Van de penningmeester Betreft: contributie/bijdrage 1975 hoven. Opzichter N. Slob van dit bureau vertelt: „Nu wil ik niet teveel afgaan op oude etsen (ze maakten het ook wel eens mooier dan het was) maar van De Kapel hebben we dan toch een ets. Uit 1733. Daarop zien we dat de buitenmuur hoger is geweest dan nu. Maar we hebben het gelaten zoals het er stond. Dat is niet alleen gebeurd vanwege het geld, wij hadden ook te weinig gegevens. Vooral wat betreft de aansluiting van de kap op de buitenmuur. Bekijk ik het, dan zeg ik: vroeger heeft men die kap compleet een stuk laten zakken." De Kapel was dus hoger. En dat is des te logischer omdat de daklijst nu pal over de bogen van de ramen loopt en zó heeft het er vast niet uitgezien. De schatting van opzichter Slob is dat de buitenmuur zo'n tachtig centimeter hoger is geweest. Zéker weet hij dat De Kapel in drie fasen tot stand is gekomen. Het nadere onder zoek en het graafwerk wezen dit uit. Het moet oorspronkelijk een klein kapelletje zijn geweest (dat, wat nu als het koor kan worden gezien) en vrij snel moet de uitbreiding zijn gevolgd. Dit kan worden afgelezen aan hetzelfde formaat en type steen (moppen). In de derde en laatste fase is er tegen de kapel een bijgebouwtje geplaatst/dat lager is en er uitziet als de voorgevel van een boerderij zoals men die in de buurt aantreft. Hóé trof opzichter Slob het aan, toen het architectenbureau er aan het eind van 1970 bij betrokken werd? Hij is daar kort over: „Slecht. Een bouwval. Van het oorspronkelijke was veel weg (maar we hebben ook veel teruggevon den), met de ramen klopte het niet meer en de kap lag aan de ene kant bloot. Er De koorzijde van de kapel, in een punt van wegen. woonde, toen wij eraan begonnen, één gezin in maar ze hebben me verteld, dat er drie gezinnen in gewoond hebben." In de simpele praktijk betekent dit, dat er vertimmerd was bij jewelste. Er was in feite van die oude kapel, voor het oog althans, niet zo erg veel meer herken baar. Maar bij de restauratie kwamen de oude sporen weer te voorschijn. Zoals één spant, waaruit afgeleid kon worden dat er in het koorgedeelte een houten tongewelf moet hebben gezeten. Het komt nu weer terug. De architect heeft er bij de uitvoering van het werk naar gestreefd de drie fasen, waarin het gebouwtje is neergezet, toch wel te laten uitkomen. Zo treft men inwendig op de scheiding van de kapel en het aanbouwtje nog een stuk van de oude, dikke buitenmuur aan die de kapel in vroeger tijd met een topgevel moet hebben afgesloten. Voor het overige is er, althans in het interieur, gezocht naar een zekere aanpassing omdat de kapel (13 m lang en 5 m breed) is ingericht tot woning. Het gebouwtje leeg laten staan, dat ging niet. Maar aan de andere kant is het ook weer zo krap, dat er moeilijk een andere bestemming aan was te geven. „Wel jammer," zegt de een, en de andere zegt: „Er hebben toch al zo lang mensen in gewoond? Het element van het wonen weerspiegelt en benadrukt een lange fase in de historie van De Kapel die, opgeknapt en wel, te huur is. G. W. De stortings-/acceptgirokaarten voor het betalen van de contributie/bijdrage 1975 ontvangt u in de loop van december. Op de 25 mei jl. te Utrecht gehouden jaarlijkse algemene ledenvergadering werd een door de leden voorgestelde contributieverhoging van f 10,— door de vergadering goedgekeurd. Tevens werd met betrekking tot gezinsleden en leden in de leeftijd van 65 jaar en ouder besloten voor deze laatste categorie echter alleen indien hiertoe een aanvraag wordt ingediend bij het secretariaat de contributie te stellen op de helft van het jaarlijks vast te stellen bedrag. Voor 1975 zullen derhalve de navolgende minimumbedragen worden aange houden: - individuele leden - 65 jaar en ouder - gezinsleden (ontvangen geen extra tijdschrift) - leden tot 25 jaar -donateurs (bijdrage) - niet-individuele leden (rechtspersonen) f 30,- f 15,- f 15,- f 15,- f 45,- f45,- Leden/donateurs wonend in het buitenland betalen f 5,— extra i.v.m. hogere portokosten voor het toezenden van het tijdschrift en/of transferkosten van de bank bij het overmaken van de contributie/bijdrage. Degenen die een machtiging tot periodieke overschrijving automatische betaling hebben verstrekt, wordt vriendelijk verzocht deze te doen intrek ken. Een aantal leden/donateurs hebben de contributie/bijdrage over 1974 nog niet betaald en ook een klein aantal nog niet over 1973. Op spoedige overmaking wordt thans gerekend. Het zal zeer op prijs worden gesteld indien u de Bond Heemschut extra wilt steunen door een hoger bedrag vast te stellen, dan de door de ledenvergadering goedgekeurde minimum contributie/bijdrage. 135

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 25