len, langzaam begonnen. Een jaar of vier
geleden kwam de eerste restauratie klaar,
de ,oude kijkboerderij' Bruntingerhof.
Belangrijk, zo'n eerste project. Je ziet
dan wat het worden kan. Daarna is het,
met de royale steun van overheden en
diensten, in versneld tempo gegaan."
De Stichting heeft nu tweederde van het
dorp (dat is in ieder geval vrijwel de hele
kern) in bezit, daarbij een handje gehol
pen door de snelle sanering in de land
bouw waardoor er boerderijen vrijkwa
men. Vier ervan zijn op het ogenblik in
herstel. En volgend jaar dan valt op al dit
werk het volle licht, in het kader van
M 75. Op een treffend voorbeeld van hoe
het óók kan. De burgemeester: „Orvelte
is een voortrekker. Er wordt, in meer
dan één opzicht, een hoop pionierswerk
gedaan. Uniek werk. Er is geen tweede
Orvelte, en dat zal er wel niet komen
ook. Het past bovendien helemaal in het
kader van M 75. Daarin gaat het om de
totaliteit. Orvelte is zo'n totaliteit. Klaar
in '75? Nee, dat zijn we niet. Dat zal
nog wel een jaar of vier, vijf duren. Maar
dit jaar komt zeventig procent van het
restauratiewerk toch nog wel gereed. Met
de bestemmingen zijn we dan op de
helft."
Eigentijds
Die bestemmingen vormen een verhaal
apart. Burgemeester Lieve: „Het is niet
de bedoeling (ook nooit geweest) om van
Orvelte een openluchtmuseum te maken.
Integendeel. We zijn niet van restaureren
sec uitgegaan, maar hebben ons bij alles
steeds de vraag gesteld: Hoe laten we het
weer functioneren? Hoe geven we er
bestemming aan? Het oude dorpsleven
terughalen Dat is een schim. De
oude boeren zijn er trouwens niet meer.
Je leeft in de tijd van vandaag. En de
consequentie daarvan is dat je moet gaan
zoeken naar passende, eigentijdse be
stemmingen. Niet eenzijdig (dus geen
artiestendorp), maar van een zekere veel
soortigheid. Dat is niet eenvoudig. Maar
tot nu toe en daar zijn we erg blij mee
is het aardig gelukt. Daarbij zijn we
zeker geholpen door het feit dat er in die
oude boerderijen veel ruimte zit, zij het
dan dat ze over het algemeen vergaand
gerestaureerd moeten worden."
Ook in zijn verzameling van bestemmin
gen groeit Orvelte uit tot een uniek pro
ject. Gaat hetenerzijds om het weer
laten functioneren van lege hofsteden,
anderzijds mag de landbouw niet uit het
dorp verdwijnen. Integendeel. Er wordt
zelfs alles aan gedaan om de oude tak
van bedrijvigheid die eens karakter en
ritme van het leven in Orvelte bepaalde,
er te houden. Dat betekent moderne
landbouw onder het oude rieten dak,
maar ook „ouderwetse" landbouw, met
paarden op het in zijn oorspronkelijke
structuur herstelde „olde land". Het be
tekent de geur van hooi, het aanslaan van
de heemhond en de kip die ijlings de
dorpsstraat oversteekt.
Drie richtingen
Wat de andere bestemmingen betreft is
en wordt welbewust gemikt op drie rich
tingen: een educatieve, een artistieke en
een recreatieve. Het plan daartoe is feite
lijk nog niet rond (dat kan ook nog niet)
maar in hoofdlijnen is het al wel uitge
stippeld en is Orvelte al op weg. Tot de
educatieve sector behoren de nu net met