aantal waren ze veel te gering voor zo'n stoere toren als die van Brielle. Een stormachtige actie bracht daarin enkele jaren geleden verbetering. Er kwam een ton bijeen, en in november 1971 kon de stadsbeiaardier een carillon van 46 bellen bespelen. Daar komt straks nog een zware C-bel bij met, ter onderstreping van de band tussen Brielle en het Huis van Oranje, het randschrift: „Heer den hoge Mijn bee klinkt bewogen: Zegen dit lage land Verleng d'eeuwen- oude band Mijn stem wil loven Uw Oranje Boven." De wallen Zeer belangrijk voor het zijn historisch karakter opvijzelende Brielle was het gebaar van GS van Zuid-Holland om de stad in het kader van de 400-jarige her denking 1 april 1572 de restauratie van de wallen met bijbehorende monumen ten aan te bieden. Het plan hiervoor (hoe aardig ook) bracht de gemoederen in Brielle danig in beweging, omdat er bomen en struiken gekapt moesten worden. Dat was nodig om enerzijds de wallen weer op de oorspronkelijke hoogte te brengen en anderzijds om aan de voet ervan een wandelpad te kunnen aanleggen. Het werd een (ongemakke lijke) kwestie van „kruip door, sluip door" om zoveel mogelijk van de oude beplanting te handhaven een beplanting overigens die lang niet overal meer zo gaaf was. In 1972 werd met het grote werk aan de wallen begonnen, en wel tussen de Kaai- poort en bastion IV. De tweede fase omvatte het stuk tussen de Pieter van der Wallendam en de Langepoort, waarbij vooral het terugbrengen van het ravelijn voor de poort in z'n originele staat de grootste pessimist ter stede enthousiast heeft gestemd. Men is nu met de derde fase bezig. Daarin zal, als onderdeel, de vroegere situatie voor de Noordpoort worden gereconstrueerd. En dat is niet alles. Zo ligt het in de bedoeling om op het Molenbolwerk (bastion I) weer een 17-eeuwse standerdmolen te bouwen. Vragen Het mag dan zo zijn dat Brielle heel wat heeft bereikt, enige vragen zijn er toch ook nog wel. Wat gaat er gebeuren met de Rozemarijnstraat? Daarvoor is een saneringsplan in de maak (en al vergevor derd) en wanneer dat zou doorgaan zou er een karakteristiek stukje van het stads beeld verdwijnen. Daarbij gaat het voorgl om het groen, in de vorm van de fraaie tuinen achter Voorstraat 64 en 88. Brielle heeft niet veel groen in zijn hart, en daarom zou een aanslag op die tuinen een verarming betekenen. Trouwens, de stad draagt er de voorbeelden van wat herstel vermag. Zoals de Nieuwstraat, die ook eens tot verdwijnen was ge doemd. En dan die aftandse huisjes bij de Provoost: vernieuwd én bruikbaar. De huisjes in de Rozemarijnstraat (19—26) zouden dan ook best, als ze eenmaal zijn opgeknapt, weer een functie kunnen ver vullen. Niet onlogisch voor een stad die, met de inzet van vele kanten, op weg is tot een beschermde stad te worden verklaard. 7 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 15