Deze keuze heeft in de Bondsrepubliek de
nodige deining opgeleverd. Vooral Lü-
beck, Bamberg en Regensburg, die finan
ciële steun, en ook morele steun, hard no
dig hebben voelen zich gepasseerd. Dat
deze drie steden niet in aanmerking kwa
men komt omdat men voor 1975geen afge
sloten projecten kon opleveren. Maar
juist deze drie steden, waar de restauratie
miljarden verslindt, zagen in een aanwij
zing tot modelstad een kans om eindelijk
rigoreus te kunnen beginnen met een aan
tal belangrijke projecten.
Dat de Bondsrepubliek plotseling oog
voor de noden van de monumentenbe
schermers heeft gekregen is overigens een
ijdele hoop. Nog steeds menen velen dat
progressief zijn betekent dat men steden
saneert door alles wat oud is af te breken
en daarvoor in de plaats betonkolossen te
bouwen. En het denken van de conserva
tieven, de behoudenden, waarvan je zou
aannemen dat zij ook de steden zouden
willen conserveren, wordt vaak beheerst
door hel winstprincipe. Alles moet altijd
nut hebben en dat kan weieens fataal wor
den.
"Als de actiegroepen, die door de bevol
king zijn opgericht, er niet waren ge
weest, dan zou men moeten vaststellen dat
de Bondsrepubliek op het gebied van de
monumentenzorg één van de meest achter
gebleven en meest reactionaire landen
van Europa is", zo schreef onlangs de
Frankfurter Rundschau.
4. Würzburg: Romantische Strasse.
5. Bamberg:
huis.
Toren van hel oude raad-
Monumentenzorg wordt in de Bondsrepu
bliek vaak verwisseld met de zorg voor de
musea. Degene, die zich inzet voorde mo
numentenzorg wordt meestal venveten
van de stad "een museum" te willen ma
ken en omdat een museum altijd "dood"
is, is de stad ook gedoemd te steiven, zo re
deneren gemeentebesturen. Deze wal pri
mitieve associatie blijkt erg moeilijk te
doorbreken. Althans bij de oudere genera
tie. Voor een generatie, die echter niets an
ders dan welvaart gewend is, is het gemak
kelijker geworden een andere instelling-
ten aanzien van monumenten te hebben.
De hausse in de verkoop van antiek - voor
namelijk jongeren zijn de beste klanten
van de antiquairs - en de perioden,
waarin nostalgie hoogtij viert, en die wor
den ook steeds veelvuldiger, wijzen op een
veranderde opvatting ten aanzien van het
oude en waardevolle uit vroegere lijden.
Vijf miljoen mark
Om echter de bevolking van de Bondsre
publiek duidelijk te maken dat er onvoor
stelbaar veel moet gebeuren heeft het natio
nale Westduitse comité, dat de organisa
tie van het monumentenjaar in de Bonds
republiek verzorgt, veel geld nodig. Vijf
miljoen mark zo heeft men berekend. Vijf
miljoen mark voor films, brochures, boe
ken; voor het financieren van een onder
zoekprogramma voor het geven van subsi
dies, kortom voor alleen nog maar papie
ren maatregelen. De 850.000 mark die
men in eerste instantie nodig heeft en die
men hoopte in de vorm van subsidies van
de federale overheid en dedeelstaten teont-
vangen is nog niet eens gegarandeerd, laat
staan de vijf miljoen die men van plan is
uit te geven.
Het nationale comité is dan ook nog niet
veel verder gekomen dan het versturen
van oproepen aan de gemeenten, waarin
wordt aanbevolen subsidies te verlenen
voor het restaureren van gevels van oude
gebouwen, waarin men verzoekt de woon
kwaliteit van oude huizen te verbeteren,
waarin men om steun vraagt voordeplaal-
selijke actiegroepen, waarin men voorts
vraagt om wedstrijden onder de scholie
ren - met als thema uiteraard monumen
tenzorg - te organiseren, waarin men voor
stelt om bijzonder goed gelukte restaura
ties te bekronen en waarin wordt aanbevo
len bijzondere historische monumenten
van een gedenkplaat te voorzien. Een niet
te overziene waslijst van aanbevelingen,
die echter niets wezenlijks zullen verande
ren. Een Duits nationaal fonds, waarde in
dustrie, maar ook de afzonderlijke burger
zijn gift kan storten, bestaat niet. De kans
is groot dat het Europese Monumenten
jaar in de Bondsrepubliek alleen maar ge
vierd wordt met goede bedoelingen. Het
rijkste land van WesL-Europa heeft geen
geld voor haar eigen rijkdommen. In L'u-
beck, Regensburg en Bamberg weten ze er
over mee lepraten. Een klaagzang, die vijf
tig, maar ook 450 jaar kan duren.
jan c. kuiper