Werkvergadering voor Monumentenjaar 1975 in de Richterskerk te Utrecht (Foto C. A. Otten, De Biltl bijzondere manier functioneren bij het vinden of hervinden van dat eigene en al heeft de herleefde belangstelling voor het wonen in oude binnensteden nog eens duidelijk onderstreept hoe belangrijk de monumentenzorg en het behoud ook voor ons dagelijks bestaan is. Maar naast de gerestaureerde woonhuizen zijn andere elementen van even grote beteke nis om tot een harmonie te komen. De kerk, het oude raadhuis, de boerderij en de molen, dat meest kwetsbare en zo zeer Hollandse monument, om een paar voorbeelden te noemen. Nog steeds geldt, ondanks de toenemen de bevolking, wat Van Leeuwen schreef in zijn bundel: „De liefde tot zijn land is ieder aangeboren." „Op het wijde vlakke land doemen aan de horizon tegen de van waterdamp glan zende hemelen van ver de silhouetten op van onze steden, grote en kleine. Of men, varende op de vroegere .Zuiderzee' de verten instaart, of wel van de hoge Veluwe-vlakte naar het westen kijkt, of men de duinrand volgt of over de Zeeuw se eilanden rijdt altijd zal men op de gezichteinder torens en torentjes en stadsbeelden, lichtovergoten of wolk- bedekt zien; het grootse complex van torens en koepels van Amsterdam, of de kleinere kerken der oude Zuiderzeestad jes; de Onze Lieve Vrouwentoren van Amersfoort of het kantwerk van de Cunera of het verwazende contour van de Utrechtse Dom; en dan weer de kathedralen van Zierikzee of Veere of het fijne spitsje van het stadhuis van Zee- lands juweel. En hoeveel men ook bedorven zal vinden aan de zelfkant der meeste steden en stadjes, doordringend tot de binnenstad zal men toch telkens weer de ontroeren de bekoring ondergaan van al deze oude schoonheid." De prins zei dit uitvoerige citaat te geven, omdat het een'aantal elementen bezit, die in zwierig Nederlands duidelijk maken waarvoor men in deze vergadering bijeen was gekomen. Bederf Hoeveel moois er in ons land nog behou den is, er is nog veel meer te behouden. ■Het bederf, waar hier sprake van is, is niet beperkt tot de zelfkant van steden en dorpen. Het dringt door tot in de bin nenstad zelf. Waar vindt men geen oude panden of kerken in verval, waar wordt niet eensklaps een gevelwand doorbro ken door een vreemd afwijkend glas of beton gevaarte, waar drukt niet een hoog flatgebouw of kantoorcentrum de omge ving ter neer? En als wij door ons wijde land trekken, zijn het dan ook niet vaak hoge complexen, die horizonvervuilend aan de einder staan? Prins Claus zei niet overdreven somber of bitter te zijn met dit te zeggen. Aantasting van schoonheid is soms onvermijdelijk en de prins zei te beseffen dat wij voor ons bestaan offers moeten brengen, ook in dit opzicht. „De wind waait voor allerlei vernieuw bouwprojecten uit een gunstige hoek. Kaalslag is niet meer de eerste of enige wijsheid. De inventarisaties van de Nederlandse ruimten, het groeiend aantal beschermde stads- en dorpsgezichten, de voortgaande restauraties zijn andere tekenen, die ons de zekerheid bieden, dat we niet weerloos afwachten, hoe het verval zich voltrekt. Maar dat alles is zinloos, als er niet een krachtige impuls uitgaat van het particu liere initiatief. Juist in deze sector zijn het de particuliere verenigingen, die een rol van doorslaggevende betekenis heb ben te vervullen en dat dan ook doen. Met veel inzet en met grote kunde. Startpunt: 1975 Het is duidelijk, dat het ons niet alleen om het jaar 1975 gaat. Dat moet een startpunt zijn, zoals het natuurbescher mingsjaar er één geweest is, voor een meer blijvende publieke belangstelling. Het is evenzeer duidelijk, dat het daarom niet voldoende is, als wij zouden volstaan met het organiseren van een aantal cen trale manifestaties, hoe belangrijk die op zichzelf ook zijn.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 25