De twee stoven - een impuls In het hart van het toch wel aandoenlijke stadje Tholen staan, in de smal-intieme Stoofstraat, twee gevels die er fleurig uit springen. Zij tonen stijlvol het werk van de vakkundige restaurateur. Het zijn, zonder meer, twee juweeltjes geworden. En daar is niet alleen de eigenaresse, mevrouw J. E. Zelders-Thomas uit Was senaar, heel erg blij mee, maar héél Tholen. De bewoners van stad en eiland (en zij komen vee! over de vloer) laten dat mevrouw Zelders oók duidelijk mer ken, zo in de geest van: „Gut, mevrouw, wat is het toch mooi geworden. Wie had dat er nou achter gezocht. Het is wel logisch dat er zo wordt ge reageerd', want de twee panden hebben er jarenlang als haveloze krotten bijge staan. Weliswaar kwamen ze voor op de Monumentenlijst, maar dat keerde het verval nog niet. Dat veranderde toen mevrouw Zelders in dit blad een schets van beide panden zag, met daarbij de mogelijkheid om zete kopen. Maar dan wel restaureren natuurlijk Het herstel is inmiddels achter de rug en aangezien het in dit geval gaat om een treffend voorbeeld van wat particulier Initiatief vermag, achtte de redactie het temeer zinvol om eens in de Tholense Stoof straat binnen te stappen. Wanneer is het allemaal begonnen? Mevrouw Zelders, in het gezellige, eigen vertrek op de tweede verdieping: „Dat was in december 1970, toen ik die teke ning in het blad zag.' Ik werd op slag ver liefd op die geveltjes en heb contact gezocht met de burgemeester. De prijs bedroeg, symbolisch, één gulden. Wij naar Tholen om het te bekijken,-en ik moet zeggen dat een grote dosis voorstel lingsvermogen toch wel van pas kwam. Zó erg zag het er uit. Maar daardoor heen zag je toch: ook wel dat die panden, iets moois hadden iets dat waard was om hersteld te worden in (laat ik het toch maar zo noemen) de oude glorie." Daarbij ging het mevrouw Zelders niet om een tweede woning te bemachtigen. Zij: Ik beb meteen tegen de burgemees ter gezegd dat in de eerste plaats moest worden geprobeerd die: pandjes te* red den, met in het achterhoofd het idee om er dan een culturele bestemming aan te geven. Pas veel later kwam de gedachte boven dat het toch ook wel "leuk zou 1 en 2. De voorgevels: Hoe slecht en hoe goed 3 en 4. De achtergevels: Een gedaante verwisseling zijn om er zelf een plekje te hebben." De opzet, die haar voor ogen stond, sloeg bij de burgemeester erg goed aan. De nieuwe bibliotheek moest nog ondergebracht worden en lag daarvoor wellicht een kans in de Stoofstraat? De wederzijdse plan nen toen nog in een pril stadium klikten dus direct. „Het scheelt natuur lijk ook, al; een heel stuk ats je zelf enthousiast bent," zegt mevrouw Zel ders. „Dan heb je de kans dat anderen het oók worden:" Uitdaging Maar dat was het begin nog maar. Het begin in het zicht van een puinhoop. Want-veel meer was het in feite niet, daar in de, Stoofstraat. Aan de voorkant kon de top van de ene trapgevel maar moei zaam, bij elkaar worden gehouden, aan de achterzijde was één top zelfs helemaal verdwenen, de kappen waren deels weg dan wel in jammerlijke staat van verval en inwendig was er van alles en nog wat aan de panden verbouwd én vernield. Mevrouw Zelders: „In die puinhoop zag ik nu net de uitdaging. Ik zag vóór me hóe het allemaal kon worden." Zij nam architect A. Peetoom uit Voorburg in de arm, en de plannen rijpten en de gang van het herstel werd uitgestippeld. Hele maal vanzelf ging dat echter niet. Mevrouw Zelders.' „Twee keer heb ik ge dacht of het allemaal nog wel zou door gaan. De ene keer ging het om de ramen. Monumentenzorg wilde er platte ramen in, maar ik wilde die niet. Ik wilde Oud hollandse kruisramen met luiken. Ik denk dat ze er een beetje bang voor waren dat de pandjes er hier in de straat wat té sterk zouden uitspringen. Maar daar is toch niets op tegen? Laat men maar gewoon zien dat er gerestaureerd wórdt. Ik kan het alleen maar een plus punt vinden." De Oudhollandse kruis ramen met de (rode) luikep zitten er inmiddels in. Daar ging het eerste „ge vecht" om. Het tweede ging om de inwendige indeling. Enerzijds lag dé eis op tafel dat het óók intern twee panden zouden moeten blijven, anderzijds eiste de bibliotheek één overzichtelijke

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 26