Monumentenjaar 1975
HEEMSCHUT
46
Met weergaloze snelheid verspilt
de wereld zijn schatten. Een deel
daarvan, zoals de delfstoffen, is
natuurlijke rijkdom. Andere zijn
door de mens vervaardigd, zoals
de grote kunstwerken, die
onze voorouders ons hebben nage
laten. Stuk voor stuk zijn ze
onvervangbaar; eenmaal verloren
gegaan kunnen ze nooit worden
teruggewonnen of opnieuw ge
maakt. Schilderijen, beeld
houwwerken en kunstvoorwerpen
plaatsen we in musea.
Maar hoe staat het met historische bouw
werken in steden en dorpen? Door ver
waarlozing en verandering worden deze
„illustraties van het verleden" in geheel
Europa ontluisterd en vernield. Het is
onze plicht, hetgeen ervan over is te be
waren ten behoeve van toekomstige
generaties en wij mogen het verdwijnen
ervan niet aanvaarden als onvermijdelijke
prijs voor „vooruitgang". Alleen een
gezamenlijke krachtsinspanning van
Europa's volkeren evenwel kan de
ommekeer in mentaliteit bewerkstel
ligen, die voor het behoud van deze kost
bare nalatenschap onontbeerlijk is. Dat
stond de Raad van Europa voor ogen,
toen hij 1975 tot Europees Monumen
tenjaar uitriep.
Het bovenstaande ontleenden we aan een
brochure, die belangstelling wil wekken
voor het Monumentenjaar. Elders in dit
nummer kan men lezen over de grote bij
eenkomst, die onlangs in de Pieterskerk
in Utrecht is gehouden en waarin de
Stichting Nationaal Comité Monumen
tenjaar 1975 in de openbaarheid is getre
den. Van die stichting is Prins Claus ere
voorzitter. De oud-staatssecretaris van
financiën, dr. F. H. M. Grapperhaus is
voorzitter van het algemeen bestuur, drs.
J. M. Hengeveld, lid van het dag. bestuur
van Heemschut, is penningmeester en
verder maken Heemschuts' voorzitter,
dr. R. Hoegen en onze gedelegeerde de
heer J. A. de Zwaan deel uit van het velen
omvattende algemene bestuur. Secretaris
is de heer E. van Heyst, hoofd van de
afd. Europese samenwerking van het
ministerie van CRM (Steenvoordelaan
370, Rijswijk Z.H.; tel. 070-940233,
toestel 2102)'.
Doel
Wat is nu het doel van het Monumenten
jaar? De eerdergenoemde brochure geeft
er het antwoord op: het doel is de be
langstelling en de liefde van de naties van
Europa voor hun gemeenschappelijke
architectonische erfdeel aan te wakke
ren, de aandacht te vestigen op de ge
varen, die deze nalatenschap bedreigen
en voor de actie te zorgen, die voor het
behoud ervan nodig is. Met deze alge
mene opzet zal de stoot worden gegeven
tot maatregelen om
a) bouwwerken en terreinen van archi
tectonisch of geschiedkundig belang te
beschermen en hun een rol in de heden
daagse samenleving te geven;
b) het eigen karakter van steden en dor
pen te behouden en te accentueren.
De Raad van Europa heeft de algemene
opzet van de campagne toevertrouwd
aan het organisatiecomité voor het Euro
pese Monumentenjaar 1975 onder voor
zitterschap van Duncan Sandys, presi
dent van „Europa Nostra" (de inter
nationale federatie van ca. honderd orga
nisaties voor natuurbescherming en
monumentenzorg). In dat comité hebben
vertegenwoordigers zitting van de rege
ringen der Europese staten, van de Raad
gevende vergadering van de Raad van
Europa, van de Commissie der Europese
Gemeenschappen, van de Europese con
ferentie van gemeentebesturen, van de
UNESCO en van verschillende andere
internationale organisaties. Van het orga
nisatiecomité maakt ook deel uit de heer
J. A. de Zwaan, gedelegeerde van Heem
schut.
Om het gestelde doel te bereiken beoogt
de campagne voorlichting van de bevol
king door middel van pers, radio, televi
sie, onderwijs, films, tentoonstellingen,
lezingen, conferenties, rondleidingen,
opknap-acties, prijsvragen, enz.
Voor elk land zijn enige projecten uitge
kozen, waarop bijzondere aandacht zal
worden gevestigd. Voor Nederland zijn
dat: Amsterdam, Middelburg en Orvelte
(Drenthe).
In de elf provincies zijn of worden
comités opgericht om de gewestelijke
activiteiten te coördineren. Ook plaatse
lijke groepen worden geformeerd.
Wat kunnen we doen?
Het antwoord op bovenstaande vraag
luidt:
Verkeer en parkeerders weren waar die
de aanblik van monumenten schaden;
voetgangersgebieden scheppen; vervallen
buurten opknappen; oude gebouwen res
taureren en hun een nieuwe taak geven;
bovengrondse leidingen, antennes, licht
reclames, aanplakborden verwijderen;
afbraak en nieuwbouw goed in de hand
houden; stads- en dorpsgezichten ver
fraaien met behulp van bomen en plant
soenen; uithangborden en straatverlich
ting in de juiste stijl uitvoeren; het ge
zicht op interessante monumenten ver
beteren en er schijnwerpers op richten
om maar enkele voorbeelden te noemen.-
Niet alleen het uiterlijk aanzien van
gebouwen is daarbij gebaat, maar de
campagne kan werkgelegenheid verschaf
fen, huisvestingsmogelijkheden scheppen
en kwijnende stadsgedeelten verleven
digen.
Congres
De resultaten van alle acties zullen in
oktober 1975 worden bezien en vergele
ken tijdens een Europees slotcongres
met tentoonstelling en films in Amster
dam dan 700 jaar stad. Op dat congres
zullen enige duizenden deelnemers maat
regelen beramen opdat de campagne, o.a.
door het opstellen van een ontwerp-char-
ter voor de wetgeving met betrekking tot
de monumentenzorg in geheel Europa,
ook na 1975 zal blijven leiden tot een
toekomst voor ons verleden.
Dat hierbij een belangrijke taak is weg
gelegd o.m. voor de Bond Heemschut en
zijn duizenden leden, behoeft nauwelijks
betoog. Ons blad hoopt in volgende
nummers met interviews en artikelen de
actie voor het Monumentenjaar 1975 te
ondersteunen.
v. d. W.