In fasen Dat plan was er niet ineens, niet zomaar compleet. De architect: „Dat is nu juist het probleem bij een project als dit. Er dient zich telkens iets nieuws aan, en daar moet je dan weer op inhaken. Wel bewust is het werk dan ook in vier fasen uitgevoerd. Ik ben daar, vooral achteraf, alleen maar blij om. Want we konden nu aanpassen. Het project is daardoor rijper, volwassener geworden. Het hofje zelf leverde daarbij niet de grootste proble men op. We hadden de oude vormen. De rest van het blok was moeilijker. Deels konden we ons verlaten op de bestaande toestand waarin de huizen verkeerden, deels moesten we invullen." Lastig, dat invullen? Prins: „Wat heet. Het typisch Amsterdamse huis is je door en door bekend. Je hoeft alleen maar om je heen te kijken. Ze staan als boeken op een rij. In de tweede plaats zijn er de archieven. Daar kun je een boel uithalen. Dan is er nog zoiets als vak-feeling: aan voelen hoe het in elkaar past, in elkaar gepast móét hebben." Ten slotte moet je ook een portie geluk hebben, zoals in het geval van die rijk geornamenteerde gevel top die een jaar of zestig geleden op de Amsterdamse Zeedijk werd gesloopt, bij brokken werd teruggevonden op een werf te Zierikzee en nu weer vorstelijk prijkt in de Tuinstraat een van de be grenzingen van het Hofje. Er is, binnen het project, niet alleen maar een nieuwe gevel op een bouwval gezet, er staat evenzeer een compleet nieuw (Amsterdams) huis. Namaak? Architect Prins: „Dit is geen namaak" zeer resoluut. „We hebben op schaal aan gepast. Wat anders? Het zou een mis daad geweest zijn om daar, bij dat Jor daanse hofje, een stuk moderne nieuw bouw neer te zetten. Dat kan gewoon niet. En dan vind je in Zierikzee zo'n oude, Amsterdamse top. Die zet ik erop. Die is terug. Namaak? Er is echter méér. Prins heeft niet alleen gekeken naar, bij wijze van spreken, de dakschaal van het oude hofje sec, hij heeft het totale project in relatie tot de omgeving verplaatst. Op die manier is hij er in ge slaagd een nieuw-oud (oud-nieuw) stukje Jordaan te scheppen. Gemengd De Jordaan. Die herinnert aan drukte, intimiteit, gezelligheid. Daartoe draagt het „nieuwe" Hofje wezenlijk bij. Het is geen hersteld en statisch monument, integendeel, het is een injectie. Een unieke injectie in een stad die worstelt met de vraag: hoe komen we eruit, hoe brengen we er weer léven in. In het C. C. Hofje wordt dat leven uitgemaakt door een tachtigtal bewoonsters en bewoners, verdeeld over zo'n zestig kamers en huis jes. Een student, een sociaal werkster, een bejaarde. Dat gemengde lag eerst niet in de bedoeling. Er zou plaats komen voor uitsluitend zestig kunst-studerende meisjes. Dit sympathieke, maar overigens niet van eenzijdigheid ontblote idee heeft men gelukkig laten varen. Zoals het nu is, is het beter, werkelijker. „Ik hoor trouwens," vertelt architect Prins, „van de mensen alleen maar enthou siaste geluiden." Natuurlijk, die mensen moeten het met elkaar maken. Maar ze hebben dan ook wel een steuntje in de rug. Want achter die gevels gaan moderne en zeer bewoonbare „optrekjes" schuil. Bovendien zijn er, binnen het complex, twee winkels en een restaurant. Naast de deur dus, alleen een intiem sluisje door. C. C. Anslo heeft er nooit van kunnen dromen. GW De originele binnenplaats: nu weer een intiem ontmoetingspunt Oud van buiten, modern van binnen: een van de fraaie woningen in het hofje De foto's, die dit artikel over het Claes Claesz Hofje illustreren, zijn van de hand van Maarten Brinkgreve.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 21