T r^-jss^^ ëSL O Q P D..rj WM-. bestemmen tot open ruimten, waarvan clan het voordeel is, dat bij te hoog bebouwde straatjes een betere lichttoe- treding wordt verkregen. Op afbeelding 5 zien wij de combinatie van een zeer lelijk bebouwd binnenter rein met een groot gat in een gevel- wand. Hoewel dit zich op deze plaats als een prettige open ruimte mani festeert, ben ik van mening dat een dergelijk gat gevuld moet worden, waarbij de bouwhoogte zeer zorgvuldig afgestemd moet worden op de verhou ding van het straatprofiel. Dat dit met een eigentijdse architectuur zal moeten gebeuren is duidelijk, maar wel aange past in detaillering, maat en verhou ding aan de omgeving. Soms echter is het onmogelijk om een dergelijke ruimte te bebouwen. Dan zal er een oplossing gevonden moeten wor den voor de lelijke blinde zijgevels. Deze nieuw ontstane hoekhuizen zullen dan ook in hun uiterlijk de hoek huisfunctie moeten gaan weergeven, zodat z'o'n terrein een veel natuurlijker aanzicht in het straatbeeld krijgt. Van zelfsprekend moeten de gaten in de grachtenwanden volgebouwd worden. Wat betreft de uitvoering van het herstel van een buurt als de Jordaan wil ik opmerken, dat een organisatie met het accent op de continuïteit van het werk van groot belang is. Daarnaast is nodig een mentaliteitsop vatting in de bouw, die gericht is op de eisen die de kleinschaligheid en indi vidualiteit van ieder huis stelt. Serie- bouw is dan ook onmogelijk. Door verschillende bouwwerken te co- ordineren kan een bouwstroom ontstaan, die niet aan één werkterrein gebonden behoeft te zijn. Deze gedachte is ontwikkeld door de praktijk van het toenemend aantal restauraties in de laatste tien jaren. Toen was het feit dat een huis een monument was de enige mogelijkheid voor subsidietoewijzing. Nu echter de Jordaan als beschermd stadsgezicht en rehabilitatiegebied is aangewezen, komen ook de niet-monu- mentale panden voor financiële steun in aanmerking. Er wordt tegenwoordig vaak gesteld, dat het noodzakelijk is dat alle huizen in gemeenschappelijk bezit komen om het probleem van het enorme aantal vervallen panden op te lossen. Dit is ten eerste veel te kostbaar, ten tweede te tijdrovend en daarnaast niet noodza kelijk. Deze oplossing zou het uiterst noodzakelijke particuliere initiatief do den. Het stimuleren immers van een huiseigenaar om'zijn bezit weer in goe de staat te brengen heeft het voordeel, dat restauraties met aanzienlijk lagere kosten tot stand komen. Tevens ver werft men daarbij de typisch persoon lijke aandacht, die iedere huiseigenaar voor zijn bezit heeft. Hierboven heb ik getracht aan te ge ven, dat het herstel van een waardevol le buurt als de Jordaan door middel van partiële stedebouwkundige oplos singen tot stand dient te komen. Alleen dan behoudt zo'n gebied het zo essentiële gedifferentieerde karakter. Daarbij acht ik het noodzakelijk, dat aan het initiatief van de kleine bouwer en eigenaar de ruimte wordt gegeven. De angst, die bij de overheid zou kun nen bestaan dat er dan maar met subsi dies onverantwoord wordt omgespron gen, mag 'clan ook niet gaan over heersen. Nog afgezien van het feit, dat een vergroting van het controle-apparaat gelden op zou slokken die voor het daadwerkelijke herstel besteed hadden kunnen worden. 45

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 11