m
W
i
3
m
104
Tekening
in vliegeniers
perspectief van het
gerestaureerde Mauritshuis
Het Princehof, dat in de loop der tijden
diverse namen heeft gehad en het meest
bekend is onder de huidige naam
Mauritshuis, heeft analoog aan die van
de veste een veelbewogen geschiedenis
achter de rug. Het dateert, volgens de
vermelding boven de hoofdingang, uit
1623. Het is opgetrokken in Hollandse
renaissance-stijl, maar wie er de bouw
meester van is, is niet bekend. Prins
Maurits zelf heeft overigens maar weinig
van zijn buiten kunnen genieten, want
hij overleed in 1626. Daarna kreeg het
prinselijk verblijf de bestemming van
ambtswoning voor de gouverneur van de
stad (vandaar, dat het ook wel „Gouver
nement" wordt genoemd) en het bleef
dat tot 1795.
Aftakeling
Het proces van aftakeling moet zich toen
al hebben ingezet. Het staat ook wel vast
dat het gebouw, in die laatste fase als
„Gouvernement", rake klappen moet
hebben opgelopen. Dat moet gebeurd
zijn in 1793, toen de Fransen de vesting
Willemstad zestien dagen belegerden. Zij
hadden alle andere Brabantse vesting
steden in handen
gekregen, maar het bolwerk
aan het Hollandsch Diep weigerde
zich over te geven. En dus werd het
vechten. De Fransen bombardeerden
Willemstad bijzonder hevig (met alle
gevolgen van dien), maar de veste bleef
overeind. Zo ook het hoofdkwartier, het
Mauritshuis, Maar men kan gevoeglijk
aannemen, dat het niet ongeschonden uit
de strijd is gekomen.
Vijf jaar na het beleg door de Fransen
komt de Departementscommissaris A. W.
Swart in een rapport over de domein
goederen te Willemstad tot de conclusie
dat het „Gouvernement" zodanig
„ontramponeerd" is, dat afbraak nog het
enige is Dat moet dan vooral op het
inwendige hebben geslagen, want van
buiten werd het gebouw toch nog wel
„hecht en sterk" bevonden. Aan algehele
afbraak ontkomt het Mauritshuis, maar
het moet wel zijn achtervleugel (die in
langsrichting tegen de voorvleugel staat)
goeddeels missen. Daarmee verdwijnt in
1823 een integraal en karakteristiek stuk
van het gebouw. Zeven jaar later wordt
het voorvak ingericht als militair hospi
taal, onder de naam „Infirmerie". Weer
later zit er een militair postduivenstation
in en van 1906 tot 1956 is het mare
chausseekazerne.
Restauratie
In 1968 krijgt de gemeente Willemstad
het historische Mauritshuis in handen (er
wonen dan drie gezinnen in) en besluit
tot restauratie. Daarvoor wordt aange
trokken architect Jan Walraad (42) uit
Br iel Ie. Hoe trof hij het gebouw aan?
Walraad: „Zeg maar dat, met die achter
vleugel, zo ongeveer de helft van het
gebouw verdwenen was. Van de zijgevels
van de voorste vleugel waren de trappen
weg. De ramen waren afgeplat en in de
boogvullingen van de onderste rij ontbra
ken de natuurstenen ornamenten
(strikken en linten). Inwendig was er, na
al die bestemmingen die het gebouw
heeft gehad, natuurlijk ook niet veel
meer heel. Ik kan wel zeggen, dat heter
allemaal zeer slecht uitzag. Sterk ver
waarloosd, veel verknoeid."
Of anders: architect Walraad is wel even
geschrokken toen hij het Mauritshuis
voor het eerst betrad. Hij: „Er mag dan
veel bekend zijn over de geschiedenis van
het gebouw, maar van de architectuur
was in de archieven bar weinig terug te
vinden. Eén houvast was er in ieder
geval. Een gravure uit 1793, uit het jaar
van het Franse beleg dus. Die maakte
duidelijk dat het gebouw oorspronkelijk
twee nagenoeg gelijke vleugels of vakken
met zijtoppen moest hebben gehad. In
het stuk van het achtervak, dat er nog
stond, was dat ook op te sporen. In de
kap vonden we bovendien de construc
ties van zeven dakkapellen terug."
Maar er was méér. Zo ontdekte men in
het restant van de achtervleugel, dat die
vleugel hetzelfde type raam moest
hebben gehad als de voorste. Aan de
hand van de speklagen (banden van
natuursteen in het baksteenwerk) kon
bovendien worden vastgesteld hoeveel