de met. Maar daarna was tegelijk de weg
vrij voor allerlei bijverschijnselen en uit
wassen. Ze liggen vandaag in de grachten
opgestapeld. Als wanstaltige wegwerp-
produkten die niettemin de neiging ver
tonen om taai door te sukkelen.
Verruiming
Een lastige zaak in lastig Amsterdam, die
woonschepen.
Zij groeide in ieder geval het stadsbe
stuur boven het vroede hoofd. Dat be
stuur sprak dan wel, als dat gelegen
kwam, van de noodzaak van een „zorg
vuldige begeleiding" maar dat heeft in de
praktijk nooit iets uitgehaald. Inciden
teel is getracht om in te grijpen doch de
paar schepen die dan werden wegge
sleept, lagen een dag later weer op het
oude stekje Dat heeft bij de vermoei
de gemeente geleid tot een steeds grotere
verruiming van het beleid. De illegale
schepen (dus buiten de aangewezen lig
plaatsen) konden geen aansluiting op
water en stroom krijgen. Maar daar werd,
mede onder druk van twee actiecomités
van bootbewoners, aan het eind van
1972 anders over gedacht. Als nieuw ele
ment kwam er toen in een vergunning
voor een „verspreide ligplaats."
Buiten de aangewezen ligplaatsen om
kon men daarmee ook water en stroom
toegevoerd krijgen als (kortweg) aan de
volgende voorwaarden werd voldaan:
1De aanvrager moest tenminste twee
jaar in het bevolkingsregister van Amster
dam ingeschreven staan en in Amsterdam
werken.
2. Het woonschip moest, wat betreft af
metingen en constructie, voldoen aan de
minimale eisen van veiligheid en bewoon
baarheid (dus een bewoningsvergunning
van de Commissaris der Koningin en die
vraagt nog minder dan voor een keet).
3. De gekozen ligplaats mocht niet on
aanvaardbaar zijn uit een oogpunt van
gevaar of hinder (voor de bootbewoners
zelf of voor anderen) of van aantasting
van stedeschoon, en evenmin strijdig met
de rechten van derden. Aldus geformu
leerd, door de gemeente.
De gemeente is er hiermee van uitgegaan
dat zij enige greep op de zaak zou kun
nen krijgen, maar de praktijk wijst uit
dat het bar weinig heeft geholpen. Het
arken-probleem is nog altijd even groot.
Groeit zelfs. Dat bracht de gemeente er
medio vorig jaar toe het toch al losse be
leid nog verder te verruimen. Dit, na
weer een gesprek met beide actiegroepen
„Het Amsterdamse Botencomité" en
„De Doordrijvers". Het resultaat: 1.Er
wordt niet opgetreden tegen het boten-
bestand dat er is. 2. Uitbreiding van het
bestand blijft in principe voor Amster
dammers mogelijk is. 3. (last but not
least) Iedere bootbewoner maakt kans
op aansluiting op het elektriciteitsnet,
onder voorwaarde dat die aansluiting
veilig kan worden aangebracht. De bewo
ner moet bovendien tenminste twee jaar
in Amsterdam ingeschreven staan en wer
ken.
Protest
De wettelijk verplichte eis dat de boot
bewoner een bewoningsvergunning van
de Commissaris der Koningin op tafel
moet kunnen leggen, is geheel door B en
W ingetrokken. Nu was er van de wet in
Amsterdam toch al niet veel meer heel,
en wat geeft het dan nog om het laatste
restje in stand te houden? Een aantal bij
de materie betrokkenen, waaronder de
Bond Heemschut, vindt evenwel dat
Amsterdam scheef zit. Zij hebben bij de
Kroon protest aangetekend tegen de
(verruimings)besluiten van B en W. „Die
besluiten zijn," stellen zij, „in strijd met
de wet, althans het algemeen belang
daaronder begrepen de algemene beginse
len van behoorlijk bestuur". Toegegeven,
de Woonwagenwet is totaal verouderd.
Maar zij is nog altijd wél van kracht.
Het protest stelt voorts „dat het zoveel
mogelijk ongerept houden van de
Amsterdamse grachtengordel uit een
oogpunt van stedeschoon beschouwd
moet worden als een algemeen belang."
En wat gebeurt? Het karakteristieke en
schilderachtige van de grachten wordt,
juist in het hart van de stad, ernstig aan
getast door de chaotische verzameling
woonboten. Het is een complete wirwar,
op het water en op de kaden. In een be
roep op de woningnood ziet het protest
het ook niet zitten, omdat de bootbe
woners (op een enkele uitzondering na)
nu niet bepaald behoren tot die groep
mensen die om een huis op de wal staan