ruimte. Het compromis iag déarin dat
het op begane grond en de eerste etage
voor de bibliotheek één ruimte is gewor
den, maar visueel dan wel opgedeeld in
tweeën. Een opdeling bovendien, die de
intimiteit van de ruimten heeft versterkt.
Op het moment, waarop de discussies
werden uitgevochten, stonden er nog
altijd in de Stoofstraat twee historische
panden leeg én te verkrotten. Leeg ston
den ze al sinds 1963 toen de twee win-
droögd moest worden en vervolgens ver
malen. Tholen had twee van die stoven,
en dus is het helemaal niet zo gek om
daar in de (let wel) Stoofstraat iets van
terug te vinden. Het idee van planten en
kruiden heeft mevrouw Zelders toch al
niet losgelaten, want achter de gerestau
reerde panden is zij bezig, een kruiden
tuin tot bloei te brengen.
Met één ding is zij inmiddels erg geluk
kig: dat het gelukt is om de bibliotheek
erin te krijgen. Zijzelf: „Dat levert aan
loop en drukte op. Erg gezellig. De
kinderen zitten tot bij mij op zolder.
Maar tegelijk haal je de mensen binnen,
en dan zien ze van dichtbij wat er met
een goede restauratie te bereiken valt.
Dat wekt en ik merk dat duidelijk
belangstelling voor het oude. Ze gaan
hun eigen plaats met andere ogen zien.
Het stimuleert." Zijzelf had de bewoners
van de Stoofstraat daar al op voorbereid
door hun, bij de start van de restauratie
en de aanbieding van een opgepoetste zil
veren gulden aan de burgemeester, een
doos bonbons te sturen met de bemoe
digende mededeling: Wij zijn een last
voor u, wij worden een lust voor u. Dat
weet het hele eiland nu al.
De kapel
De restauratie van „De twee stoven", die
nagenoeg drie ton vergde, wekt niet
alleen interesse voor het eigene en histo
rische, zij leidt ook tot nieuwe, daad
werkelijke impulsen. Een voorbeeld daar
van ziet mevrouw Zelders in de restaura
tie van de Gasthuiskapel. Die stond, heel
letterlijk, een straat verder zonder dat
Tholen er eigenlijk nog enig vermoeden
van had dat er zoiets als die oude kapel
was. Zij was, al jaren her, tot drie win
kels vertimmerd en vrijwel niets wees
meer op een hoog koor met nissen en
zware muren. Maar nu wordt dat alle
maal weer teruggevonden, en uit de ver
schuiling komt een historisch gebouw
naar voren. Een ontdekking, net als „De
twee stoven". En net zo interessant voor
mevrouw Zelders als het blootleggen van
de vloer met oude plavuizen in het voor
portaal van wat nu een bibliotheek is.
GW
keltjes, die erin gevestigd waren, werden
opgedoekt. Toch boden ze, in hun
oorspronkelijke vormgeving, voor het
herstel nog wel een aardig houvast. Het
over de gevels verdeelde jaartal (1622)
wijst erop, dat het van origine om twee
panden gaat die bij elkaar hoorden. Wel
licht heeft ook het pand links ervan tot
de groep behoord. En mevrouw Zelders
ziet het dan al weer helemaal voor zich:
die Stoofstraat heeft vroeger natuurlijk
in z'n geheel uit hetzelfde type gevels
bestaan. Van die oude architectuur zijn
nu in ieder geval twee gevels gered. Twee
panden gloriëren weer.
Twee stoven
Vraagt men er in Tholen naar, dan is het
wel verstandig om „De twee stoven" te
noemen. Want onder die naam zijn de
panden inmiddels bekend. Vanwaar die
naam? Dat is een stukje geschiedenis dat
mevrouw Zelders voor zichzelf
overigens verantwoord heeft opge
diept. Tot diep in de vorige eeuw be
stond op Tholen een belangrijk middel
van bestaan uit het winnen van rode
kleurstof uit de meekrab een plant, die
daartoe in droogschuren (stoven) ge-~