86
De foto's op deze twee pagina's en op de
volgende geven een beeld van de wan
orde in de Amsterdamse grachten.
Foto's: Sabel en Daniels
jaar geldige bewoningsvergunning op die
wordt afgegeven door de Commissaris
der Koningin. Bij het verlopen van de
vergunning moet het schip opnieuw ge
keurd worden. Zo wil de wet het. Nu
nóg. En daar zit dan meteen al een van
de struikelblokken in. Gewoon, omdat
het uitgangspunt van de wet de situatie
van vandaag in het geheel niet meer dekt.
Massaal
Destijds ging het om een beperkte
(„aparte") bevolkingsgroep. Om een
luttel aantal zwervers. Maar vandaag
manifesteert het wonen op een boot zich
als een massaal verschijnsel dat heel
andere groepen met heel andere motie
ven trekt. Die motieven kunnen erg uit
eenlopen, dan wel in elkaar overlopen.
Ongetwijfeld een van de belangrijkste
was en is nog (zeker voor een grote groep
van jongeren) de woningnood. Vooral in
een stad als Amsterdam en over
Amsterdam gaat het in dit artikel. Er zijn
ook velen die het gewoon fijn vinden om
op het water te wonen en die je met geen
stok van hun boot krijgt, ook al zou je
hun een villa aan de Goudkust aanbie
den. Bovendien, wonen op een boot is
goedkoop.
Er zijn er ook die het zoeken in een
vorm van alternatief wonen en elkaar,
vaak in'groepen, op de boten gemakke
lijk vinden. Zij vormen de bonte figuren.
Bont en talrijk. Daarnaast zijn er nog
figuren die op de wallekant liever niet
oog in oog met de politie komen te staan
en op de warrige woonschepen een zo
doeltreffend mogelijke camouflage
zoeken. Vrij algemeen zou men kunnen
stellen dat het (mede) van de motivatie
van de bewoners afhangt hóe de boot
eruit ziet; de mensen, die het water óm
het water zoeken, doen er vaak heel wat
aan en maken er drijvende paleisjes van.
De „alternatievelingen" denken er, uiter
aard, heel anders over en rommelen maar
wat aan. Om maar te zwijgen van de
„onderduikers" die her en der onder een
dekzeil verdwijnen.
Chaos
Inmiddels hebben de ontwikkelingen (na
de oorlog opgekomen en de laatste jaren
nog versterkt) wel geleid tot chaotische
toestanden. De grachten in het centrum
zijn als het ware overspoeld door woon
schepen. Nou ja, wat dan woonschip
heet. Vaak is het niet meer dan een drij
vend krot dan wel een volslagen wille
keurig in elkaar getimmerd bouwsel. Of
anders: Als er ergens wordt gespot met
de begrippen „wonen" en „milieu", dan
is dat op het Amsterdamse grachten
water. Toch zou het bepaald niet juist
zijn om daar klakkeloos de bootbewo
ners de schuld van te geven. De schuld
ligt eerder bij de gemeente die het pro
bleem niet de baas kon. Toegegeven, ook
zij zat in de maag met een verouderde
wet maar er waren, zelfs onder de druk
van de veel aangehaalde woningnood,
nog wel wegen open om tot een gericht
beleid te komen. Maar dat beleid heeft
ontbroken, en de bootbewoners hebben
er gretig van geprofiteerd
In eerste instantie heeft Amsterdam keu
rig aan de wet voldaan. De wet legt
namelijk niet alleen een verplichting (tot
goedkeuring) op de bootbewoners, zij
stelt ook aan de gemeente een eis. Zo is
de gemeente gebonden aan het aanwijzen
van officiële ligplaats dan wel ligplaatsen,
voorzien van stroom en water. In
Amsterdam waren die al gauw bezet en
toen men het aanbod van (goedgekeur
de) schepen niet aan kon, heeft men
officieuze ligplaatsen ingesteld. Daar
konden de bootbewoners dan blijven lig
gen tot er een officiële ligplaats vrij
kwam. Dat werd vaak lang wachten.
Voor velen té lang zodat zij met hun
schip, wel of niet goedgekeurd zelf wel
een plek zochten. De (woning)nood brak