20 alles, wat we ervoor weer moeten kopen, is aanzienlijk duurder." Daar komt dan nog bij, dat, als eenmaal overeenstemming met de gemeente Vlagtwedde is bereikt, er geen boter bij de vis komt. Er wordt een koopcontract opgemaakt, maar dank zij de ambtelijke molens duurt het één tot twee jaar eer de verkoper geld ziet (De verkoop moet eerst worden behandeld in de gemeente raad en daarna moet toestemming wor den gekregen van Gedeputeerde Staten. Maar behalve dit kan de gemeente het aanbod slechts gestand doen als ook de subsidiegevers zie het eerste artikel over de reconstructie van de Vesting Bourtange zich met deze aankoop kunnen verenigen T. B.). Als die ver koper in die tijd zelf iets anders vindt, kan hij dat niet kopen, want hij heeft immers geen geld! aldus de heer Bos. Binnen het bestuur van de Stichting Ves ting Bourtange is dit probleem uiteraard besproken. Helemaal rond is men met deze problematiek nog niet, maar, zo wordt gesteld: „Wil die man, die aan de gemeente heeft verkocht, en die wacht op geld, een huis kopen van de Stichting, dan geeft het nauwelijks, dat dat geld er nog niet is. Hetzelfde geldt, als de ver koper een huurhuis wil van de gemeente. Waar het de aankoop betreft van wonin gen buiten Bourtange, dan tracht de Stichting te bemiddelen bij voorbeeld met het verkrijgen van de hypotheek." „Een probleem is ook," zo vindt de heer Bos, „dat mensen, die verkopen, waar schijnlijk wel een normale prijs krijgen voor hun oude huis, maar nieuw terug kopen is toch altijd duurder. De mensen in Bourtange, en vooral de ouderen onder hen, stellen er een eer in „onbe last" te wonen. Voor hun nieuwe bezit zullen ze altijd geld rnoeten opnemen en dat past niet in de gedachtenwereld van de mensen in deze streek. Eigenlijk zou hier een oplossing voor moeten worden gevonden in de vorm van een renteloos voorschot! zo meent de heer Bos. „Dat zouden we wel willen," reageert de penningmeester van de Stichting Vesting Bourtange, de heer H. K. Kwak, tevens directeur van de Rabobank in Bourtange, „maar onze Stichting heeft daar de mid delen niet voor. We hebben wat geld uit donaties en geringe winst uit de verkoop van gerestaureerde panden. Er zijn er echter nog maar twee verkocht. Vier komen er binnenkort klaar in de Baracquen van de Wagt aan de Friesche Poort. Het zijn vier burgerwoningen, cen traal verwarmd, met een ruime zitkamer, open keuken, twee of drie slaapkamers en berging. De prijzen zijn f 26.000,— voor de kleinste tot f 36.000,— voor de grootste: uiteraard is hier nauwelijks sprake van winst! Mevrouw M. A. C. de Jager-Kleinenberg woont al geruime tijd in Bourtange. Ze woont er sinds het overlijden van haar man alleen in een huurwoning en ze hoeft niet te verhuizen in verband met de reconstructie van de vesting. Ze is een warm voorstandster van het plan, maar ze heeft wel haar bedenkingen: „Ik ben zo bang, dat er nauwelijks Bourtangers binnen de vesting komen te wonen. Nog niet eens om de eventuele financiële pro blemen, maar ook en voornamelijk om het feit, dat de Bourtangers gewend zijn aan ruimte om hun huis voor een kleine groenten- en bloementuin. Wat er nu wordt gebouwd is wel erg krap van opzet. Ik weet wel, dat dat vroeger ook Het voormalige Pastoors logement in res tauratie Foto D. v. d. Veen) zo is geweest, maar als de Bourtangers daar nou niet willen wonen, dan is het wel een punt voor mij, dat de kern van de vesting geheel in vreemde handen komt. En wij vormen nu toch wel een vrij hechte dorpsgemeenschap, vooral naar buiten! aldus mevrouw De Jager. De beide gereedgekomen panden worden bewoond door een steenfabrikant uit Emmen en een Tweede Kamerlid uit Rotterdam. De laatste is er echter meer niet dan wel en dat geeft kritiek. Men wil in Bourtange geen nederzetting worden, bestaande uit „tweede woningen". „Maar de huizen waren klaar en we moesten ze kwijt! zo verdedigt de heer Kwak het beleid van de Stichting Vesting Bourtange. „We bieden alle panden eerst de inwoners van het dorp Bourtange aan. Daarbij geven we dan speciale aandacht aan mensen, die hun eigendom willen verkopen, mensen dus, die door het reconstructieplan van hun eigen huis afstand moeten doen. Meer kunnen we toch echt niet doen. De vier woningen van de Baracquen van de Wagt aan de Friesche Poort zijn gelukkig wel gekocht door Bourtangers. Wat de tuinen betreft, ja, ze zijn binnen de vesting inderdaad beperkt en voor zover er wat omvangrij ker groen komt, zal dat openbaar groen zijn. Dat is een feit, waar weinig aan te doen valt, wil je verantwoord reconstru eren! De heer Bos constateert wat mismoedig na de uiteenzetting van de heer Kwak, dat de Bourtangers die hun bezittingen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1974 | | pagina 30