Duncan Sandys:
Monumentenzorg in tijdnood
1975 is uitgeroepen tot Europees
Monumentenjaar. De redactie van
Heemschut is voornemens hieraan de
nodige aandacht te besteden.
In het oktober-nummer van de vorige
jaargang werd het Europees Monu
mentenjaar 1975 reeds ingeleid met
een verslag over het in Zürich gehou
den congres, georganiseerd door de
Zwitserse regering, onder auspiciën
van de Raad van Europa, in samen
werking met Europa Nostra. Het is
met groot genoegen, dat we in deze
aflevering van Heemschut de voorzit
ter van het Internationaal organisa
tie-comité voor het Monumentenjaar
1975, Duncan Sandys, tevens presi
dent van Europa Nostra, aan het
woord laten. Hij werd geïnterviewd
door mr. C. J. van Sluys, correspon
dent van NCR/Handelsblad te Lon
den.
Europa's erfgoed aan monumenten is een
levend deel van zijn historie. Men zegt
wel eens dat een land zonder geschiede
nis als een mens zonder geheugen is.
Onze monumenten zijn pijlers van een
gemeenschappelijke Europese cultuur die
zich boven alle nationale grenzen en
ideologische horden verheft. Deze unieke
en onvervangbare schatten worden steeds
meer met afbrokkeling bedreigd: door
verval of opzettelijke slechting uit winst
bejag of opoffering aan moderne ver-
keerseisen. De meeste landen hebben
wetten en/of voorschriften voor het be
houd van historische erfstukken van
waarde.
Het zijn de regeringen en plaatselijke
autoriteiten die de beslissingen moeten
nemen en uitvoeren. Maar zij zullen niet
de wilskracht en het vermogen tot daad
werkelijke actie hebben zonder positieve
aansporing en voortdurende ruggesteun
van de burgerij waarvan zij de vertegen
woordigers zijn. Daarom is het voor
naamste doel van de campagne die het
Monumentenjaar 1975 als climax zal
hebben: belangstelling bij de openbare
mening wekken en publieke geestdrift
mobiliseren.
Gelooft u bij een moderne west-Euro
pese bevolking onder heersende omstan
digheden van eigen tijd een vonk te kun-
Duncan Sandys, president van het Int.
Organisatiecomité voor het Monumen
tenjaar 1975
(Foto Vivienne, Londen)
nen ontsteken voor wens tot behoud van
monumenten alleen maar omdat zij van
historische of culturele waarde zijn?
Het kardinale probleem is het behoud
van monumenten van het verleden af te
stemmen op eigentijdse eisen en die
van de toekomst. Een klein aantal monu
menten kan als musea blijven bestaan.
Maar de grote meerderheid van deze his
torische gebouwen moet een levensvat
bare rol blijven vervullen in de tegen
woordige samenleving om te kunnen
worden in stand gehouden. Als monu
menten niet langer nodig zijn voor de
diensten waarin zij vroeger voorzagen,
moeten zij worden aangepast aan voor
ziening in nieuwe diensten.
Bij behoud van monumenten moeten wij
selectief te werk gaan. Als we alles zou
den proberen te houden zoals het is, zou
den we een strijd beginnen die van
tevoren al verloren is. Het zou onzinnig
zijn die strijd aan te binden. Verandering
is niet alleen onvermijdelijk; in veel ge
vallen is verandering wenselijk.
Het is onze taak het terrein te verkennen
zodat wij als gidsen kunnen fungeren bij
de opmars van verandering. Ons doel
moet zijn te behouden wat van waarde
was in het verleden; wat in onze eigen
tijd in zekere opzichten nawijsbaar heeft
bij te dragen aan onze samenleving, wat
zowel cultureel als b.v. voor toerisme
positieve betekenis kan hebben en wat
volgende generaties wellicht ook als kost
baar erfgoed zullen waarderen. Ik ben
daarom niet beslist tegen moderne ge
bouwen. Maar architecten {en de autori
teiten die bouwvergunningen geven)
hebben een verplichte verantwoordelijk
heid om rekening te houden met het
karakter van de omgeving. Zij kunnen er
b.v. terecht op wijzen dat sommige hui
zen aan een mooi plein architectonisch
waardeloze gevels hebben. Toch behoe
ven die nietszeggende fronten niet
storend te zijn. En nieuwe huizen of ge
bouwen op die plaatsen, hoe modern-
artistiek ook, zouden storend kunnen
zijn voor het algemeen aspect.
Een beton-en-glas wolkenkrabber kan in
een passende omgeving kans hebben een
monument voor de toekomst te blijken
te zijn. Maar het plaatsen van zo'n moge
lijk toekomstig monument naast een
monument van het verleden, zoals een
gotische kathedraal, is voor iedereen
ondenkbaar.
Hoe is het prak tisch mogelijk de openba
re mening ervan te doordringen dat pro
testcampagnes niet behoren te worden
beheerst door ongerechtvaardige behoud
zucht alleen, maar door redelijke balans
tussen conservatieve bewaring en pro
gressief streven naar opbouw van leef
baarheid in een eigentijdse omgeving?
Beïnvloeding van publieke opinie over
historische culturele waarden en het on
weerstaanbare opdringen van eisen en
scheppingen van de nieuwe tijd kan niet
worden beperkt tot redevoeringen en
krante-artikelen. Wij moeten praktische
plannen ten uitvoer leggen waarvan men
de resultaten moet kunnen zien en be
wonderen, en die voorbeelden nodigen
dan uit tot navolging. Daarvoor is, zoals
gezegd, in de eerste plaats nodig dat alge
mene belangstelling voor ons streven
wordt gewekt. Wij moeten als electoraat
druk uitoefenen op regeringen en plaat
selijke besturen. Het bedrijfsleven be
hoort in deze sector rekening te gaan
houden met wat leeft bij het publiek als
43