3 S Monumentenjaar 1975 Stadsvernieuwing WMJHHCQ Hoe dringend stadsvernieuwing no dig is: Egelantiersstraat in de Am sterdamse Jordaan. St. Jan te 's-Hertogenbosch behan delt. Het beschikbare arbeidspotentieel' in de restauratiesfeer, zowel ter be geleiding als ter uitvoering, vraagt nauwlettende aandacht. Voor het behoud van het monumentenbe stand zijn voortgang en goede spreiding van de restauratie-activi teiten noodzakelijk. Voor de aanvul ling van het natuurlijke verloop zijn wellicht op niet te lange termijn sti mulerende maatregelen wenselijk. De uitvoering van de taken van de Rijksdienst voor de Monumenten zorg wordt aanzienlijk verzwaard door de sterk toenemende - op zichzelf zeer verheugende - belang stelling voor de monumentenzorg. Om de hieruit voortvloeiende werk zaamheden goed en doelmatig te kunnen verrichten, wordt er naar gestreefd de personeelssterkte van deze dienst uit te breiden. De dienst merkt ook de tot ont plooiing komende activiteiten in het' kader van het Monumentenjaar 1975. Dit initiatief van de Raad van Euro pa blijkt in steeds bredere kringen aan te slaan en leidt er toe, dat zo wel op provinciaal en gemeentelijk niveau als door particuliere organi saties activiteiten tot ontwikkeling worden gebracht, die ertoe moeten leiden, dat bevolking en monument dichter tot elkaar worden gebracht. Ook van de zijde van mijn ministe rie worden de activiteiten van de Stichting Nationaal Comité Monu mentenjaar 1975 en van de onlangs opgerichte overkoepelende Stich ting Nationale Contactcommissie Monumenten bescherming onder steund. Ook in de Memorie van toelichting tot de begroting van Volkshuisves ting en ruimtelijke ordening wordt aan Monumentenzorg aandacht be steed, zulks in het kader van de stadsvernieuwing. Over dit laatste onderwerp wordt een uitvoerige be schouwing gegeven, waarna nog enkele bijzondere kanttekeningen worden gemaakt: Voor het stadsvernieuwingsproces, in het bijzonder voor de ontwikke ling van de volkshuisvesting in het kader van dat proces, is de monu mentenzorg van groot belang. De relatie van de monumentenzorg met de volkshuisvesting is drieledig. Het meest duidelijk is deze relatie wanneer het gaat om de „pionier projecten" van de sociale woning bouw, die tegen de eeuwwisseling en in het begin van de 20e eeuw tot stand zijn gekomen en die veelal zowel uit architectonisch en stede bouwkundig oogpunt als uit een oogpunt van goede volkshuisvesting als voorbeeld kunnen worden be schouwd. Dergelijke projecten zijn bijvoorbeeld de woningcomplexen uit de „Amsterdamse school" te Amsterdam en daarbuiten en som mige tuindorpen, verspreid over het land. Hoewel ze niet altijd vallen onder de bescherming, die krach tens de Monumentenwet kan wor den gegeven, zijn dergelijke woning groepen toch in zekere zin als mo numenten te beschouwen en daar om een bijzondere bescherming - en zo nodig - herstel en verbetering alleszins waard. De tweede categorie van bouwwer ken, waarbij een bepaalde relatie met de volkshuisvesting bestaat, is de grote groep van kleine panden die weliswaar geen monumenten in de gebruikelijke zin zijn - en die daarom gewoonlijk niet op monu mentenlijsten staan - maar die in hoge mate bepalend zijn voor het karakter van de bebouwing, in het bijzonder in de te beschermen stads- en dorpsgebieden. Deze ca tegorie is vaak zeer geschikt om huisvesting te bieden aan degenen, die over een bescheiden beurs be schikken. Het behoud en herstel van dergelijke panden is dus ook om deze laatste reden een zaak van belang. Tenslotte zijn er de „echte" monu menten, dat wil zeggen de monu menten die bescherming genieten krachtens de wet. Ook deze zijn soms voor de volkshuisvesting recht streeks van belang, namelijk wan neer het om woningen gaat. Belang rijker is echter de invloed die hun aanwezigheid heeft op het woon- milieu in het algemeen. De ervaring heeft namelijk geleerd dat de res tauratie van een beperkt aantal mo numenten een duidelijke stimulans kan geven aan de herleving van een vervallen binnenstadsgebied. Het Bergkwartier te Deventer is hiervan een voorbeeld. Het ligt in de be doeling dat het ministerie van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening in toenemende mate zijn zorgen zal uitstrekken over de eerste en de tweede van de bovengenoemde ca tegorieën en daarin ook een be langrijk financieel aandeel zal ne men. Voor de restauratie van de bescheiden woonhuis-monumenten van de tweede categorie wordt thans reeds steun op basis van de rehabilitatieregeling verleend. Deze regeling is eveneens van toepassing op de derde categorie - de wette lijk beschermde monumenten - waardoor het ministerie van Volks huisvesting en Ruimtelijke Ordening eveneens kan bijdragen tot de res tauratie en verbetering van deze voor de stadsvernieuwing zo be langrijke objecten. Met subsidies op grond van ge noemde regeling en vanwege het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk zal in 1974 naar verwachting de restauratie van ongeveer 250 woonhuizen tot stand komen. Dit resultaat zal de omvang van de restauratiewerken aan woon huizen met waarde als monument ongetwijfeld doen toenemen. Het is de bedoeling dat in 1975 en volgen de jaren een groeiend aantal pro jecten in uitvoering zal worden ge nomen. Op voet van artikel 7 van het Be sluit bijdragen reconstructie- en sa neringsplannen kunnen voortaan ook voor subsidie in aanmerking komen de binnen beschermde stads en dorpsgezichten uit te voeren openbare werken van karakteris tieke aard, zoals werkzaamheden aan grachten, het herstel van brug gen, het leggen van sierbestratin gen, en dergelijke. Tenslotte zullen in het kader van het door de Raad van Europa ge organiseerde Monumentenjaar 1975 - dat ook hier te lande op verschil lende wijze de aandacht zal krijgen - met steun van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Or dening bepaalde projecten van bij zondere aard tot stand komen", aldus de Memorie van toelichting op de begroting V.R.O. 151

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 17