Dreigende ontluistering tussen Bergen en Schoorl De heer M. Groentjes, schrijver van bijgaand artikel, is werkzaam bij de Culturele Raad van Noord-Holland. In maart 1973 maakten B. en W. van Bergen (N.H.) het voornemen bekend om met toepassing van artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening, in afwij king van het geldende „uitbreidings plan in hoofdzaak", bouwvergunning te verlenen voor het oprichten van een opleidingsinstituut voor gezinsverzorg sters met internaat. Men had hierbij een terrein op het oog, gelegen aan de Oudtburghweg in de landschappelijk nog ongerepte Oudburgerpolder, ten noordoosten van de bebouwde kom. In juli 1974 hanteerde het College het zelfde artikel 19 m.b.t. het oprichten van een z.g. Mythylschool met kinder huis in hetzelfde gebied. Naar aanleiding van deze voornemens werd in beide gevallen een bezwaar schrift ingediend door de vereniging „Nieuw Bergen"; het „Contact Na tuurbescherming Noord-Holland" (een overkoepelende organisatie van natuur beschermingsverenigingen) en een aan tal inwoners van Bergen. Inmiddels werd door B. en W. van Ged. Staten van Noord-Holland op 21 mei 1974 een „verklaring van geen be zwaar" m.b.t. de bouw van het oplei dingsinstituut geweigerd op grond van landschappelijke bezwaren. Over de tweede voorgenomen afwij king van het „uitbreidingsplan in hoofdzaak" is door Gedeputeerden nog geen beslissing genomen. „Artikel 19"-procedures maken een versnelde bouw van projecten moge lijk, waarbij beroepsmogelijkheden tot het uiterste zijn beperkt. Ondanks her haalde oekases van zowel Rijk als Pro vincie dat deze procedure slechts bij uitzondering mag worden toegepast, is het aantal werken dat met toepassing van artikel 19 tot stand komt in Noord-Holland, zeer groot. Vaak ten koste van natuurgebieden. Om het beeld te schetsen, waar het hier om gaat: een nagenoeg ongerept binnen- duin-landschap in ons land een „histo rische" herinnering. 1. De Oudburgerpolder bij Bergen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 19