Oranjerie in verval
In de bossen onder het Utrechtse Leer-
sum staat het Kasteel Broekhuizen. Dat
wil zeggen: het staat er nóg. Weliswaar
kan men zich moeilijk voorstellen dat
een zo fors en statig buiten gesneuveld
zou zijn, maar plannen om er iets anders
voor in de (lommerrijke) plaats te
bouwen hebben toch wel geleefd. Het
huis kon echter tijdig op de monumen
tenlijst worden geplaatst, en daarmee
was het gered. Het onderhoud was op
dat moment al sterk verwaarloosd. Maar
in 1970 sprong het rijk erin. Het kocht
het buiten op om het, na restauratie en
verbouwing, toe te wijzen aan het Rijks
instituut voor Natuurbeheer.
Dit instituut heeft daarmee een riante
zetel gekregen in een zeer geëigende
omgeving bovendien, want die is bestem
peld tot natuurmonument. Het uitzicht
vanuit het kasteel op de fraaie parkaan-
leg wordt echter ernstig verstoord door
een haveloos gebouw dat er tegenover
staat: de Oranjerie. Het is, evenals het
kasteel, een monument maar het blauw
witte schildje doet in dit geval wel pot
sierlijk aan. Van zorg voor het monu
ment is hier pijnlijk-duidelijk geen
sprake. De Oranjerie is zwaar in verval.
Ergo: als er niet snel wat gebeurt zal het
gebouw tot een puinhoop vervallen.
Eens was Broekhuizen een ridderhof
stede, Die moet er tegen het einde van de
14e eeuw al gestaan hebben. Daaraan
werd, zoals gebruikelijk, heel wat ver
bouwd. In 1794 verdwenen de oude res
ten en liet de schatrijke Cornelis Jan van
Nellesteyn er een geheel nieuw huis
optrekken. Later breidde hij het zelfs
nog uit en verfraaide het. Zo was hij het
die de sfinxen van wit marmer, die nu
nog de voorgevel flankeren, uit Italië liet
komen. In 1906 brandde het kasteel tot
de grond toe af, maar werd in zijn oude
stijl herbouwd. Zo staat het er nu nog,
gerestaureerd en wel.
Over de Oranjerie is maar weinig bekend.
Vast staat echter wel dat het gebouw,
met de nog bejaarder boerderij die erach
ter ligt, tot de originele onderdelen van
het oude Broekhuizen behoort. Het is
tegelijk een uniek gebouw. Daarbij valt
aan de voorgevel nog altijd de oude luis
ter af te lezen. Tegen die gevel aan is de
tuin opgehoogd en daaronder liggen
gewelven (voor het kweken van champig-
112