„Monumentenzorg" in Amsterdam Een WV voor huiseigenaren „ledereen mag komen kijken en het zelf vaststellen", zegt ir. H. A. J. M. Weller (50), directeur van het Ge meentelijk Bureau Monumentenzorg te Amsterdam. Dat is zijn uitnodi gend antwoord op de vraag wat er, pakweg, de laatste tien jaar in de hoofdstad is hersteld dan wel op dit moment aan restauraties onder handen is. Dat is veel. In uitvoering zijn heel grote werken zoals de restauratie van de Oude en de Nieuwe Kerk terwijl tevens wordt gewerkt aan het herstel van 250 oude woonhuizen. Boze tongen in den lande, die beweren dat Amster dam de boel in elkaar laat storten, hebben daarmee ongelijk. Zij ver geten maar al te gemakkelijk dat er in Amsterdam (monumenten-stad no 1) zo ontzaglijk veel valt te doen. „Als ik dan zie wat er, zeker van daag de dag, allemaal gebeurt, dan ben ik bepaald niet ontevreden", aldus ir. Weller. Zijn bureau is in 1953, als onder deel van de Dienst Publieke Wer ken, opgericht. Vijf jaar later kwam hij er als directeur. Over de instel ling van het bureau vertelt hij: „Dat is vooral gebeurd op aandrang van de verenigingen die zich bezighou den met monumentenzorg, zoals Heemschut, Hendr.ick de Keyser en Amstelodamum. Die riepen toen al lang dat Amsterdam kapot zou gaan als er niet werd ingegrepen". Een rekest, waarin die verenigingen hun grote bezorgdheid over de verliezen en het verval uitdrukten, bracht de raad ertoe het bureau in te stellen. Ir. Weller: „Inderdaad is ook veel kapot gegaan en verdwenen. Ik heb hier de voorlopige monumentenlijst die in 1928 is verschenen, maar pas in 1940 wetskracht kreeg. Daarin heb ik doorgehaald wat er niet meer is. Dat zijn soms bladzijden vol. En wat er op die lijst stond, waren de mooiste huizen Amsterdam telt 7000 op de huidi ge lijst voorkomende monumenten. Ruwweg zijn 6700 daarvan woon huizen. Ir. Weller: „We hebben dat nooit uitgezocht maar ik schat, héél globaal, dat van die woonhuizen nog zo'n 40% als woning in gebruik Ir. H. A. J. M. Weller, directeur van hef Gemeentelijk Bureau Monumen tenzorg te Amsterdam. Zijn bureau krijgt het 't volgend jaar erg druk. Een van zijn activiteiten wordt de actie Amsterdam opent z'n deu ren", waarbij het bureau de bewo ners van historische panden wil in schakelen en wel door hun te vra gen de, huizen van binnen aan het publiek te laten zien. zijn verschillende oorzaken voor. Bouwvalligheid is er een van. Op een gegeven moment kan een pand, mede door verzakking, zodanig in verval raken en risico's gaan ople veren dat Bouw- en Woningtoezicht wel móét besluiten om het te laten slopen. In een ander geval moet er een doorbraak voor het verkeer komen, wat ook oude panden kan kosten. En dan is er nu in het bij zonder het werk aan de metro die dwars door de Nieuwmarktbuurt gaat lopen. Daarvoor moet veel wor den afgebroken en daar zijn mooie panden bij". Ir. Weller stelt dat hij op zichzelf niets tegen de metro heeft. Hij heeft veel meer tegen de auto, die het gebruik van de stad devalueert. „Maar wat de bouw van de metro betreft", zegt hij, „kom ik in verzet tegen de bouwers als zij ruime bochten willen terwijl die ook wel krapper kunnen zijn. Want voor ruime bochten moet (meer) gesloopt worden. Als je aan de ene kant de stad met zo'n metro een dienst wilt bewijzen, moet je haar aan de an dere kant niet iets waardevols ont nemen. Als je dat wel doet, klopt er volgens mij iets niet". is. Maar het blijft moeilijk, want je hebt ook erg veel combinaties van woning-winkel en woning-werk plaats. Vast staat in ieder geval dat verweg het merendeel van de oude woonhuizen bestaat uit kantoren". Het is juist ook in die sector van de kantoren waarin het grootste deel van de leegstand is te vinden. Die leegstand, die in totaal voor de Amsterdamse binnenstad een paar honderd panden betreft, is toch wel een wat griezelige zaak, omdat in zo'n situatie de panden het ge vaar lopen om snel achter uit te gaan. Dat de panden lang blijven leegstaan, wijt ir. Weller aan het feit dat de handel erin stroef ver loopt. Aan de andere kant telt hij een pluspunt op, namelijk de groeiende interesse voor het wonen in de binnenstad. Verlies Amsterdam verliest jaarlijks 25 oude panden die eigenlijk behouden had den moeten blijven. Ir. Weller: „Daar In het algemeen wordt in Amster dam verspreid gerestaureerd. Hier, op de gr,acht, twee panden en daar, 1. De panden Keizersgracht 62, 64, 66 em 69 die pas gerestaureerd zijn. 153

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 19