„Heemschut"
maandblad
Een boekje met een boodschap
Het schenkt het bestuur van de Bond Heemschut èn de redactie
grote voldoening de leden en de overige lezers van ons tijd
schrift te kunnen mededelen, dat ons officieel orgaan in 1975
- het Europees Monumentenjaar - maandelijks zal verschijnen.
Het besluit hiertoe is genomen op grond van de overweging,
dat met de maandelijkse verschijning Heemschut een daad
werkelijke bijdrage verleent aan het Europees Monumenten
jaar.
WÊmgea
Wie enigszins op de hoogte is van
de moeilijkheden waarin de uitge
vers van dagbladen en periodieken
de laatste tijd verkeren als gevolg
van zeer grote prijsstijgingen: pa
pier, drukkosten en PTT-tarieven,
zal het duidelijk zijn, dat de ver
dubbeling van de frequentie van de
verschijning van ons tijdschrift,
werkelijk iets bijzonders is.
Het bestuur en de redactie vleien
zich met de overtuiging, dat ons
tijdschrift qua inhoud meer en meer
wordt gewaardeerd. Die overtuiging
vloeit voort uit het feit, dat ons de
laatste tijd in toenemende mate
positieve reacties bereiken over de
inhoud van ons blad. Niettemin is
met name de redactie zich bewust,
dat tot nu toe niet aan alle wen
sen is voldaan. Volmaakt is ons
blad zeker niet, in zoverre er al iets
volmaakt kan zijn in onze maat
schappij. Maar wel is het zo, dat
de redactie er naar streeft de in
houd een zo groot mogelijke natio
nale spreiding te geven; m.a.w. aan
dacht te schenken aan aspecten
van de monumentenbescherming,
zoals die zich overal in den lande
voordoen.
Met het oog op het Europees Mo
numentenjaar is voor het laatste
meer reden dan ooit. Bovendien
heeft de redactie gemeend in de
komende maanden bijzondere aan
dacht te moeten besteden aan mo
numentenzorg in verschillende lan
den. Binnen het kader van zes
nummers per jaar was dit redactio
nele programma moeilijk uitvoer
baar.
Bestuur en redactie hopen, dat de
leden en overige lezers van ons
blad de maandelijkse verschijning
op prijs zullen stellen.
Voor de veertiende maal heeft Shell
een „journaal" laten verschijnen, dat
op een of andere wijze een aspect
behandelt van wat in onze kringen
gemeenlijk wordt aangeduid als his
torisch cultuurbezit.
Bekende publicisten, zoals Leon-
hard Huizinga en Evert Zandstra,
hebben dergelijke boekjes in het
verleden geschreven. De laatste ja
ren waren het dr. J. M. Fuchs en
W. J. Simons, die met losse hand,
maar bovenal met kennis van zaken,
journaals schreven o.a. over de Ne
derlandse folklore, de Nederlandse
scheepvaart en over vorsten en pa
leizen. Hierin, maar ook bij vroegere
gelegenheden werd ruimschoots
aandacht geschonken aan monu
menten. De nu verschenen 14e uit
gave is echter geheel aan „het" mo
nument gewijd. Daarvoor was na
tuurlijk een speciale aanleiding, nl.
het Monumentenjaar '75. We kun
nen daarmee om meer dan één re-
ESWl
147