Kaaps-Hollandse boerderijen bij
Stellenbosch
en restauratie van Coornhoop, de
schuur bij Kaapstad, waar Jan van Rie-
beeck's eerste vrijburgers gronden had
den toegewezen gekregen en dit huis
bouwden. Zo kwam hij op tegen hen,
die trachtten Hollandse commandeurs
en gouverneurs, zoals Jan van Rie-
beeck en Willem Adriaan van der Stel
in een minder gunstig daglicht te stel
len. Samen met hem hebben wij de
aanzet gegeven tot wat een galerij
moet worden van portretten van Hol
landse commandeurs en gouverneurs
aan de Kaap. Zo werd verder een dis
sertatie op haar plaats gezet, die ten
doel had de Kaaps-Hollandse huizen
onder de Grootduitse invloedsfeer te
brengen. Andere buitenlandse invloe
den, zoals die der Hugenoten, wier be
tekenis onevenredig werd opgeblazen,
werden tot juister proporties terugge
bracht ten aanzien van hun cultuur
beïnvloeding. Dr. Punt kwam niet en
kel naar Nederland om nieuwe kennis,
geestdrift en strijdkracht op te doen,
als wetenschapsman reisde hij ook naar
de plekken waar de Nederlandse com
pagnieën hun invloed op de bouw
kunst hadden laten gelden, in Afrika
aan de Goudkust, Mozambique, Mau
ritius, in de West op Curagao, Aruba,
Suriname, in Brazilië. Als hij terug
keert schrijft hij zijn befaamde artikel
,,'nVergete Wereldrijk", waarin hij
vraagt: „Waarom word ons Kaaps-
Hollandse boustyl nie meer gebruik
nie? Sou dit dan 'n misdaad wees om
die mooi, tradisionele landelike bou
styl van weleer, weer in Suid-Afrika te
doen herleef? Mag alleen geboue wat
navolging van Italiaanse, Spaanse,
Griekse en Amerikaanse boustyle is
hier te lande verrys; boustyle wat,
waar hulle by ons in Suid-Afrika ge
bruik word, vreemd en uitheems lyk?
Die Kaapse gewelgeboue is deel van
ons volk se kuituurerfenis, en dit is
sedert 'n paar eeue 'n wesenlike be
standdeel van ons beskaving."
Toen de Bond Heemschut in 1966 zijn
cursus Heemschut en Monumenten
zorg gedurende een maand lang hield,
bracht dr. Punt acht landgenoten mee
om van deze cursus te profiteren. Hij
heeft niet nagelaten jonge landgenoten
naar Nederland te zenden om op het
terrein van de „bewaring" met eigen
ogen te komen zien, wat hier in Neder
land en in België te bereiken is. Krach
tig heeft hij zich beijverd om het
„Museum De Fonteyn", Jan van Rie-
beeck's geboortehuis in Culemborg te
helpen restaureren.
Volledig heemschutter
Allerwege drong hij aan op verbeterde
restauratie-methoden naar Holland's
voorbeeld. Toen wij onder het Neder
lands-Zuidafrikaans Cultureel Accoord
naar Zuid-Afrika werden gezonden, be-
3
vorderde dr. Punt, dat door geheel het
land voor culturele gezelschappen en
op universiteiten voordrachten en dis
cussies konden worden gehouden over
de bescherming, werkwijzen en de re
sultaten van de acties van Heemschut
en Monumentenzorg. Voordrachten
die in achtereenvolgende jaren konden
worden voortgezet. Hij was de stuwen
de kracht, waardoor Paul Rruger's
„Plaas" Boekenhoutfontein in Noord-
Transvaal kon worden verworven, ge
restaureerd en ingericht. Ook op het
gebied der taal was hij bij voortduring
waakzaam als Nederlandse woorden
varf hun plaats dreigden verdrongen te
worden onder vreemde invloed. Hij is
een volledige heemschutter, die ook in
Zuid-Afrika heemschut tot een begrip
heeft weten te maken, dit mede door
het tijdschrift „Bulletin", dat hij sa
men met dr. Jan Ploeger redigeerde.
In april jl. bereikte dr. Punt de 75-
jarige leeftijd. Hij heeft na 15 jaar zijn
taak als directeur van de Stichting
neergelegd, maar deze onvermoeibare
strijder, doorzetter en stuwkracht zal
niet stil kunnen zitten. Als adviseur zal
hij actief blijven, in het bijzonder voor
de contacten met het zo uitgestrekte
platteland, waar nog zoveel behouden
is, wat in de grote steden al verloren
ging-
Nederland heeft geen British Council,
zoals Engeland, geen Institut Francais,
zoals Frankrijk, geen Goethe Institut,
zoals Duitsland, die alle zeer actief zijn
óók in Zuid-Afrika. Zolang er mannen
zijn zoals dr. Punt, die de Nederlandse
cultuur met kracht en overtuiging uit
draagt, is buitengaats nog niet alles ver
loren.
Ton Koot