trappen de toppen van de zijgevels moest
hebben geteld. Het alleraardigste achter
huis, met de verbindingsgang naar het
hoofdgebouw, stond er nog. Daarmee
was in grote lijnen, zo stelt de architect
vast, de originele opzet van het-Maurits-
huis vrij snel duidelijk en nader uit te
werken. Er zat een vast ritme in. Die
gold niet alleen het exterieur, maar ook
de inwendige indeling. Die was, ondanks
al het verbouwen en vernielen, ook be
paald nog wel herkenbaar.
Bevestiging
Zo is de architect aan het tekenen ge
gaan, om van een armzalige puinhoop
weer een origineel gebouw te maken. Hij
vertelt: „Vaak is het zo dat je eerst eens
gaat graven, maar dat kon in dit geval
niet. We konden pas gaan graven toen de
restauratie begon. Daarbij ging het
natuurlijk om die afgebroken achtervleu
gel. Wat, zat er nog van in de grond?
Toen we dat hadden uitgegraven, bleek
het ons plan te bevestigen. Het zag er
allemaal precies zo uit als wij het hadden
uitgetekend, en daarmee waren er geen
geheimen meer." De architect moest
weliswaar de omgekeerde weg bewande
len, maar hij schoot 'nauwgezet in de
roos. Hij zegt, tevreden lachend nu: „Als
we iets anders in de grond hadden gevon
den, hadden we ons hele plan moeten
omgooien
Maar goed, het Mauritshuis had een
duidelijke structuur en geeft daar van
daag weer vorstelijk blijk van. Vorstelijk,
omdat het in zijn opzet en versiering een
rijk gebouw is. Het heeft rond twee mil
joen gulden gekost om dat weer op peil
te krijgen. Een kapitale ingreep, vooral
vanwege het feit dat een van die twee
forse vleugels helemaal herbouwd moest
worden. De bestemming is in dit geval
bijzonder passend: het Mauritshuis is
raadhuis geworden. Het oude stadhuis,
dat ook al zo sterk aan Prins Maurits
herinnert, werd te krap voor de gemeen
te. Zij heeft bestuur en apparaat nu zeer
royaal kunnen onderbrengen, en dat in
een omgeving waarin vele „bekende"
gezichten uit het verleden van de vesting
neerkijken op wat Willemstad ervan
gemaakt heeft en nog van gaat maken.
Want er valt nog wel Iets te doen. Er is
een aantal woningen dat nodig opge
knapt moet worden, terwijl er ook aan
de vestingwerken we! iets moet gebeu
ren. De wallen, met alles erop en erin,
zijn eigendom van de gemeente en secre
taris C. van Nispen vertelt dat de ge
meente maar één ding op het oog heeft:
ze in stand houden en „versterken".
Daarbij gaat het vooral om de kunst
werken zoals de sluisjes en de windwer
ken. Of de Duitse bunkers uit de Tweede
Wereldoorlog bij een opknapbeurt van de
wallen opgeruimd worden? Van Nispen:
„Voor mij hoeft dat niet. In die bunkers
zie je ten slotte ook weer een bepaalde
periode van de vesting.
GW
3. Het Mauritshuis nu.
4. De achtervleugel staat er weer.
5. Twee soldatenwoningen die aan res
tauratie toe zijn.
5