Boekbesprekingen
In de ban van de dijk
West-Frieslands Oud en
Nieuw
Rotterdams Jaarboekje 1974
De kathedraal
onder redactie van J. E. van der Wielen
EN VERDER
B en W van Rotterdam delen mee,
dat het oude Veerhuis aan de Ke-
thelse Kade in Overschie - waar de
vaargeul 'van de Schie verlegd en
verbeterd moet worden - in ieder
geval onaangetast blijft.
GS van Zuid-Holland schrijven
Heemschut dat zij verboden hebben
om de oude haven van Spijkenisse
te dempen.
B en W van Scheemda delen mee
dat zij het met Heemschut eens zijn
dat de in hun gemeente gelegen zij
arm van het Winschoterdiep niet
gedempt wordt, maar open blijft
voor eventuele watersport.
B en W van Deventer berichten
dat de kalkovens op het terrein van
Klosters Bouwmaterialen Handel,
die Heemschut alsnog op de monu
mentenlijst had willen heDDen, al
gesloopt zijn.
De raad van Den Haag heeft be
sloten de te bouwen tweede zee
waterkering met gemaal in het Af
voerkanaal niet te doen samenval
len met de Duindorpbrug (zoals
Heemschut had geopperd), maar
aan te leggen ter hoogte van de
Willem de Zwijgerlaan.
Aan B en W van Alphen aan den
Rijn is gevraagd in het te ontwer
pen bestemmingsplan voor het op
het nieuwe winkelcentrum aanslui
tende gebied de nog resterende
panden van een hofje uit het mid
den van de vorige eeuw voor reno
vatie in aanmerking te laten komen.
Het ziet er naar uit, dat dit ook
inderdaad gaat gebeuren.
B en W van Leidschendam is ver
zocht bij de ontwikkeling van een
nieuw bestemmingsplan Huize Dor-
repaal met park (eèn van de laatste
buitenplaatsen aan de Vliet) te
handhaven en een functie te geven.
GS van Noord-Holland hebben
niet ingestemd met de bezwaren,
die Heemschut had ingebracht te
gen ontgravingen langs het traject
Muiden-Naarden van rijksweg 1 ten
behoeve van de bouw van een
wegrestaurant.
B en W van Haarlem delen mee
dat zij, om ongewenste ontwikkelin
gen te voorkomen, voor het gebied
rondom de Spaarnekerk een ont-
werp-bestemmingsplan laten voor
bereiden.
Los van de besprekingen van en
kele bijzondere boeken, die speciaal
onze aandacht vragen, liggen er
nog verscheidene publikaties op in
troductie bij onze lezers te wach
ten. Op zich is het verheugend, dat
er zoveel op het gebied van (histo
rische) monumentenzorg wordt ge
publiceerd, maar het noopt ons wel
tot kortheid; ook om de achterstand,
die bij de besprekingen is ontstaan,
in te lopen.
Dit boek is uitgegeven ter gelegen
heid van het 50-jarig bestaan van
het genootschap „Oud West-Fries
land". Het verscheen bij de Uitge
vers Maatschappij West-Friesland,
Hoorn, en werd geschreven door
J. J. Schilstra. De uitgave werd me
de mogelijk gemaakt door de pro
vincie Noord-Holland met een bij
drage uit het ,,Dr. J. E. baron de
Vos van Steenwijk Fonds". Het
boek, zeer royaal uitgevoerd met
vele prenten, tekeningen en kaar
ten, vertelt van de geschiedenis van
de dijk, die heel West-Friesland
omvat, van St. Maarten tot Enkhui
zen en van Oudedijk tot Keinse.
Ogenschijnlijk een droge materie
schrijft de heer Schilstra in zijn
voorwoord, maar deze bescheiden
heid is zeker niet van toepassing
op de tekst van dit boek, die zeer
leesbaar is, niet het minst om de
zeer vele historische details, ver
deeld over vijftien hoofdstukken,
die tezamen vertellen van „een epos
van menselijk kunnen en falen".
De 41e bundel van het historisch
genootschap „Oud West-Friesland"
is verschenen met een collectie bij
dragen van zeer uiteenlopende
aard. De nadruk ligt hierbij op de
geschiedenis, zoals die over de
Westfriese Munt en het openbaar
railvervoer.
Deze periodieke uitgave van het
Historisch Genootschap Roteroda-
mum biedt als steeds een grote
verscheidenheid, waarbij we vooral
de aandacht vestigen op de bijdra
ge van C. Hoek over oudheidkundig
bodemonderzoek in Rotterdam e.o.
Dit is een merkwaardig boek, om
dat het niet handelt over een be
staande kathedraal, maar over een
denkbeeldige, gesitueerd in een
even denkbeeldige stad: Chutreaux
geheten. De bedoeling van deze op
zet wordt bij het lezen duidelijk. De
Amerikaanse tekenaar-schrijver-ar
chitect David Macaulay wilde een
inzicht geven in de bouw van „een"
kathedraal en daarom stond er niet
een bepaalde kathedraal model voor
zijn werk. Vandaar, dat men in dit
boek geen enkele foto aantreft,
doch slechts tekeningen, die aan
stonds de kennis en de bekwaam
heid van de vervaardiger verraden.
Waarom een kathedraal werd ge
bouwd, hoe en wie er allemaal aan
werkten, Macaulay vertelt het om
standig en tot in het kleinste detail.
De zeer deskundige vertaling en be
werking is van de heer H. Janse,
hoofd van de afdeling onderzoek en
documentatie van de Rijksdienst
voor Monumentenzorg. Deze heeft
zowel de tekst als de tekeningen
voor de Nederlandse versie gerevi
seerd. Hoewel een gedegen studie
aan het schrijven van dit boek voor
af is gegaan, ademt het werk toch
niet een uitgesproken wetenschap
pelijk karakter. Het zou te ver gaan
als we zouden zeggen, dat het hier
om een populair geschreven boek
gaat. Maar wel is het zo, dat het
toegankelijk is voor jeugdige lezers
met belangstelling voor oude bouw
kunst in het algemeen en die voor
kerkbouw in het bijzonder. (Uitge
ver: Ploegsma, Amsterdam; prijs
17,90).