Landelijke bouwkunst
in Hollands
Noorderkwartier
Wanneer een boek verschijnt, waar
voor het materiaal zo'n dertig jaar
geleden bijeen is gebracht, kan men
zich afvragen waarom zo lang met
de uitgave is gewacht. Het antwoord
in dit geval - het gaat om De Lan
delijke bouwkunst in Hollands Noor
derkwartier van de hand van L.
Brandts Buys - vinden we in het
voorwoord. Omstandigheden (niet
nader omschreven) hebben, meege
bracht, dat afronding van de ver
werking van het bijeengebrachte
materiaal in het gedrang is geko
men. Dat komt als een plausibele
reden voor, gezien de omvang van
het boek (ca. 600 bladzijden). Maar
de omvang van dit werk is toch niet
alleen bepalend voor die reden.
Veeleer moeten we de oorzaak van
de „vertraging" zoeken in het feit,
dat door de heer Brandts Buys een
bijna ongelofelijk diepgaande stu
die van zijn onderwerp - aanvanke
lijk beperkt tot de Noordhollandse
stelp - is verricht, waarvoor men
alleen maar grote bewondering kan
hebben. Zijn uitgangspunt: de stelp-
boerderij, bleek intussen niet te
handhaven.
Naar mate de heer Brandts Buys
zich meer in de materie verdiepte,
bleek deze ingewikkelder en boeien
der. Bovendien bleek de type-varia
tie groot en ingewikkeld in haar sa
menhang. Bij een goede beschrij
ving van de boerderijbouw kon de
dorpswoningbouw, zelfs de stads-
woningbouw, speciaal in deze
streek, niet geheel buiten beschou
wing gelaten worden; aldus de
schrijver in zijn voorwoord, waarin
hij een rechtvaardiging geeft van
het feit, dat zijn studie ver buiten
de aanvankelijk gestelde grenzen is
uitgegroeid. Dit klinkt bijna als een
verontschuldiging, maar ook al heeft
de schrijver dit misschien niet be
doeld, dan nog zou daarvoor geen
reden zijn. We geloven namelijk, dat
de overschrijding van de aanvanke
lijke opdracht tot het schrijven van
deze studie, enorm heeft bijgedra
gen tot de totstandkoming van een
indrukwekkend, boeiend en leesbaar
boekwerk. Een wetenschappelijk ka
rakter kan aan dit boek natuurlijk
niet worden ontzegd, maar dat
blijkt bij het lezen de toegankelijk
heid geenszins te hinderen. We
worden namelijk met zoveel details
geconfronteerd, dat de specifieke
bouwkunst in dit deel van ons land
er als 't ware een extra dimensie
heeft bijgekregen. Men kijkt er juist
dank zij die vele details, gewoon
anders tegenaan. De leek wordt
de ogen geopend voor veel, dat an
ders aan zijn aandacht ontsnapt. De
wetenschapsmens heeft er een
prachtig gedocumenteerd handboek
bij gekregen.
Sinds de heer Brandts Buys zijn
materiaal bijeenbracht, zijn veel
boerderijen en woningen gesloopt,
verbrand of op onverantwoorde wij
ze - dat wil zeggen: cultuur-histo
risch niet verantwoord - verbouwd.
Ook de aanleg en het aanzicht van
oude dorpen en plaatsen is thans
dikwijls onherstelbaar aangetast en
soms vernietigd. Een studie als de
ze, zou daarom thans niet meer te
j maken zijn. Er is een verleden vast
gelegd, maar dan toch een verle
den, waarvan gelukkig nog veel be
waard is gebleven. In dit verband
menen we, dat deze studie een aan
sporing te meer is om uiterst zuinig
met ons cultuurbezit uit het verle
den om te gaan. Een aansporing
vooral ook om krachtiger dan ooit
de bescherming (en een verant
woorde restauratie waar nodig) te
bevorderen, of dit nu in Hollands
Noorderkwartier is of elders in ons
land. Daarom is dit boek eigenlijk
niet alleen een aansporing maar
ook een opdracht tot bezinning,
waarvoor het Monumentenjaar '75
zo geëigend is en dat natuurlijk niet
bedoeld is voor dat ene jaar, maar
voor de toekomst van de generaties
die na ons komen.
De heer Brandts Buys schrijft, dat
het onderzoeken een boeiende aan
gelegenheid is geweest. We kunnen
ons dat zeer wel voorstellen. Dat
boeiende heeft de schrijver met
grote liefde tot de lezer weten te
brengen.
De omvang van het boek in aan
merking genomen, mag men van
ons geen gedetailleerde inhouds
beschrijving verwachten; daarom
slechts een korte aanduiding. Het is
verdeeld in tien hoofdstukken, die
geïllustreerd zijn met ca. 150 teke
ningen, ca. 500 afbeeldingen (foto's
en reprodukties, deels in kleur, 44
details van oude landmeterskaarten
en vier overzichtskaarten). Het be
vat verder verscheidene registers,
een literatuurlijst en een samenvat
ting in het Duits. Het is uitgegeven
door de Stichting Historisch Boer
derij-onderzoek te Arnhem, die bij
de totstandkoming financiële steun
verkreeg van de Nederlandse orga
nisatie voor zuiver-wetenschappelijk
onderzoek (ZWO). De grafische ver
zorging en druk is van drukkerij Te-
sink, Zutphen. De prijs bedraagt
125,-.
v. d. W.
Twee voorbeelden van boerderijen-
bouw.