aan zijn eigen, dringende public-relation-
werkzaamheden het onderhouden van
contacten in het land, de propaganda,
enz. te weinig toekomt. Om deze reden
is op de begroting nu een post opge
nomen voor het aantrekken van een
nieuwe kracht, die zich voornamelijk
met de „gevallen" zal gaan bezig houden.
Tot alle medewerkers en medewerksters
richtte de voorzitter een woord van grote
waardering voor al hetgeen zij in het
afgelopen jaar hebben verricht, waarbij
vooral ook naar meer efficiency is ge
streefd, zowel met betrekking tot de
algemene administratie als t.a.v. de docu
mentatie en de financiële administratie.
Een speciaal woord van hulde richtte dr.
Hoegen tot ir. Gerritse, die met de lei
ding van ons Woudrichem-project is
belast.
Grote waardering had de voorzitter ook
voor het werk van de commissie ad hoe
„het gezicht van de Bond Heemschut,
speciaal gericht op de jongeren" onder
leiding van mr. F. C. J. Ketelaar, welke
commissie inmiddels een interim-rapport
heeft uitgebracht. Op korte termijn zal
dit rapport in het dagelijks bestuur wor
den behandeld.
De financiële situatie van Heemschut
baart wel enige zorgen. Daarom was de
voorzitter verheugd te kunnen mede
delen, dat CRM een verhoogde subsidie
heeft toegezegd op voorwaarde, dat de
bond over 2^ jaar selfsupporting zal zijn.
Dat moet en dat betekent, dat Heem
schut meer leden zal moeten krijgen, ter
wijl aan een verhoging van de contributie
niet zal zijn te ontkomen.
Jaarverslag
Het omvangrijke jaarverslag gaf betrekke
lijk weinig aanleiding tot discussie. Daar
in wordt uitvoerig ingegaan op de derde
Nota Ruimtelijke Ordening. Het verslag
beoordeelt deze nota positief en het con
stateert, dat er „duidelijk afstand wordt
genomen van de inzichten, zoals deze
waren vastgelegd in de tweede nota".
Deze opmerking was voor dr. ir. R. van
de Waal aanleiding op te merken, dat hij
het daarmee niet eens was. In de tweede
nota werd gezegd, dat er onvoldoende
middelen zijn om het beleid in een goede
richting te brengen. In de derde nota
ontbreken die middelen wederom, aldus
de heer v. d. Waal. Het ontbreken van
het noodzakelijke instrumentarium
vormt z.i. het grote probleem.
In het verslag wordt ir. F. Ottevangers
grote erkentelijkheid betuigd voor zijn
werk als T.A., van welke functie hij nu
afscheid heeft genomen. Dank ook
wordt gebracht aan ir. Ch. C. van der
Vlis, die, hoewel hij als T.A. is afgetre
den, toch nog bereid was in sommige
gevallen van advies te dienen. Dank even
eens aan jhr. mr. M. W. C. de Jonge
(provinciale cie. Gelderland) en drs. A.
Bertoen (prov. cie. Utrecht) voor het
vele werk, dat zij hebben verricht.
Het verslag maakt verder melding van de
verschijning van de nota over de stads
vernieuwing. Als derde belangrijke punt
noemt het verslag de ingrijpende wijzi
ging van de Monumentenwet, die in
voorbereiding is. Hierbij is van het groot
ste belang, dat het ontbreken van een
onderhoudsplicht in de bestaande wet, in
de nieuwe wet wordt ondervangen.
Een positief punt noemt het verslag het,
dat ook het ministerie van Volkshuisves
ting en Ruimtelijke Ordening in steeds
toenemende mate een deel van de lasten
met name van restauraties in rehabilita
tieprojecten in de binnensteden draagt.
Hoewel bij de ruilverkavelingen ook
nieuwe inzichten veld winnen, zal meer
dan voorheen aandacht moeten worden
besteed aan het behoud van het land
schappelijk karakter.
Het jaar 1973 gaf een toeneming van 835
leden en donateurs te zien. Aan het einde
van het verslagjaar: 8584 leden. Er tra
den 31 leden beneden 25 jaar toe.
Tot zover zeer beknopt het jaarverslag.
Financiën
De penningmeester drs. J. M. Hengeveld
gaf vervolgens een toelichting op de over
gelegde financiële stukken. De cijfers
tonen aan, dat de activiteiten van Heem
schut zich in 1973 aanmerkelijk hebben
uitgebreid. Bij een vergelijking van de
totalen van balans en baten- en lasten-
rekening over de jaren 1972 en 1973
komt een toeneming van ca. 30 procent
naar voren. Dat in deze periode van
sterke groei oplopende tekorten ontstaan
hangt enerzijds samen met een na-ijling
van de groei van de contributie
inkomsten die de verhoogde uitgaven,
zodanig niveau te houden dat voren
bedoelde toeneming der inkomsten ge
legenheid geeft het verschil met de ver
grote uitgaven te verkleinen.
De toeneming van het tekort ad
f 17.746,39 over het afgelopen boekjaar
is terug te voeren tot de volgende oor
zaken:
hogere personeelskosten f 27.418,—;
hogere kósten secretariaat (bondsbureau)
f 13.541,-;
hogere kosten ledenwerving, tentoonstel
lingen e.d. f 2.669,—;
hogere kosten tijdschrift f9.196,—; te
zamen f 52.824,—.
Hier tegenover stonden:
hogere opbrengst van de contributies
f 15.823,-;
hogere opbrengst giften e.d. f 12.430,—;
hogere subsidies f 5.000,—
hogere interestbaten f 1.825,—; te zamen
f 35.078,—. Per saldo hoger tekort
f 17.746,-.
De relatief sterke stijging van de perso
neelskosten is terug te voeren tot de nor
male, jaarlijkse verhoging van het salaris
niveau met samenhangende sociale lasten
met ca. 10 tot 15 procent. Voorts heeft
het nieuwe beleid, dat-zijn basis vindt in
de door de algemene vergadering van
1973 goedgekeurde beleidsnota, een uit
gebreide informatie aan de leden en
donateurs vóór en na de algemene leden
vergadering met zich gebracht, alsmede
daarmee direct samenhangende activitei
ten. Ook de wijziging van de statuten
bracht extra kosten met zich mee. Een
en ander maakte een vrij hoge extra uit
gave noodzakelijk voor personeelskosten
(overwerk, diensten van derden e.d.). De
kosten gingen verder omhoog door uit-
Koor van van de Utrechtse Dom; voor de breiding van het aantal technische advi-
bezoekers van de jaarvergadering was er seurs met vjjf personen.
geen tijd om er zich aan te verlustigen. Het secretariaat ondervond uiteraard ook
o.m. ledenwerving ten doel hebbende, in invloed van de algemene kostenstijging in
één jaar niet direct zullen volgen en ons land. Hierbij speelt overigens de
anderzijds omdat het bestuur het ver- grotere omvang van de bond een niet te
trouwen heeft, dat, gezien de grotere verwaarlozen rol.
activiteiten in den lande, in de toekomst Het voorgaande is voor het merendeel
de van overheidswege te ontvangen subsi- eveneens van toepassing op de uit-
dies gelijke tred zullen houden met het komsten van het tijdschrift (hogere
in omvang toenemende werkterrein van papierkosten, hogere drukkosten, hogere
Heemschut. Dit neemt niet weg, dat alles porti-kosten) waartegenover echter deels
in het werk zal moeten worden gesteld hogere inkomsten uit het vergrote adver-
de uitgaven voor 1974 reëel op een tentievolume staat.