopen in de Westfriese weidegebieden, zijn het deze elementen die dit gebied maken tot een der weinige restanten van een oorspronkelijk binnenduinlandschap (foto 3). Ingrepen vormen een bedreiging. Aan de zuidzijde, in de Sluispolder en een deel van de Zuurvenspolder, zal een groot, ridicuul kunstbos worden aan gelegd dat' een tegenstrijdig element vormt in het vlakke landschap aldaar. Als bufferfunctie ten opzichte van het groter wordend Alkmaar kan het zich een bestaansrecht permitteren; als re creatiegebied schiet het echter zijn doel ruimschoots voorbij. Naast zeer veel natuurbos in Bergen is er namelijk op nauwelijks 3 kilometer afstand een kolossaal recreatiegebied (de Kleimeer) in wording. In de Zuurvenspolder is woningbouw gepland die de vrije en unieke ligging van het oude buurtschap

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 20