Industriële archeologie Een jonge wetenschap: In 1955 werd door de heer M. Rix 1) van de Universiteit van Birming- ham voor het eerst het begrip Industriële Archeologie (IA) geïn troduceerd en van dat moment is de belangstelling voor IA, eerst in het Verenigd Koninkrijk, maar later ook elders in Europa, in een zeer snel tempo toegenomen. Maar wat is eigenlijk IA? Dat is niet zo een voudig te zeggen, want zoals met zo vele jonge takken van wetenschap en dat is IA bezig te worden het geval is, bestaat er nog geen een stemmigheid over een juiste defini tie. Rix definieert vrij vertaald IA als: „Het vastleggen, het in spe ciale gevallen conserveren en het interpreteren van lokaties en (res tanten van) bouwsels van vroeger industriële acitiviteit, met enige voorkeur voor die uit de periode van de Industriële Revolutie. Dr. E. R. R. Green (2) stelt dat „de industrieel archeoloog zich bezig houdt met het vastleggen en bestuderen van de overblijfselen van vroegere industriële activiteiten en in het bijzonder van die uit de achttiende en negentiende eeuw. Het daarbij noodzakelijke veldwerk, inclusief opgravingen, en de methodiek van het vastleggen van de resultaten .daar van, maken dat IA tot de archeologie behoort ook al worden de resultaten niet door de archeoloog, maar door de be oefenaren van de geschiedenis der tech niek en de economische geschiedenis gebruikt". Deze twee definities, uit vele andere, leren reeds dat bestudering van overblijfselen van industriële bouwsels of terreinen als primaire taak van de IA wordt gezien en dat conservering niet of nauwelijks aan de orde wordt gesteld. Raistrick (3) is het daar wel mee eens, hoewel hij in zijn boek over IA nogal te keer gaat tegen al degenen die zich uit sluitend willen beperken tot het tijdperk van de Industriële Revolutie. Hij zou het liefst bestudering van alle industriële activiteiten van de prehistorie tot het heden het domein van de IA willen maken. Deze gedachtengang is wel juist, want ook vóór de Industriële Revolutie kwamen er in vele landen reeds zeer be langrijke industrieën voor. Wat Neder land betreft kunnen we daarbij denken aan onze scheepswerven, steenbakke rijen, bierbrouwerijen, lakenweverijen e.d. Zelfs in de prehistorie waren er bijv. in Engeland werkplaatsen c.q. indus trieën voor het maken van stenen gereed schappen, hoewel de bestudering van de overblijfselen hiervan weer tot het gebied van de „gewone" archeoloog wordt ge rekend. In Nederland Het is vrijwel ondoenlijk om voor Neder land een opsomming te geven van alle industriële bouwsels waarvoor de indus trieel archeoloog zich zou kunnen interesseren. Daarbij komt nog dat bij IA het begrip industrie ruim wordt gei'nter- Locomotief-stelplaats bij Werkspoor Amsterdam, na 1909

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1974 | | pagina 25