Monument en samenleving
Een discussie-nota
De sectie Nederland van de Raad der
Europese Gemeenten heeft met een
discussie-nota een bijdrage willen leveren
aan M'75. In deze nota 125 pagina's in
fors formaat staat de zorg voor het
gebouwde leefmilieu centraal. In de inlei
ding wordt er aan herinnerd, dat de Raad
der Europese Gemeenten reeds eerder
een discussie-nota publiceerde over het
leefmilieu, doch daarin werd met name
de aandacht gevraagd voor het natuurlijk
milieu. De problematiek van de bescher
ming van historische gebouwen en stads
en dorpsgezichten heeft (echter) om ver
schillende redenen (ook) de aandacht
van de Raad.
Europa, met zijn rijk verleden, kent vele
gebouwen die als herinnering aan dit
rijke verleden kunnen worden gezien. De
noodzaak van behoud en bescherming
hiervan wordt steeds meer gevoeld, zo
constateert de nota.
In steeds bredere kringen komt men tot
de overtuiging, dat het bouwkunstig erf
goed moet worden beschermd. Lang
zamerhand wint ook de opvatting veld,
dat de zorg voor dit erfgoed geen doel op
zich is, maar een middel tot het leefbaar
houden c.q. maken van de omgeving. De
monumentenzorg wordt zodoende steeds
meer een onderdeel van een beleidspro
ces, gericht op het levendig functioneren
van steden en dorpen.
Problematiek
Het doel van de nota is om de gemeen
ten, andere betrokken instanties en
geïnteresseerden in het kort informatie
te verschaffen over de problematiek van
de monumenten. „Hierbij dient meteen
te worden aangetekend dat deze proble
matiek moet worden geplaatst tegen de
achtergrond van maatschappelijke ver
anderingen, die zich in de steden en op
het platteland voltrekken." De nota gaat
expliciet op deze maatschappelijke ver
anderingen in en geeft een aantal uit
gangspunten voor een eigentijds
monumentenbeleid. In de nota wordt de
gedachte uitgewerkt, dat het monumen
tenbeleid in feite een onderdeel dient te
zijn van het beleid inzake het behoud,
regeneratie en vernieuwing van oude
woon-en leefmilieus.
De discussienota is het resultaat van het
werk van een speciale studiecommissie
van de Raad der Europese Gemeenten,
welke onder leiding stond van drs. P. A.
Wolters, burgemeester van Middelburg,
en waarvan dr. N. J. M. Nelissen van het
Sociologisch Instituut van de Universiteit-
van Nijmegen, de rapporteur was. Daar
bij werden vruchtbare contacten gelegd
met het ministerie van CRM (drs. M. J.
E. M. Meissën) en de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg (ir. W. J. A. Benjamin-
se).
Knelpunten
Geconstateerd wordt, dat de huidige
monumentenzorg niet geheel vlekkeloos
verloopt. Er zijn knelpunten te bespeu
ren op uiteenlopende terreinen. Het gaat
hierbij om technische, juridische, finan
ciële, maar ook om sociale problemen.
Hierop wordt uitvoerig in de nota inge
gaan. In de omvangrijke documentatie,
waar op vroegere publikaties wordt
teruggevallen, wordt ook ruim aandacht
geschonken aan de nationale particuliere
organisaties, waarbij de Bond Heemschut
op de eerste plaats als een der oudste
wordt genoemd.
Ingegaan wordt op potentiële en reële
bedreigers van de monumenten, op de
eerder genoemde knelpunten en op de
argumenten voor monumentenzorg.
Suggesties en principes
In het laatste hoofdstuk geeft de nota
aan op welke principes het monumenten
beleid dient te steunen:
een actieve monumentenzorg
een integratie van het monumenten
beleid in het welzijnsbeleid in ruime zin
een nadruk op de sociale aspecten van
de monumentenzorg
het belang van de relatie monument-
omgeving.
het geven van een eigentijdse bestem
ming aan de monumenten, en
het activeren van de waardering voor
waardevolle leefmilieus.
In dit kader worden niet minder dan
zeventig aanbevelingen gedaan, waarvan
de voornaamste zijn:
de totale rijksbegroting ten behoeve
van de monumentenzorg dient drastisch
te worden verhoogd. In eerste instantie
dient een bedrag beschikbaar te komen
106
QLJ
Restauratie aan de
Amsterdam
Prinsengracht te