Oordeel over monumentenzorg
Een rapport van de dr. E. Boekmanstichting
Tegen nieuwbouw in oude
kern
In opdracht van het Ministerie van
CRM heeft de dr. E. Boekman
stichting te Amsterdam een zgn.
vooronderzoek verricht naar de mo
numentenzorg. Het resultaat'van dit
vooronderzoek, verricht door een
werkgroep, met als rapporteur Pe
ter Brunsmann, is neergelegd in een
rapport, dat ons bepaald leerzaam
voorkomt. Men komt er het oordeel
in tegen van eigenaren en/of be
woners van monumenten en niet-
monumenten. Dat oordeel blijkt zo
wel positief als negatief.
Ter wille van de anonimiteit van de
geïnterviewden zijn de woonplaat
sen niet genoemd. Het vooronder
zoek heeft zich overigens tot slechts
twee gemeenten (met meer dan
honderd monumenten) uitgestrekt.
De vraagstelling aan eigenaren,
resp. bewoners van niet-monumen-
ten hield verband met de situering
in het stadsbeeld, d.w.z. met de
aanwezigheid van monumenten in
de onmiddellijke omgeving.
Het rapport maakt melding van een
recentelijk, bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek verschenen over
zicht van het aantal monumenten,
in ons land (bijna 40.000). Aange
zien ons dit overzicht niet eerder
onder ogen was gekomen, veroor
loven we ons het hier over te ne
men:
Het onderzoek heeft zich uitgestrekt
tot eigenaren, resp. bewoners van
bedrijfspanden (automobielbedrijf,
drukkerij, horecabedrijf, kantoor,
supermarkt, winkels) en woningen.
Onvoldoende kennis
Wat de antwoorden betreft, een kor
te bloemlezing levert interessante
opmerkingen op. De eigenaar van
een automobielbedrijf (in monu
ment) verklaarde nooit inlichtingen
ontvangen te hebben over plaatsing
van zijn pand op de monumenten
lijst. Hij bleek weinig kennis op het
gebied van monumentenzorg te heb
ben. „Hij interesseert er zich blijk
baar niet veel voor". De collega in
een niet-monument zei weinig te
weten over regelingen t.a.v. de mo
numentenbescherming. „Hij vindt de
monumentenbescherming op zich
zelf een prachtige zaak. Hij ziet het
als een ontwikkeling, die nu op
komt; hij meent dat men de jeugd,
die er later mee zal moeten leven,
hierover moet peilen. Hij is van me
ning, dat monumenten ongeschikt
zijn voor een garagebedrijf".
Bij de eigenaar van een drukkerij
(monument) hangt de ontevreden
heid samen met de naar zijn me
ning „strenge regels die op het
pand van toepassing zijn. Hij meent,
dat de monumentenzorgregelingen
categorieën
aantal monumenten (art. 9)
abs.
overheidsgebouwen
605
1,5
verdedigingswerken
603
1,5
kerkelijke gebouwen
2216
5,6
objecten en delen van
kerkelijke gebouwen
443
1,1
woonhuizen
27902
70,4
delen van woonhuizen
367
1,0
liefdadige instellingen
340
0,9
losse objecten n.e.g.
795
2,0
agrarische gebouwen
4780
12,1
molens
1031
2,6
weg- en waterwerken
281
0,7
herbergen enz.
136
0,3
kastelen
136
0,3
vertragend, kostenverhogend en te
weinig praktisch zijn. Hij noemt o.m.:
problemen met vloeren van verschil
lend niveau, het niet mogen aan
brengen van een uithangbord, het
niet mogen vervangen van een pan
nendak door asfalt, het niet mogen
aanbrengen van een door hem ge
kozen zonnescherm. Op de vraag
of de redenen van zijn ontevreden
heid opgeheven zouden kunnen
worden, antwoordt de eigenaar dat
hij zeer pessimistisch is over het
effect van klachten, protesten of be
zwaren ingediend bij overheidsin
stellingen".
De eigenaar van een bar (monu
ment) verklaarde nooit bericht te
hebben gekregen, dat het pand op
de monumentenlijst stond. Wel ont
dekte hij bij het betrekken van het
pand een brochure van monumen
tenzorg. Hij ziet het monumenten
karakter als een positief punt voor
zijn zaak. Hij heeft een conflict ge
had over het soort lichtreclame dat
hij mocht aanbrengen. Het heeft
hem, in verband met strenge voor
schriften „enkele duizenden gul
dens" extra gekost om een accep
tabele lichtreclame te laten aanleg
gen.
De eigenaar van een koffiebar (niet-
monument) bleek zeer te spreken
over zijn relaties met monumenten
zorg in verband met zijn andere be
drijf in een monument. Hij vond dat
ze zeer opbouwende adviezen heb
ben gegeven, dit in tegenstelling tot
Bouw- en Woningtoezicht. „Ze
hebben kleuradviezen gegeven, te
keningen gemaakt en zo". Volgens
deze respondent heeft monumenten
zorg een positieve benadering voor
de zaak.
De respondenten uit de niet-monu-
mentpanden(kantoren) verklaarden
nooit officieel informatie gekregen
te hebben over bescherming van
monumenten in de buurt. „Beiden
zijn privé wel geïnteresseerd in
oude panden. Ze zetten zich duide
lijk af tegen de nieuwbouw panden".
De respondenten in de winkelsector
bleken in het algemeen slecht op
157