hebben liggen. In weer een ander geval gaat het om een aannemer die al jaar en dag voor een bedrijf het herstelwerk uitvoert. Op een ge geven moment moet hij een kap restaureren en komt dan bij ons". Dit zijn enkele voorbeelden uit de rijke praktijk van het bureau. Ir. Weller: „Het is, ook al zou het daar op lijken, beslist niet zo dat wij de architecten concurrentie willen aan doen. Integendeel, wij zijn er mede voor de architecten. We kunnen hen beslist niet missen. Maar aan de andere kant: Als een huiseigenaar er niet voor voelt om een architect in te schakelen maar hij wil toch restaureren, dan zijn we blij dat hij naar ons bureau komt". Dat bureau geeft overigens ook adviezen bij de keuze van de materialen en helpt mee om de subsidie-procedure op gang te brengen. Bovendien heeft 7 het bureau een controlerende taak. maken van stenen en plavuizen op Zo dienen alle restauratieplannen gang wordt gebracht. Hij vindt bo- ir. Weller en zijn staf te passeren. vendien dat een werf, zoals Amster- Hij: „Wij gaan ook wel kijken als dam die nu weliswaar heeft, een we denken dat iets niet deugt". Ir. nationale zaak zou moeten zijn. Een Weller vindt dat het net ter be- werf die over veel ruimte beschikt waking van de monumenten in Am- en dus ook veel kan kopen en op- sterdam aardig gesloten is. Daarin slaan. Ir. Weller betreurt het intus- speelt zijn bureau een rol, maar sen dat er, zeker ook in Amsterdam zeker ook Bouw- en Woningtoezicht zelf, zoveel oude materialen verlo- dat veel controleurs op straat heeft. ren gaan. Hij: „De slopers zouden Als die ergens een puinbak zien wat voorzichtiger moet zijn. Maar zij staan, informeren ze echt wel even. zetten de kogel erop en ja, dan gaat alles wel kapot en is er boven- Wèrf dien geen uitzoeken meer aan. Ik Het. Bureau Monumentenzorg heeft, vind het ook wel kortzichtig van de naast al het andere, ook een flink slopers, want tenslotte bieden wij stuk werk aan het runnen van zijn geld voor oude materialen". En ten- werf van oude materialen in Duiven- slotte een pluspunt van de sloop in drecht. Die werf zet, om maar iets de Nieuwmarktbuurt: de werf van te noemen, per jaar een miljoen het Bureau Monumentenzorg haalt oude bakstenen om. De klanten ko- daar weer een aardig voorraadje men van overal uit het land. De vandaan. werf koopt trouwens ook over het GW hele land en, als het de moeite waard is, zelfs wel in het buiten land. Zo zijn er al eens eiken bal- 2. Drie panden aaneen, aan de ken gehaald uit Kassei waar men Nieuwe Herengracht. Zij moesten bezig was oude vakwerkhuizen te geheel worden herbouwd. slopen. Behalve over oude metsel- 3. Het enige jaren geleden geres- stenen en balken, beschikt de werf taureerde pand op de hoek van de over een uitgebreid assortiment an- Nieuwebrugsteeg en de Sint Olofs- dere restanten van vervallen of ge- poort: een juweeltje. sloopte panden zoals geveltoppen 4. De Zuiderkerk, waarvoor nu net en wat dies meer zij. Ir. Weller: een restauratieplan is ingediend. „Een probleem is wel, dat bepaalde Geheel rechts het De Pintohuis, soorten oude metselsteen schaars waarvan het herstel in volle gang beginnen te worden, evenals pla- is. Tussen beide gebouwen in het vuizen en witte tegeltjes (uit Mak- tracé van de metro dat vanaf dit kum). Op zo'n moment koopt de punt de Nieuwmarktbuurt insteekt antiekhandel de tegeltjes op en en waarvoor al tal van huizen zijn worden ze voor ons te duur". afgebroken. 5. De Engelse Kerk op het Begijn- Volgens ir. Weller zou het erg be- hof, waarvan de restauratie pas is langrijk zijn als er, liefst een beetje begonnen. in het centrum van het land, weer 6. en 7. Oude materialen op de een oude steenbakkerij voor het werf van „Monumentenzorg". 155

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 21