jj| B El 1
zichzelf staande monument. De nood
zaak om de omgeving in haar archi
tectonische samenhang ook te bescher
men is een ontwikkeling van de laatste
tijd. De wet betreffende de stadsont
wikkeling houdt voorzieningen in, die
de gemeenten de bevoegdheid geven de
status quo van een bepaald stadsgebied
te bevriezen. Dat gebeurt dan door
middel van een plaatselijke verorde
ning in het kader vari de stedelijke
(ruimtelijke) ordening in het geval er
historische en/of architectonische rede
nen voor zijn. De wet verleent de ge
meenten eveneens de bevoegdheid in
ment een wijziging van de gemeente
wet aanhangig, waarin o.m. een bepa
ling is opgenomen, die het de particu
liere eigenaar van een historisch ge
bouw, dat beschermd is, minder gemak
kelijk maakt zijn eigendom af te bre
ken of de overheid tot aankoop te
dwingen.
Sanering
Tot voor enkele jaren hield sanering
alleen maar afbraak in. Nog maar kort
bestaat het besef, dat algehele afbraak
essentiële milieu-waarden verloren doet
gaan en bovendien geldverspilling be-
5
3 0
o_. «a
haar bouw-voorschriften bepalingen op
te nemen nieuwbouw of verbouw alleen
dan toe te staan, wanneer daardoor de
milieu-kwaliteit van de omgeving
wordt gehandhaafd of verbeterd. De
voorwaarden voor de bouwvergunning
mogen alleen betrekking hebben op het
gebouw zelf, met dien verstande, dat
daarbij inbegrepen zijn de rooilijn en
bijv. ook uithangborden, enz.
Toch vertoont de wetgeving in dit ka
der zwakke plekken. In de eerste plaats
is de toepassing van de voorwaarden
facultatief; in de tweede plaats voorko
men zij afbraak niet. Aanvankelijk wa
ren de gemeentebesturen niet erg
geestdriftig om de hun verleende be
voegdheden toe te passen, maar het
schijnt, dat in deze het tij nu toch
gekeerd is. Immers de stapel aanvragen
bij de Raad voor historische gebouwen
voor technische bijstand bij het opma
ken van inventarisatielijsten groeit
gestadig. Bovendien is bij het parle-
4. Kasteel Ledrehorg (18e eeuw) naar
een oude prent
5. Kasteel Ledreborg gezien van uit liet
park
tekent. De saneringswet van 1969
opent de mogelijkheid tot rehabilitatie
van oude wijken. Wanneer de Raad
voor historische gebouwen van oordeel
is, dat een sanering wenselijk is om
architectonische redenen, dan kan het
aandeel in de kosten, waarin de Staat
meedeelt, worden verhoogd. In de
praktijk komt dit er op neer, dat de
Staat 75% voor zijn rekening neemt en
de gemeente '25 pet. Deze gunstige
financiële regeling beoogt sanering
door de gemeenten te stimuleren. Voor
1975 is op de rijksbegroting een bedrag
van 30 miljoen voor subsidie van
saneringsplannen voor krottenwijken
opgenomen. Ongeveer een derde deel is
geraamd voor rehabilitatieprojecten,
maar lonen en prijzen in aanmerking
nemende, zal dit wel hoger worden.
De natuurbeschermingswet beperkt
zich niet tot de natuur zelf, maar heeft
mede betrekking op o.m. grafheuvels,
grafzerken, terpen van kastelen, ruïnes,
bruggen, stenen banken, menhirs (oer
oude steenzuilen) en mijlpalen. Een
„monument" is beschermd als het meer
dan honderd jaar oud is. Voor een land
als Denemarken, waar oude natuurge
bieden, die niet door mensenhand zijn
gecreëerd, vrijwel ontbreken, zou een
natuurbeschermingswet niet volledig
zijn, als niet ook „kunstmatig" aange
legde landschappen zouden worden
beschermd. De bescherming van een
gebouw zonder daarbij de naaste om
geving (tuin of park) te betrekken, zou
onvolledig zijn. Bescherming van een
op zichzelf staand gebouw krijgt pas
betekenis als ook de omgeving onder
de bescherming valt. Vandaar dat in
Denemarken niet alleen een historische
boerderij kan worden beschermd, maar
ook het daarbij behorende land, mèt de
beplanting, zoals heggen en bomen. Op
dit gebied kan de Deense natuur
beschermingswet als een van de meest
omvattende in de wereld worden
beschouwd.
Budget
Hiervoor werden enkele bedragen ge
noemd, die de Deense Staat uitgeeft
voor monumenten- en natuurbescher
ming. Telt men deze op dan komt men
tot een totaal bedrag van 21,8 mil
joen. Dat is een voor Nederland niet
erg imponerend bedrag. Maar de
kosten van. het technische en admi
nistratieve apparaat zijn daarin niet
begrepen. Het genoemde bedrag komt
bovendien in een ander daglicht te
staan als men o.m. rekening houdt met
het feit, dat Denemarken minder histo
rische gebouwen telt. De verwachting is
overigens, dat de regering meer geld in
de monumentenzorg zal gaan investe
ren, zulks in het kader van de bestrij
ding van de werkloosheid.
De Deense pilot-projecten
Ook Denemarken kreeg zijn pilot-pro-
jects aangewezen: Elseneur, het Lejre-
Ledreborg-gebied en Christiansfeld.
Elseneur (Helsingör) is een stad met
55.000 inwoners, gelegen in Noord-See-
land, 40 km. ten noorden van Kopen
hagen.
Vermoedelijk is Elseneur het meest
bekend door zijn kasteel Kronborg, dat
door Hollandse bouwmeesters in de