iÖ Nederland restaureert Ingezonden 56 Het middeleeuwse pand Kromme Nieuwe Gracht 43 in Utrecht, thans bewoond door de oud-burgemeester van deze stad, baron Van Tuyll van Serooskerken, verkeert in niet al te beste staat. Met medewerking van het Rijk en de gemeente is een restaura tieplan opgesteld. In de eerste fase komen dak, goten, schoorstenen en de bijzonder fraaie voordeur aan de beurt voor herstel. Het pand was aanvanke lijk een centrum van de geestelijkheid van St. Pieter. Na de reformatie is het tot woonhuis verbouwd. Overigens draagt het pand nogal wat 18e eeuwse trekken, zodat aangenomen wordt, dat het indertijd is verbouwd. Het kerkje van 't Loo, dat dreigde te worden gesloopt, is voor dit lot bespaard gebleven. Dank zij particulie re giften kan waarschijnlijk spoedig aan restauratie worden gedacht, temeer omdat de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg in uitzicht heeft gesteld zich over het kerkje te willen ontfer men; cl.w.z. bij zal dragen in de restau ratiekosten en plaatsing op de monu mentenlijst. Een aanvang is gemaakt met de restau ratie van de walmuren in Enkhuizen. De walmuren zullen tot de waterlijn worden gesloopt en vervolgens met oude stenen worden herbouwd. Ook de vestingwallen van Nieuwpoort aan de Lek zullen worden gerestau reerd. Dit is een initiatief van Menno van Coehoorn. De wallen werden in de 17e eeuw gebouwd volgens de plannen van de beroemde vestingbouwer Men no van Coehoorn. De watermolen in Wenum, indertijd aangekocht door de gemeente Apel doorn, zal worden gerestaureerd. De molen staat op de monumentenlijst. De stichting Utrechts Monumenten fonds is eigendom geworden van het Bruntenhofje, bestaande uit zestien huisjes, die nu deels zullen worden ge restaureerd, deels aan bestaande woon- behoeften worden aangepast. Het hofje dateert uit de 17e eeuw. Twee panden, stammend uit het begin van de 17e eeuw, staande aan de Spaarnwouderstraat in Haarlem, eens een brouwerij, zullen worden gerestau reerd. Aan het eind van de vorige eeuw was er een koperslagerij. Inmiddels zijn in dezelfde stad de panden van de voormalige ijzerhandel „De Spijker mand" gerestaureerd. In Den Bosch zijn verscheidene restau ratieplannen in voorbereiding. Daartoe behoren belangrijke delen van de oude stadswallen, zoals de Kasterenwal en de walmuur bij de Citadelkazerne. In Amsterdam zal een deel van de pakhuizen aan de Achtergracht 2 tot en met 16 zijn eigendom van de Ned. Bank worden gerestaureerd. De bank is doende ook de pakhuizen tot en met nr. 26 te verwerven. Die zullen dan eveneens worden gerestaureerd. Het eerste plan verkreeg reeds de goedkeu ring van het gem. bureau monumenten zorg. Het Parool, waaraan we dit be richt ontlenen, weet te melden, dat er „om vertraging te voorkomen", geen subsidie voor de restauratie zal worden aangevraagd! De uit de 13e eeuw daterende Loosduinse abdijkerk is na vier jaar werken, geheel gerestaureerd, weer in gebruik genomen. Tenslotte ontvingen we de mededeling, dat het woonhuis Kortendijk 5 te Vi- anen (eind 16e eeuw) op korte termijn zal worden gerestaureerd. Het bezit krullende muurankers, vijf stenen hoofden en een kerkelijke gevelsteen. Het aan de achterzijde op de stadsmuur karakteristiek gelegen tuin huis zal bij de restauratie worden be trokken. v. d. W. Het artikel „Een Duitse klaagzang" in het januari-nummer geeft m.i. een niet volstrekt juiste indruk. Mijn opmerking betreft echter niet de door uw verslag gever vermelde feiten maar wel de niet vermelde. Er zijn in Duitsland naast grote mislukkingen ook enkele voor treffelijke voorbeelden van steden- herstel en monumentenzorg. Ik noem in de eerste plaats Minister i.W. Voor mij is dat nog steeds het meest geslaagde voorbeeld van wederopbouw. Niet persoonlijk gezien heb ik de resultaten van de wederopbouw van Wtirzburg, Augsburg en Freudenstatt, maar ik weet door foto's dat men ook hier van „Heemschut"-successen mag spreken. In een algemeen artikel over de toestand in Duitsland op het gebied van monumentenzorg had een verwij zing ook naar zeer geslaagde objecten niet mogen ontbreken. Dr. Th. M. Metz

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 22