Heemschut Schijn bedriegt Verdoezelende cijfers Officieel orgaan van de Bond Heemschut Opgericht 1911 Beschermvrouwe: H.M. Koningin Juliana Eindredacteur: J. E. van der Wielen Redacteur: Gosse Woudsma Typografische verzorging: B.V. 't Koggeschip, drukkers- en uitgeversbedrijf. Alle correspondentie betreffende de redactie van het orgaan, richte men tot het secretariaat van de Bond Heemschut: Korenmetershuis, N. Z. Koik, 28, Postbus 10525 Postgiro 124326 Amsterdam 1, tel. 22 52 92 Alle correspondentie betreffende advertenties: B. V. 't Koggeschip, drukkers- en uitgeversbedrijf, Nwe. Achtergracht 104, Postbus 1198, Amsterdam 4, tel. 229721 Er was op Prinsjesdag meer reden dan ooit om met belangstelling uit te kijken naar de begroting van CRM, omdat verwacht mocht wor den, dat de regering en met name minister Van Doorn met het oog op het Monumentenjaar '75 een extra impuls zouden geven aan Monu mentenzorg. Deze verwachting is niet uitgeko men. In de Memorie van toelichting tot de begroting van CRM - men zie elders in dit blad - wordt maar heel pover over M '75 gesproken. Er wordt weliswaar opgemerkt, dat de minister „mede door extra inzet van middelen", eraan (wil) medewerken, dat „onze historische monumenten en stads- en dorpsgezichten in onze samenleving overeind blijven", maar wanneer we de begrotingscijfers analyseren, blijkt er van die wil wei nig over te blijven. Verderop in de M.v.T. lezen we dan nog, dat „ook van de zijde van mijn ministerie de activiteiten van de Stichting Natio naal Comité Monumentenjaar 1975 en van de onlangs opgerichte over koepelende stichting Nationale Con tactcommissie Monumentenbescher ming (worden) ondersteund". Het blijken weinig meer dan loze woorden te zijn. In elk geval heb ben we geen extra impuls kunnen ontdekken. Ondersteunen van activi teiten van anderen dan de overheid, klinkt goed, maar in welke vorm die steun dan wel zal worden ge geven blijft vrijwel in het duister. Eerlijk gezegd lijkt er van de be windslieden van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening een duidelijker impuls uit te gaan, zoals men even eens elders in dit blad kan lezen. Weliswaar valt ook in die begroting geen duidelijke financiële aanwij zing te vinden, maar hier moeten we kennelijk tussen de regels door lezen. Van de kant van VRO hebben we dan ook meer te verwachten dan van CRM, en wel in het kader van de stadsvernieuwing. Dat men op het ministerie van VRO het „monument" niet als een ge- isoleerd iets beschouwt, maar als een onderdeel van een groter ge heel en dat men het monument een levend karakter in de samenleving wil geven, achten we bepaald ver heugend. Het is in dit verband op merkelijk, dat de minister van CRM in feite het beleid in deze op de schouders van zijn ambtgenoten van VRO schuift. Op zich is daar in de uitgestippelde visie niets op tegen. Ook Heemschut heeft zich voor een samenwerking tussen beide depar tementen in het kader van monu mentenzorg en stadsvernieuwing uit gesproken. We zijn dan ook ver heugd, dat aan deze samenwerking thans een duidelijker accent wordt gegeven. De cijfers in de begroting van CRM verdoezelen de feiten. Die feiten zijn, dat er nauwelijks meer op de begroting is gebracht dan in het verleden en dat er dus eigenlijk ook amper sprake is van een „extra im puls" en van „ondersteuning van activiteiten". De post „Subsidies en overige uit gaven aan verenigingen en stichtin gen, werkzaam op het gebied van de monumentenzorg" beloopt voor 1975 een bedrag van iets meer dan één miljoen gld. Dat is nauwelijks vier ton meer dan voor 1974. Het lijkt veel, maar het is het niet. Want in dit laatste bedrag is de subsidie aan het Nationaal Comité Monumen tenjaar 1975 begrepen, een eenma lige subsidie uiteraard en uitsluitend bestemd om activiteiten het volgende jaar te stimuleren. In dat bedrag is ongetwijfeld ook een verhoging van subsidie aan Heemschut en zuster organisaties begrepen. Het spijt ons het te moeten opmerken, maar we hebben er weinig vertrouwen in, dat deze verhoging zodanig zal zijn, dat Heemschut zijn steeds toenemende taak naar behoren zal kunnen ver vullen. Gebeurt dit laatste toch, dan is dit voor het overgrote deel te danken aan onze leden en onze toekomstige leden, die door hun lidmaatschap de Bond Heemschut in staat stellen het vele werk voor het behoud en de bescherming van monumenten te verrichten. In elk geval blijft de rijksoverheid hierbij veel te veel achter. Maar, zal men zeggen, de post „Subsidies en andere uitgaven ten behoeve van de monumentenzorg over 1975 en vorige jaren" is dan toch weer met zo'n 23 miljoen verhoogd. Een verhoging met ca. veertig procent. Prachtig, zou men kunnen opmerken, maar men moet hierbij wel in aanmerking nemen de ontstellende inflatie en de zeer sterke stijging van loon- en mate riaalkosten voor restauraties. Houdt men hiermee rekening, dan stelt die verhoging niet zoveel voor. 'Daarmee kan de grote achterstand op het gebied van restauraties niet worden ingehaald, laat staan dat er veel nieuws kan worden aangevat. En dat dan in het Monumentenjaar '75. Onze conclusie moet dan ook lui den, dat de begrotingscijfers ons hebben teleurgesteld en dat ook ten opzichte van de wil van de rijks overheid om de monumentenzorg een extra impuls te geven de schijn bedriegt. Omslag: Blik op de Bloemgracht te Am sterdam, getekend door Hette de Jong (uit het boek ,,De Jordaan"). 145

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 11